Een onderzoek naar verborgen vrouwelijke perspectieven die in de gedichten van Iduna Paalman, door middel van intertekstuele verwijzingen, voor het voetlicht worden gebracht. In de gedichten van...Show moreEen onderzoek naar verborgen vrouwelijke perspectieven die in de gedichten van Iduna Paalman, door middel van intertekstuele verwijzingen, voor het voetlicht worden gebracht. In de gedichten van Paalman die in deze scriptie worden behandeld ontmoeten we vrouwen die in de geschiedenis ofwel géén representatie kennen, éénzijdig gerepresenteerd worden, en zien we het effect van representaties als ‘de fatale vrouw’. Uit mijn analyses van een aantal gedichtencycli blijkt dat de perspectieven van verschillende historische 'figuren' in deze gedichten ons iets vertellen over de 'vrouwelijke situatie' van toen, maar ons ook confronteren met de hedendaagse 'vrouwelijke situatie'. Er is vooruitgang, maar ook overlap, en veel van de verwachtingen en kaders van de vrouw zijn immer nog aanwezig.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht op welke manieren middlebrow-weerwoord tot uiting komt in drie publieksromans van Willy Corsari (1897-1998). De onderzochte romans zijn: De man zonder uniform ...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht op welke manieren middlebrow-weerwoord tot uiting komt in drie publieksromans van Willy Corsari (1897-1998). De onderzochte romans zijn: De man zonder uniform (1933), Schip zonder haven (1938) en Charles en Charlotte (1956). Voor de onderzochte romans geldt dat daarin op verschillende manieren sprake is van 'talking back' en van bemiddeling.Show less
Dit onderzoek behandelt literatuur als representatie van sociale geschiedenis. Terwijl veel representatieonderzoek zich richt op ras of gender, staat nu klasse centraal: de hoofdvraag is hoe de...Show moreDit onderzoek behandelt literatuur als representatie van sociale geschiedenis. Terwijl veel representatieonderzoek zich richt op ras of gender, staat nu klasse centraal: de hoofdvraag is hoe de middenklasse in de moderne Nederlandse roman wordt gerepresenteerd. De eerste subvraag betreft de analyse van klasse überhaupt. Door een historische terugblik op de marxistisch-ideologische hantering van dit concept te confronteren met moderne cognitief-semiotische inzichten betreffende representatie en identificatie, wordt duidelijk gemaakt dat klasse op niet-ideologische manier is te analyseren. De tweede subvraag betreft de operationalisering van het analyseren van klasse en (het concept) middenklasse in het bijzonder. Met inzet van sociologische en sociaalpsychologische inzichten wordt een relationele opvatting van klasse voorgesteld. In de literaire analyse (van romans van Dautzenberg, Hermsen, Treur en De Coster) wordt getoond hoe klassegerelateerde omstandigheden in relaties van personage een rol spelen alsook hoe deze omstandigheden in aspecten zoals (de omgang) met ruimte een rol spelen. Het resultaat is een aantal patronen bij middenklassepersonages betreffende niet alleen materiële condities, maar ook filosofische/ideologische voorkeuren en hun zelfopvattingen in relatie tot een collectief. In het algemeen is te stellen dat bij middenklassepersonages de ervaring van klasse geïndividualiseerd is, hetgeen evenwel niet wegneemt dat aan klasse gerelateerde omstandigheden in hun relaties doorwerken. Vervolgonderzoek kan de patronen aanvullen door zich te richten op de arbeidersklasse. Tevens kan het verband tussen representatie en identificatie verder worden onderzocht.Show less
Research master thesis | Literary Studies (research) (MA)
open access
Dutch Antillean writer Boeli van Leeuwen is strikingly absent in the study of Dutch postcolonial literature, despite his status as one of Dutch' most important Caribbean authors. Till this day,...Show moreDutch Antillean writer Boeli van Leeuwen is strikingly absent in the study of Dutch postcolonial literature, despite his status as one of Dutch' most important Caribbean authors. Till this day, only a few articles have been devoted to Van Leeuwen's oeuvre. In this thesis, I aim to formulate an answer to the question: in what way do Van Leeuwen's novels 'Schilden van leem' en 'Het teken van Jona' generate meaning? Why is it that 'plain facts' are insufficient to tackle these works? In my analysis I am proposing six possible readings that account for Van Leeuwen's novels that are overflowing with meaning. By studying their use of intertextuality, allegory, irony, Relation, metafiction and 'Caribbeanness,' I attempt to make the abundance productive that the reader encounters. In my conclusion I will argue that Van Leeuwen is ultimately reflecting on knowledge itself, since his writing constantly redirects the reader, without allowing a singular interpretation. The multiple voices, languages and traditions brought forth resist the monotonous and unambiguous discourse of the referential readings. Van Leeuwens fictional reality ultimately points towards itself and demonstrates the fiction hiding behind so-called plain facts.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Onderzoek naar de manier waarop in 'Knielen op een bed violen' van Jan Siebelink de botsing tussen de ideologie van het orthodoxe geloof en de ideologie van het werelds geluk in de roman wordt...Show moreOnderzoek naar de manier waarop in 'Knielen op een bed violen' van Jan Siebelink de botsing tussen de ideologie van het orthodoxe geloof en de ideologie van het werelds geluk in de roman wordt weergegeven.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit eindwerkstuk onderzoekt de schrijver via een tekstgerichte aanpak hoe de vele christelijke motieven in de bundel De wandelaar (1916) te koppelen zijn aan het modernismeconcept van Fokkema en...Show moreIn dit eindwerkstuk onderzoekt de schrijver via een tekstgerichte aanpak hoe de vele christelijke motieven in de bundel De wandelaar (1916) te koppelen zijn aan het modernismeconcept van Fokkema en Ibsch. In het eerste hoofdstuk geeft de schrijver weer wat er verstaan wordt onder het modernismeconcept van Fokkema en Ibsch, en staat hij stil bij de stand van zaken in het Nijhoff-onderzoek. In het tweede hoofdstuk analyseert hij enkele gedichten uit De wandelaar, waarbij hij speciale aandacht besteedt aan de christelijke motieven. In het derde hoofdstuk betoogt de schrijver dat de christelijke motieven op te vatten zijn als het teruggrijpen naar een mythe, en dat zij tevens het christendom als dogma problematiseren. Beide kenmerken worden in verband gebracht met het modernismeconcept van Fokkema en Ibsch.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Hoewel de dichter Herman Gorter (1864-1927) met name in een sensitivistisch licht bestudeerd wordt, wil de schrijfster van deze scriptie aantonen dat zijn bundel Verzen (1890)ook goed aan de hand...Show moreHoewel de dichter Herman Gorter (1864-1927) met name in een sensitivistisch licht bestudeerd wordt, wil de schrijfster van deze scriptie aantonen dat zijn bundel Verzen (1890)ook goed aan de hand van een modernistisch kader gelezen en geïnterpreteerd kan worden. Hiervoor legt zij allereerst het modernismeconcept van Fokkema en Ibsch uit, waarna ze de inhoud van het sensitivisme schetst en tot slot een aantal gedichten uit Verzen (1890) analyseert.Show less