In de Nederlandse taalkunde bestaat er al geruime tijd onenigheid over de status van het hulpwerkwoord zullen. Sommige auteurs wensen alleen een modale gebruiksmogelijkheid toe te kennen aan het...Show moreIn de Nederlandse taalkunde bestaat er al geruime tijd onenigheid over de status van het hulpwerkwoord zullen. Sommige auteurs wensen alleen een modale gebruiksmogelijkheid toe te kennen aan het werkwoord, terwijl anderen juist stellen dat zullen ook een zuiver temporeel gebruik kent. De vraag die aan het onderzoek ten grondslag ligt, is of zullen een modaal of (ook) een temporeel hulpwerkwoord is. Om antwoord te geven op deze vraag is eerst de status quo van de Nederlandse traditie beschreven, waarna er een analyse is gemaakt in termen van Langackers cognitieve grammatica. Deze analyse, en de analyses uit de Nederlandstalige traditie, zijn vervolgens gebruikt om de gebruiksmogelijkheden die naar voren kwamen uit het corpusonderzoek te verklaren. Hieruit bleek dat de meeste bestaande analyses onvoldoende geëquipeerd waren om rekenschap af te dragen voor alle gebruiksmogelijkheden. Het beschrijven van (de gebruiksmogelijkheden van) zullen in termen van Langacker bleek een vruchtbare aanpak, die alle gebruiksmogelijkheden uit het corpus kon verklaren. Verder bleek uit het corpusonderzoek dat aan zullen zowel een modaal als een temporeel gebruik toegekend moet worden.Show less
In deze Masterscriptie is onderzocht hoe de toespraken van de Algemene Politieke Beschouwingen van 2014 een ‘passende’ reactie vormen op de vliegramp met MH17 en in hoeverre deze casus onderzocht...Show moreIn deze Masterscriptie is onderzocht hoe de toespraken van de Algemene Politieke Beschouwingen van 2014 een ‘passende’ reactie vormen op de vliegramp met MH17 en in hoeverre deze casus onderzocht kan worden met behulp van de Retorische exigentie-analyse. Deze analyse is gebaseerd op de exigentietheorie van Bitzer en op de Retorische Kritiek van Braet.Show less