In deze bijdrage ligt het accent op de argumentatie in de beeldende kunst met als casus het oeuvre van de Duitse kunstenaar-superstar van de jaren ’60 en een van de meest invloedrijke kunstenaars...Show moreIn deze bijdrage ligt het accent op de argumentatie in de beeldende kunst met als casus het oeuvre van de Duitse kunstenaar-superstar van de jaren ’60 en een van de meest invloedrijke kunstenaars van de 20e eeuw Joseph Beuys (1921-1986). Beuys claimt dat kijken naar kunst geen rationele bezigheid is (‘Understanding art cannot be restricted to a rational analysis’). De vraag die in deze scriptie centraal staat is of er een strategie kan worden opgesteld die ten grondslag ligt aan de overredingskracht van zijn werk. Met andere woorden, welke argumenten gebruikt Beuys om zowel redelijk als retorisch effectief te zijn.Show less
Jan Davidsz. De Heem, Maria van Oosterwijck, Willem van Aelst en Rachel Ruysch waren in hun tijd zeer befaamde en succesvolle schilders van bloemstillevens. Over alle vier de schilders werd er door...Show moreJan Davidsz. De Heem, Maria van Oosterwijck, Willem van Aelst en Rachel Ruysch waren in hun tijd zeer befaamde en succesvolle schilders van bloemstillevens. Over alle vier de schilders werd er door de eeuwen heen veelvuldig geschreven. In deze scriptie worden de recepties van deze vier schilders met elkaar vergeleken en bestudeerd met de nadruk op de sekse.Show less
In deze scriptie wordt vanuit literair-historisch perspectief onderzoek gedaan naar Nederlandstalige nazi-jeugdliteratuur die tussen 1940 en 1945 in Nederland is verschenen. De vraag die hierbij...Show moreIn deze scriptie wordt vanuit literair-historisch perspectief onderzoek gedaan naar Nederlandstalige nazi-jeugdliteratuur die tussen 1940 en 1945 in Nederland is verschenen. De vraag die hierbij werd gesteld is uit welke bestanddelen de nazi-ideologie bestaat en hoe deze aan de hand van discoursanalyse en binaire opposities terug te zien zijn in 14 nazi-jeugdboeken.Show less
De afgelopen jaren is het rekenonderwijs op de basisschool taliger geworden, waardoor leerlingen met het Nederlands als tweede taal voor een extra opgave zijn komen te staan. In dit onderzoek zijn...Show moreDe afgelopen jaren is het rekenonderwijs op de basisschool taliger geworden, waardoor leerlingen met het Nederlands als tweede taal voor een extra opgave zijn komen te staan. In dit onderzoek zijn de rekenscores van ééntalige Nederlandse en tweetalige leerlingen (turks en overige moedertalen) in groep 6 op de basisschool met elkaar vergeleken op kale en contextsommen door middel van een rekentaak. Hierbij is de invloed van cultuurspecifieke namen van het Nederlands en van het Turks op de rekenscores van deze leerlingen onderzocht.Show less
The current study examined the relationship between language learning aptitude and the foreign accent of second language (L2) learner. The chosen target group consists of Chinese student who study...Show moreThe current study examined the relationship between language learning aptitude and the foreign accent of second language (L2) learner. The chosen target group consists of Chinese student who study Dutch in university. There are 20 participants involved in this study. A series of experiments has been carried to test their language learning aptitude (by means of LLAMA test) and mimicry ability, which have been shown by earlier research to have influence on the foreign accent. Additionally, their foreign accents were judged by native speakers of Dutch based on a word-read-aloud task. Although the number of participants was too small to draw any real conclusion from the attempt to link language aptitude with foreign accent, the results did show a moderate correlation found between overall language aptitude and foreign accent. Furthermore, there no correlation was found between mimicry ability and foreign accent.Show less
In verschillen gemeenschappen wordt er meer dan één taal tijdens dezelfde conversatie gesproken. Dit kan een manier of een stijl van spreken zijn waarin tweetaligen tussen twee of meer talen zich...Show moreIn verschillen gemeenschappen wordt er meer dan één taal tijdens dezelfde conversatie gesproken. Dit kan een manier of een stijl van spreken zijn waarin tweetaligen tussen twee of meer talen zich bewegen (Jeff MacSwan, 2000). Dit fenomeen wordt Code-switching genoemd. Dit fenomeen is sinds de jaren 50 veel bestudeerd (Walters, 2005) en er zijn taalkundigen die code-switching als een originele manier van taalgebruik zien en als een ontwikkeling van taalkennis bij tweetalige sprekers (Klimpfinger, 2007). Toch kan dit fenomeen alleen maar op basis van bepaalde morfosyntactische regels uitgevoerd worden (Poplack, 1980; Myers-Scotton, 1993; MacSwan, 1999; MacSwan 2000). In deze literatuurstudie kijk ik naar twee recente en controversiële visies op beperkingen op code-switching. De eerste visie die besproken wordt is het Matrix Language-Frame model voor code-switching (Carol Myers-Scotton, 1993). De tweede visie die ik over beperkingen op code-switching weergeef, is het Minimalist Program model (MacSwan, 1999). Het doel van deze literatuurscriptie is te bekijken welk van de bovenstaande modellen de beperkingen van de plaatsing van het bijvoeglijk naamwoord binnen de naamwoordgroep in code-switching Nederlands-Spaans kan verklaren.Show less
