Onderzoek naar de samenwerking tussen de Nederlandse overheid en de Nederlandse Federatie voor Vluchtelingenhulp binnen het Difficult Cases project eind jaren 1950.
The end of World War Two saw the influx of millions of German-speakers from Central and Eastern Europe into a physically and economically devastated Germany that had lost a quarter of its pre-1938...Show moreThe end of World War Two saw the influx of millions of German-speakers from Central and Eastern Europe into a physically and economically devastated Germany that had lost a quarter of its pre-1938 territory. Yet one region in Germany remained largely closed to the refugees and expellees: the French zone of military occupation. In 1945, the French occupying authorities refused entry to the refugees, and though they eventually took in some over the course of their occupation, it was an order of magnitude lower than those absorbed into the American, British and Soviet zones. This thesis investigates the reasons behind this initial French position of refusal and its evolution from the immediate end of hostilities in 1945 to the creation of the West German state in 1949. In doing so, it places the question of the refugees in the broader context of France’s overall war aims and its policy towards post-war Germany and Europe. The same security, economic and demographic concerns that drove France’s Germany policy also shaped its response to the refugee crisis; the issue of the refugees and expellees usefully illustrates the trajectory French policy took over the occupation period.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Deze vraag wordt gesteld in het kader van de "gap hypothesis", een hypothese die stelt dat er een groeiende kloof bestaat tussen de doelen en resultaten van nationaal migratiebeleid in hedendaagse liberale staten. Om meer te zeggen over deze kloof is in dit onderzoek gebruik gemaakt van vreemdelingendossiers van de Vreemdelingendienst met betrekking tot vreemdelingen in Nederland die een gevaar vormden voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Uit de analyse van deze dossiers blijkt dat momenten van crisis, zoals de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog, een impuls gaven aan de uitvoering van het migratiebeleid en een grote mate van consensus creëerden onder de actoren die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het beleid, waardoor de kloof tussen migratiebeleid en praktijk tijdelijk kromp. De kloof tussen het migratiebeleid en de praktijk hiervan is dan ook een dynamischer fenomeen dan de gap hypothesis suggereert. Crisismomenten zijn "windows of opportunity" waarbinnen ideeën die door een gebrek aan consensus vastzaten, alsnog gerealiseerd kunnen worden.Show less
