In dit onderzoek is er gekeken naar het effect van de zorgen van burgers op de begroting van R&D van groene energie. Het is namelijk moeilijk te kwantificeren hoe de meningen van burgers de...Show moreIn dit onderzoek is er gekeken naar het effect van de zorgen van burgers op de begroting van R&D van groene energie. Het is namelijk moeilijk te kwantificeren hoe de meningen van burgers de begrotingen beïnvloeden. De politici hebben ook een verplichting naar Parijs akkoord waardoor ze kunnen in gaan tegen mening van de burgers waardoor nog minder duidelijk wordt. De onderzoeksvraag is In hoeverre verandert de begroting van research en design (R&D) rondom groene energie van de Europese landen door de verandering van de zorgen van de Europese burgers rondom klimaatverandering? De doelstelling van dit onderzoek is een beter beeld te krijgen van directe invloed van de zorgen van burgers op de begrotingen in specifiek in dit onderzoek de uitgaven aan R&D van groene energie. Dit onderzoek verwacht wanneer de zorgen van de burgers hoger worden rondom klimaatverandering dat de uitgaven aan R&D rondom groene energie omhooggaan. Verder wordt verwacht dat West-Europese landen anders reageren dan Oost-Europese landen en er wordt verwacht dat hoger waarde van democratie invloed leidt tot hogere uitgaven aan R&D. De zorgen van de burgers worden uitgelegd met de vraag “wat zijn volgens u de grootste problemen in uw land?” gevraagd in Eurobarometer. Er wordt verwacht in dit onderzoek dat er beleidsvertraging is hierom is er gekozen voor een vertraging van zorgen van burgers naar begrotingen van een of twee jaar. Hierna zijn meerdere regressies gelopen waar ook wordt gecontroleerd op de hoogte van democratie, populatie, economische groei, de binnnelandse vraag van energie. De regressies laten geen significantie van de effecten van zorgen van burgers zien wanneer er naar alle landen wordt gekeken. De enige variabele die effect blijkt te hebben op de begroting is de populatie. In het derde model zijn de landen ingedeeld in West en Oost-Europa. Wanneer er naar de West-Europese landen wordt gekeken blijkt wel dat de zorgen van de burgers significant effect hebben op de begroting met coëfficiënt van 0,43. Verder blijkt dat de dummy-variabele van communisme ook significant te zijn. Dit betekent dat er een verschil zit tussen West en Oost-Europese landen hoe er met meningen wordt omgegaan. Dit verschil zal misschien kunnen worden uitgelegd door geld van Europese Unie maar dat verder onderzoek zou dat moeten uitwijzen. De hoogte van de democratie blijkt geen effect hebben op de hoogte van de begroting.Show less
This is thesis is about the research between income inequality and health in European countries. The aim of the research is to either prove or disprove a correlation where income inequality...Show moreThis is thesis is about the research between income inequality and health in European countries. The aim of the research is to either prove or disprove a correlation where income inequality influences health. That’s why the main question is: “To what extent does income inequality influence the degree of health in European countries?”. With a series of regressions among which a fixed regression for time and countries, 22 countries were tested over a time lapse from 2006 to 2015. Inspired by theories such as the one by Pop, van Oorschot and van Ingen (2012) and Detollenaere, Desmarest, Boeckxsteans & Willems (2018) the gap in the literature was filled by aiming to research the high-income countries. The results showed that for high-income countries, there was no significant correlation between income inequality and infant mortality. The correlations between income inequality and both life expectancy and self-perceived health status on the contrary, were significant. However, the results for these regressions showed that the direction of correlation was not as expected. The theory expected the health to deteriorate when the income inequality increase. The opposite was true for this specific dataset. A possibility for these results to come out is that only rich European countries made up the dataset. All of these countries have universal healthcare, so the health can maybe not even improve by adjusting something small in the economy. Further research is necessary to find out what these results could mean.Show less
