Een cultuurhistorische analyse van Nederlandse diplomaten in de twintigste eeuw, waarbij in de eerste plaats op basis van diplomatieke memoires een beeld geschetst wordt van de grote veranderingen...Show moreEen cultuurhistorische analyse van Nederlandse diplomaten in de twintigste eeuw, waarbij in de eerste plaats op basis van diplomatieke memoires een beeld geschetst wordt van de grote veranderingen in de habitus en persona van de de diplomaat en de diplomatieke cultuur in Nederland tussen 1900-2000. Tegen de achtergrond van een democratiserende maatschappij bleef het corps diplomatique lange tijd een bastion van adel en patriciaat, waarbij een belangrijke brugfunctie was weggelegd voor corporale studentenverenigingen. Na de Tweede Wereldoorlog begint een decennialange transformatie, waarbij het aristocratische karakter van de diplomatie geleidelijk aan plaatsmaakt voor een meer bureaucratische bedrijfscultuur.Show less
Dit onderzoek gaat over het kabinet-Marijnen en zijn minister-president. Het bespreekt de politieke context van de jaren zestig en vervolgens drie stadia van het kabinet-Marijnen, te weten: de...Show moreDit onderzoek gaat over het kabinet-Marijnen en zijn minister-president. Het bespreekt de politieke context van de jaren zestig en vervolgens drie stadia van het kabinet-Marijnen, te weten: de formatieperiode, de kabinetsperiode, en de kabinetscrisis. De belangrijkste conclusie is dat het standaardbeeld van Marijnen niet correct is en dat hij waarschijnlijk minder aan de kabinetscrisis heeft kunnen doen dan altijd wordt aangenomen. Dit onderzoek is gebaseerd op gepubliceerd en ongepubliceerd archiefmateriaal, twee privécollecties en interviews.Show less
Het eerste Nederlandse kabinet na de Tweede Wereldoorlog maakte op een unieke manier gebruik van het medium radio om haar beleid te verkondigen. Premier Schermerhorn en met name...Show moreHet eerste Nederlandse kabinet na de Tweede Wereldoorlog maakte op een unieke manier gebruik van het medium radio om haar beleid te verkondigen. Premier Schermerhorn en met name regeringscommissaris van de RVD Hendrik Brugmans waren vaak op de radio te horen. Vanuit de Tweede Kamer, de dagbladpers en de ministeriële departementen ontstond al snel weerstand tegen de toespraken, onder andere omdat het maanden duurde voordat een officieel noodparlement was ingesteld en omdat de dagbladpers kampte met een tekort aan papier. Tijdens het Kamerdebat van 31 januari 1946 kreeg Schermerhorn hevige kritiek te verduren op het beleid omtrent de radiotoespraken. Dit had grote gevolgen voor het gehele voorlichtingsbeleid van de regering. Dit onderzoek gaat over wat er precies gezegd werd in de radiotoespraken. Het doel is om beter te kunnen verklaren waarom de weerstand tegen het radiogebruik van het kabinet zo groot was.Show less
Tijdens de afgelopen drie jaar is door verschillende historici en politici stilgestaan bij het honderdjarig jubileum van de invoering van het algemeen kiesrecht in Nederland. De wetenschappelijke...Show moreTijdens de afgelopen drie jaar is door verschillende historici en politici stilgestaan bij het honderdjarig jubileum van de invoering van het algemeen kiesrecht in Nederland. De wetenschappelijke werken die historici schreven en de politieke redes die politici uitspraken in deze drie jaar waren veelal beperkt tot de parlementaire strijd. Deze scriptie zoomt in op de buitenparlementaire strijd om het kiesrecht, waarbij de sociale beweging, het actierepertoire en de expliciete en impliciete doelen centraal staan. Uit het onderzoek blijkt dat verschillende sociale en economische doelen niet minder belangrijk werden gevonden dan de politieke doelen waar de parlementaire strijd zich tot beperkte. Deze doelen, waaronder economische gelijkheid, sociale zekerheid en een altruïstische maatschappij, werden na de invoering van het algemeen kiesrecht niet bereikt. De parlementaire strijd werd in 1919 gewonnen, terwijl de strijd van de sociale beweging nog altijd een lopend project is.Show less