In 1978 publiceerde de Amerikaans-Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said de gezaghebbende studie Orientalism. Hiermee zorgde hij voor een doorbraak in de postkoloniale studies en legde hij...Show moreIn 1978 publiceerde de Amerikaans-Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said de gezaghebbende studie Orientalism. Hiermee zorgde hij voor een doorbraak in de postkoloniale studies en legde hij de basis voor latere postkoloniale theoretici, zoals Elleke Boehmer en Homi Bhabha. Bhabha die als een van de belangrijkste theoretici van de koloniale en postkoloniale literatuur wordt beschouwd, wijst op de ambiguïteit van het koloniale discours en onderstreept hierbij de complexiteit van de relaties tussen kolonisator en gekoloniseerde. Om deze ambivalentie aan te duiden introduceert hij twee concepten die een belangrijke plaats binnen de postkoloniale theorie innemen en die ik in deze scriptie op werken uit de Nederlands-Indische literatuur toepas, namelijk: mimicry en hybriditeit. Mimicry verwijst naar het nabootsen van de kolonisator door de gekoloniseerde en hybriditeit naar een raciale/interculturele mengvorm. Om de complexiteit van deze concepten te demonstreren, heb ik literaire teksten als mijn onderzoeksobjecten geselecteerd die uit verschillende historische tijdsperioden afkomstig zijn en vanuit verschillende perspectieven – westers en niet-westers – geschreven zijn. Specifiek betreft het de volgende koloniale werken van Nederlandse schrijvers: Christina Martha van Q.M.R. Ver Huell en Aboe Bakar van P.A. Daum, en de postkoloniale romans Buiten het gareel van de Indonesische schijfster Soewarsih Djojopoespito en Tussen Ambon en Amsterdam van de Nederlands-Molukse auteur Herman Keppy. Alle door mij geanalyseerde literaire teksten worden door de volgende ambiguïteit gekenmerkt: de gekoloniseerde probeert om zich van zijn ongeschiktheid te bevrijden, maar zijn streven leidt in plaats van tot ongeschiktheid tot hybriditeit. Aan het eind van deze scriptie bevindt zich in de bijlage een interview met Herman Keppy dat ik op 7 juli 2015 met de schrijver heb afgenomen.Show less
In mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De...Show moreIn mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De voornaamste vragen die ik in dit onderzoek wil beantwoorden, zijn: hoe wordt de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in de romans De importbruid en ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit gerepresenteerd? Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen? En hoe moet men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze romans eigenlijk interpreteren? Mijn bevindingen zal ik in het theoretische kader van de postkoloniale theorie plaatsen die ik in het begin van deze scriptie zal bespreken. Tegelijkertijd wil ik echter ook aandacht besteden aan de kenmerken van postkoloniale literatuur in het algemeen, de romans van deze migrantenauteurs en de geschiedenis van Turkse migranten in Nederland en Duitsland. De opbouw van mijn masterscriptie ziet er daarom als volgt uit: ik begin met een theoretisch overzicht van de migrantenliteratuur. Hierbij ga ik in op de problematiek van de termen, het ontstaan en de kenmerken van het genre. Verder schets ik de situatie van de Turkse arbeidsmigratie naar Nederland en Duitsland in de 20e eeuw. Vervolgens analyseer ik Hülya Cigdems debuutroman De importbruid. Wat de schrijfster betreft, focus ik me op haar biografie. Met betrekking tot het verhaal zal ik me bezighouden met de titelverklaring, de inhoud, de vorm/opbouw, de thema’s, de motieven, de stijl en de receptie/waardering. Ik sluit af met een conclusie. Aansluitend hieraan zal ik op dezelfde manier ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit, het werk van Güner Yasemin Balci, analyseren en tevens met een conclusie eindigen. Vervolgens zal ik een eindconclusie geven waarin ik nog eens in ga op de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in beide romans en waarin ik de overeenkomsten en verschillen wat de verhalen betreft duidelijk tegenover elkaar zal stellen. Bovendien zal ik de vraag beantwoorden hoe men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze werken eigenlijk moet interpreteren.Show less
In deze masterscriptie analyseer ik op welke manier de Poolse en Nederlandse vloekcultuur van elkaar verschillen en welke vertaalproblemen bij het vertalen van vloekwoorden kunnen voorkomen. In het...Show moreIn deze masterscriptie analyseer ik op welke manier de Poolse en Nederlandse vloekcultuur van elkaar verschillen en welke vertaalproblemen bij het vertalen van vloekwoorden kunnen voorkomen. In het corpusonderzoek dat ik ten behoeve van mijn scriptie uitvoerde, heb ik vloekwoorden ‘chuj’, ‘jebać’, ‘kurwa’, ‘pierdolić’ en hun afleidingen die niet letterlijk zijn gebruikt, onder de loep genomen om het brede spectrum aan vertaalstrategieën van krachttermen te laten zien.Show less