Door de recente verandering van beleid omtrent studiefinanciering in Nederland is er voor studenten nu in plaats van een prestatiebeurs, een leenstelsel. Door de komst van het leenstelsel zijn er...Show moreDoor de recente verandering van beleid omtrent studiefinanciering in Nederland is er voor studenten nu in plaats van een prestatiebeurs, een leenstelsel. Door de komst van het leenstelsel zijn er veel nieuwe factoren die nog niet onderzocht zijn. Dit onderzoek tracht te onderzoeken of er een verschil is in leenaversie tussen studenten uit het oude prestatiebeursstelsel en studenten uit het nieuwe leenstelsel. Verder zal gekeken worden of leenaversie effect heeft op het studiegedrag van studenten waarbij het onderzoek zich beperkt tot het hebben van een bijbaan en de (verwachte) studieduur. Hieruit vloeit de onderzoeksvraag: “In hoeverre beïnvloedt leenaversie, voortvloeiend uit het leenstelsel, het studiegedrag van studenten in de Nederlandse samenleving?”. Met eigen verzamelde data is een dataset tot stand gekomen van 124 respondenten waarvan er 59 in het prestatiebeursstelsel zaten en 61 in het leenstelsel. Verschillende regressies tonen aan dat er een verschil is in leenaversie tussen de groep studenten die in het oude prestatiebeursstelsel zaten en de groep studenten uit het nieuwe leenstelsel. Zo gaan studenten uit het prestatiebeursstelsel liever een lening uit de weg en zijn dus meer leenavers. Verder werd gevonden dat leenaversie een goede voorspeller is voor het wel of niet hebben van een bijbaan. Studenten die meer leenavers zijn, hebben eerder een bijbaan. Opmerkelijk is dat het gemiddelde inkomen dat zij met deze bijbaan verdienen hierbij niet uitmaakt. Leenaversie en studieduur bleken niet met elkaar in verband te staan. Leenavers zijn heeft dus geen invloed op hoe lang een student over een opleiding doet. In conclusie valt te stellen dat het invoeren van het leenstelsel tot gevolg heeft dat studenten minder leenavers zijn. Het lijkt er op dat leenaversie vooral een persoonlijke eigenschap is die niet beïnvloed wordt door overheidsingrijpen.Show less
Achtergrond: Zetels zijn van groot belang in de besluitvorming in de Nederlandse politiek. Echter we weten nog maar weinig over welke factoren een rolspelen in de peilingen. Daarom wordt in dit...Show moreAchtergrond: Zetels zijn van groot belang in de besluitvorming in de Nederlandse politiek. Echter we weten nog maar weinig over welke factoren een rolspelen in de peilingen. Daarom wordt in dit onderzoek de volgende vraag beantwoord: Welke factoren van leiderschapsgedrag en -positie hebben invloed op de fluctuatie van de peilingen van de zetelverdeling in de Tweede Kamer ten tijde van crisis? Methode: 64 scores van effectief communicatief crisisleiderschap van acht verschillende partijen in tijden van acht crisissen werden verzameld. Een independent samples t-test werd uitgevoerd om de relatie tussen coalitie en verschil in zetels te analyseren. Een meervoudige regressieanalyse werd uitgevoerd om de relatie tussen effectief communicatief crisisleiderschap en verschil in de peilingen te analyseren. Resultaten: Er is geen significante relatie gevonden tussen coalitie en het verschil in de peilingen. Er is ook geen significante relatie gevonden tussen effectief communicatief crisisleiderschap en het verschil in de peilingen. Conclusie: Effectief communicatief crisisleiderschap op twitter en coalitie speelt geen grote rol in de peilingen.Show less
This study examines the correlation between Quality of Government indicators and healthcare-performance indicators. Quality of Government is measured using state legitimacy, rule of law and...Show moreThis study examines the correlation between Quality of Government indicators and healthcare-performance indicators. Quality of Government is measured using state legitimacy, rule of law and corruption. Healthcare-performance is measured using infant mortality, life expectancy and primary care. The effect of corruption has been researched on the subnational level and the effects of state legitimacy and rule of law have been linked to healthcare theoretically. However the relationship of Quality of Government on healthcare-performance remains understudied for the national level. This study hypothesizes that countries that have a high Quality of Government tend to have better healthcare-performance. Findings from time-series data between 2000 and 2017 from 35 countries out of the OECD and QoG OECD database, report that healthcare-performance is significantly higher in countries that score better on state legitimacy. Results also show that infant mortality is likely to be lower in countries that score high on rule of law and low on corruption. The result suggests an importance of state legitimacy for healthcare-performance.Show less