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is vandaag de dag een professioneel onderzoeksinstituut, dat zijn naam heeft gevestigd in de academische wereld. Daarbij is het instituut onderdeel...Show moreHet Nederlands Instituut voor Militaire Historie is vandaag de dag een professioneel onderzoeksinstituut, dat zijn naam heeft gevestigd in de academische wereld. Daarbij is het instituut onderdeel van het Ministerie van Defensie. Welke invloed heeft deze dubbele positie van het NIMH op het wetenschappelijke werk dat het NIMH uitvoert? In deze scriptie wordt de ontwikkeling van deze positie bestudeerd, met als case study de Indonesische dekolonisatieoorlog. De hoofdvraag van de scriptie is: welke rol speelde de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmachtstaf (voorganger van het NIMH) in onderzoek naar de Indonesische dekolonisatieoorlog van 1950 tot 2001?Show less
Het gewoonterecht vormde het normatieve uitgangspunt van de Nederlandse conservatieven in hun oppositie tegen het Thorbeckeaanse liberalisme. Aan de hand van verschillende politieke...Show moreHet gewoonterecht vormde het normatieve uitgangspunt van de Nederlandse conservatieven in hun oppositie tegen het Thorbeckeaanse liberalisme. Aan de hand van verschillende politieke conflictmomenten wordt in deze scriptie getoond hoe dit uitgangspunt zodanig werd uitgewerkt en verfijnd dat het een verregaande ‘democratisering’ van de conservatieve standpunten mogelijk maakte. Essentieel was daarbij dat in de historische rechtsopvatting van de conservatieven het recht onderdeel was van de cultuur en daarom aan moest sluiten bij de opvattingen en behoeften van het volk. De politiek moest in de conservatieve optiek daarom ook rekening houden met de opvattingen van het volk. In de loop van de in deze scriptie beschreven periode (1850-1869) kreeg het volk daarbij een steeds actievere rol toebedeeld, wat in 1869 uitmondde in het amendement-Heemskerk, waarin de conservatieven onder leiding van Jan Heemskerk Azn. voor het eerst een significante uitbreiding van het kiesrecht bepleitten.Show less
Toen Nieuw Links zich eind jaren zestig in de Partij van de Arbeid manifesteerde, moesten katholieke partijbestuurders als Joan Willems en Geert Ruygers dit ontgelden. De katholieke medeoprichters...Show moreToen Nieuw Links zich eind jaren zestig in de Partij van de Arbeid manifesteerde, moesten katholieke partijbestuurders als Joan Willems en Geert Ruygers dit ontgelden. De katholieke medeoprichters van de Partij van de Arbeid verdwenen uit het partijbestuur en daarna langzaam ook uit het collectief geheugen van de sociaaldemocratische partij. Ook in de historiografie van het Nederland katholicisme zijn politici als Willems en Ruygers nooit goed uitgelicht. Dat is een gemis, omdat de vooroorlogse geschiedenis van deze eerste katholieken in de PvdA inzicht geeft in elitevorming in de katholieke gemeenschap tussen de wereldoorlogen. Omdat de katholieke studentenbeweging geen aansprekend kader bood, zochten studenten als Willems en Ruygers buiten kerkelijke autoriteiten om naar manieren om hun idealen te verbreden en verdiepen. De radicaal-katholieke standpunten die deze idealistische studenten hierbij ontwikkelden, brachten hen in botsing met de leiding van de RKSP en het grootste gedeelte van de clerus. Uit deze groep idealistische studenten zouden zowel fascisten, PvdA’ers als KVP’ers voortkomen. Doordat het radicaal-katholieke gedachtegoed van de idealistische studenten later is bestempeld als ‘proto-fascisme’, was het voor de PvdA lange tijd een minder geliefd hoofdstuk in hun ontstaansgeschiedenis. Dit onderzoek herziet de kwalificatie proto-fascisme om het idealisme van de studenten in de bredere context van het lekenapostolaat en de Katholieke Actie te beschouwen.Show less
Dit onderzoek richt zich op het interstedelijke aspect van de Provo-beweging, tussen 1965 en 1967. Het historisch beeld van Provo gaat vooral over Amsterdam. Door heel Nederland ontstonden echter...Show moreDit onderzoek richt zich op het interstedelijke aspect van de Provo-beweging, tussen 1965 en 1967. Het historisch beeld van Provo gaat vooral over Amsterdam. Door heel Nederland ontstonden echter Provo-groepen, van redelijk geslaagd tot minder geslaagd. Dit onderzoek gaat grotendeels over Provo’s buiten Amsterdam die weinig teweegbrachten met hun acties. Hierdoor wordt duidelijk met welke interactie de groep actief werd in en buiten Amsterdam en waarom de groep elders niet bereikte wat ze wilde bereiken. Dit onderzoek maakt aan de hand van Provo in Amsterdam, Groningen, Rotterdam en Maastricht duidelijk door welke elementen de Provo-groepen elders zich lieten inspireren door Provo Amsterdam, maar ook op welke elementen ze kritiek hadden, wat hun acties inhielden, hoe ze op hun eigen beweging reflecteerden en hoe hun zelfbeeld zich verhield tot de daadwerkelijke ontwikkeling van de groep. Provo in Groningen en Rotterdam mislukte, in tegenstelling tot Provo in Maastricht. Groningse en Rotterdamse Provo’s hadden geen zicht op wat in Amsterdam precies gebeurde, omdat die groepen niet over de goede informatiebronnen beschikten. Het ontbrak in Groningen en Rotterdam om verschillende redenen aan kennis en ervaring. Dit had te maken met de Provo’s in Amsterdam en de lokale Provo’s. Vanuit Maastricht deed een Provo-groep precieze kennis en ervaring op in Amsterdam, waardoor er meer deskundigheid was bij die groep in Maastricht. De andere Provo-groep in Maastricht, de groep van Ontbijt op Bed, profileerde zich ondanks de kennis vanuit Amsterdam juist als een volledig losstaande groep. Ze werden geassocieerd met Provo, maar waren meer een meer zelfstandige groep dan de Provo’s in Groningen en Rotterdam.Show less
L'Appel au soldat is een roman die Maurice Barrès schreef vanuit zijn nationalistische doctrine La Terre et les Morts en heeft de Boulanger Affaire als onderwerp. Een literaire analyse van de...Show moreL'Appel au soldat is een roman die Maurice Barrès schreef vanuit zijn nationalistische doctrine La Terre et les Morts en heeft de Boulanger Affaire als onderwerp. Een literaire analyse van de personages, vertelwijze en verhaallijn toont aan dat het een roman à these is, omdat het verhaal de lezer probeert te overtuigen van de ideeënleer. Door zijn nationalistische blik van 1900 kijkt Barrès anders naar de betekenis van het boulangisme en Boulanger. Het boulangisme van Boulanger was niet simpelweg een onderdeel van de Franse politieke geschiedenis, maar een etappe op de weg naar La France éternelle. Het heeft de weg vrijgemaakt voor eerst het boulangisme barrésien en later zijn nationalistische doctrine. Het boulangisme van Boulanger dat Barrès neerzet in de roman heeft als belangrijkste resultaat het opwekken van de fièvre onder de bevolking. Deze fièvre ontwikkelde zich verder tot een énergie national, wat nodig was voor la France éternelle. Doordat Barrès het boulangisme achteraf bekijkt met zijn nationalisme in het achterhoofd ziet hij deze gebeurtenissen aan voor wat ze toentertijd niet waren.Show less
In deze scriptie wordt de geschiedvisie onderzocht van protestantse opwekkingsbewegingen in Nederland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk tussen ongeveer 1815 en 1865. Er worden drie algemene...Show moreIn deze scriptie wordt de geschiedvisie onderzocht van protestantse opwekkingsbewegingen in Nederland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk tussen ongeveer 1815 en 1865. Er worden drie algemene geschiedenissen bestudeerd die gericht waren op het lager onderwijs in respectievelijk Nederland, Engeland en (Franstalig) Zwitserland. Voor Nederland gaat het om de Schets der algemeene geschiedenis van de Amsterdamse evangelist en predikant Jan de Liefde. De Engelstalige bron betreft Universal History on Scriptural principles van Mary Bowley. De Franstalige bron is Esquisse d'une histoire universelle van de Zwitserse schooldirecteur Adam Vulliet. Middels deze internationale vergelijking wordt gezocht naar een antwoord op de vraag in hoeverre er in de eerste helft van de negentiende eeuw sprake was van een internationale opwekkingshistoriografie?Show less
In de negentiende en begin twintigste eeuw probeerden burgerlijke anti-drankverenigingen het (sterke)drankmisbruik onder (toekomstige) militairen te voorkomen. Zij steden tegen het drankmisbruik...Show moreIn de negentiende en begin twintigste eeuw probeerden burgerlijke anti-drankverenigingen het (sterke)drankmisbruik onder (toekomstige) militairen te voorkomen. Zij steden tegen het drankmisbruik tijdens de nationale militielotingen en in de militaire kantines. Deze scriptie licht de motieven en de werkwijzen van de anti-drankverenigingen uit, om deze lotings- en kantinekwestie aan te pakken, en het (gebrek aan) succes.Show less
Het anarchisme in Nederland kent een lange traditie van het provoceren van de staat die teruggaat tot in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Tijdens het interbellum werd zowel op straat als...Show moreHet anarchisme in Nederland kent een lange traditie van het provoceren van de staat die teruggaat tot in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Tijdens het interbellum werd zowel op straat als in tijdschriften zoals Alarm en De Moker geageerd tegen kapitalisme, militarisme, parlement en koningshuis. In dit onderzoek is een antwoord gezocht op de vraag hoe door Nederlandse anarchisten in het interbellum humor werd gebruikt bij het provoceren van de staat.Show less
In deze scriptie wordt het uiteenvallen van de Sociaal-Democratische Bond (SDB) geanalyseerd door gebruik te maken van een transnationaal perspectief. Onderzocht wordt hoe contacten met en...Show moreIn deze scriptie wordt het uiteenvallen van de Sociaal-Democratische Bond (SDB) geanalyseerd door gebruik te maken van een transnationaal perspectief. Onderzocht wordt hoe contacten met en beeldvorming over socialisme in Frankrijk en Duitsland van invloed zijn geweest op de ontwikkeling die de SDB tussen 1883 en 1894 doormaakte. De studie gaat ook in op de nationalisering van arbeidersbewegingen en sluit daarmee aan bij eerdere literatuur over dit onderwerp.Show less
De hoofdvraag van deze scriptie is hoe de Nederlandse publieke opinie in de pers reageerde op het verdwijnen van de paardentram begin twintigste eeuw. Het eerste hoofdstuk is historiografisch van...Show moreDe hoofdvraag van deze scriptie is hoe de Nederlandse publieke opinie in de pers reageerde op het verdwijnen van de paardentram begin twintigste eeuw. Het eerste hoofdstuk is historiografisch van aard, waarin de ontwikkeling van het openbaar vervoer, de groei van steden en de bijbehorende mentale veranderingen aan bod komen. Het tweede en derde hoofdstuk zijn gebaseerd op krantenartikelen en laten zien welke rol de tramdiscussies innamen. Hoofdstuk twee beschrijft de aanloop naar de beslissing tot een nieuw tramstelsel, hoofdstuk 3 behandelt de artikelen uit de periode waarin er definitief afscheid werd genomen van de paardentram. Het blijkt dat de overstap naar een nieuw tramstelsel in eerste instantie veel discussie met zich meebracht, maar dat uiteindelijk de noodzaak werd ingezien en de opvolger met enthousiasme werd ontvangen. Wel werden er voor de allerlaatste paardentrams in Nederland afscheidsceremonies georganiseerd, waarbij de tram uitgeleide werd gedaan naar de laatste rustplaats. De paardentram was symbool komen te staan voor een voorbij tijd, waar niet meer naar kon worden teruggekeerd.Show less
Deze scriptie gaat over de Nederlandse reactie ten aanzien van de nationalistische beweging in Oost-Sumatra tussen 1918 en 1942. In deze bijzondere regio wordt gekeken naar het perspectief over het...Show moreDeze scriptie gaat over de Nederlandse reactie ten aanzien van de nationalistische beweging in Oost-Sumatra tussen 1918 en 1942. In deze bijzondere regio wordt gekeken naar het perspectief over het nationalisme en het beleid en succes van de aanpak tegen de deze beweging. Deze regionale studie beargumenteert dat het beleid van de Oost-Sumatraanse bestuurders erg succesvol was en dat het nationalisme, door de harde aanpak en de geografische omstandigheden, in deze regio weinig kans heeft gekregen om zich goed te ontwikkelen.Show less
De leiders van verschillende nationaalsocialistische partijen in Noordwest-Europa collaboreerden, tijdens de Tweede Wereldoorlog, met de Duitse bezetter in de hoop om hun eigen doelen te...Show moreDe leiders van verschillende nationaalsocialistische partijen in Noordwest-Europa collaboreerden, tijdens de Tweede Wereldoorlog, met de Duitse bezetter in de hoop om hun eigen doelen te verwezenlijken. Meestal kwamen deze doelen niet overeen met de doelstellingen van het Duitse bezettingsbestuur. Deze scriptie gaat in op dit probleem en onderzoekt in hoeverre de wijze waarop de NSB een machtspositie probeerde te verwezenlijken afweek van die van andere nationaalsocialistische partijen in landen als Denemarken, Noorwegen en België.Show less