Politisering en organisaties op afstand zijn binnen de studie bestuurskunde vaak los van elkaar onderzocht. In Nederland staan zelfstandige bestuursorganen (ZBO) op afstand geplaatst van een...Show morePolitisering en organisaties op afstand zijn binnen de studie bestuurskunde vaak los van elkaar onderzocht. In Nederland staan zelfstandige bestuursorganen (ZBO) op afstand geplaatst van een ministerie. Verschillende auteurs claimen dat er een toenemende mate van politisering is binnen ministeriële bureaucratieën (Christensen, 2012; Peters en Pierre, 2004: 1; Eichbaum en Shaw, 2013; Van der Meer et al., 2007: 41). Binnen dit onderzoek worden beide onderwerpen, politisering en zelfstandige bestuursorganen, aan elkaar gekoppeld en onderzocht. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvraag: ‘In welke mate is er sprake van politisering bij de benoeming van bestuurders bij zelfstandige bestuursorganen van verantwoordelijke ministeries?’. Het onderzoek van Hustedt en Salomonsen (2014), waar verschillende vormen formele en functionele politisering worden aangeduid, is gebruikt als basis voor dit onderzoek. Binnen het kwantitatieve onderzoek zijn in totaal 63 zelfstandige bestuursorganen onderzocht en 302 bestuursleden die actief zijn binnen deze zelfstandige bestuursorganen. Ook de aanwezige vormen, en in welke mate politisering aanwezig is binnen zelfstandige bestuursorganen is onderzocht. De onderzoeksresultaten laten zien dat binnen de verantwoordelijke ministeries van zelfstandige bestuursorganen een verschil zit in de mate van politisering. Van formele politisering is binnen een zelfstandig bestuursorgaan en dus ook de verantwoordelijke ministeries geen sprake. Functionele politisering speelt in meerdere mate een rol bij ZBO’s die zich binnen grote maatschappelijke en dus politieke vraagstukken bevinden en in mindere tot geen mate bij specialistische ZBO’s die onder specialistische ministeries vallen. Functionele politisering is op te delen in twee componenten; de eerste component van functionele politisering is ‘Politieke ervaring’. Hierbij zijn per ministerie verschillen te ontdekken, maar deze variabele speelt geen significante rol binnen de onderzochte zelfstandige bestuursorganen. De publieke werkervaring van de bestuursleden speel wel een significante rol bij de benoemde bestuursleden.Show less
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de wet en regelgeving waarmee medewerkers in de uitvoering moeten werken vaak erg veel en te complex is. Daarnaast gaat het bij de procedurele uitvoering...Show moreUit het onderzoek is naar voren gekomen dat de wet en regelgeving waarmee medewerkers in de uitvoering moeten werken vaak erg veel en te complex is. Daarnaast gaat het bij de procedurele uitvoering van het UWV vaak om een opstapeling van wet en regelgeving (ABDTOPConsult, 2020). Medewerkers van het UWV geven aan dat er hierdoor een veelvoud van informatie beschikbaar is. Deze veelvoud aan informatie heeft als gevolg dat procedures en de actualiteit van sommige processen niet altijd even duidelijk zijn. De uitvoerbaarheid van verschillende taken komt hierbij in het geding. Daarnaast geven de meeste respondenten aan dat er tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden er vaak geen ruimte is om maatwerk te leveren. Alle respondenten hebben verder ook aangegeven dat zij regelmatig tegen verschillende beleidsregels oplopen. Medewerkers van het UWV beschikken niet altijd over de ruimte om WW gerechtigden optimaal te helpen. Hierdoor hebben zij vaak het gevoel dat zij WW gerechtigden soms teleur moeten stellen. Daarnaast wordt er van UWV medewerkers verwacht dat zij bepaalde regels en wetten uitvoeren die vooraf niet zijn getoetst op praktische uitvoerbaarheid. Hierdoor is het voor veel medewerkers van het UWV lastig om alle regels en wetten te doorgronden en tevens toe te passen (TCU, 2021). Door te sparren met collega’s en voorlichtingen die binnen het UWV worden gegeven zijn medewerkers wel in staat om hun werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Verder zijn er binnen de organisatie ook vaak onduidelijkheden over de bedoeling van wetgeving. Deze onduidelijkheid van de bedoeling heeft als gevolg dat medewerkers in de uitvoering vaak worden aangestuurd op kwantiteit en niet op kwaliteit. Daarnaast wordt de nadruk meestal gelegd op de outcome in plaats van de output (TCU, 2021). Doordat het UWV de afgelopen jaren te kampen heeft gehad met grote bezuinigingen is de financiering van de dienstverlening op dit moment nog niet op het gewenste niveau. Mede door de vele bezuinigingen is een groot deel van de dienstverlening gedigitaliseerd (ABDTOPConsult, 2020). Deze bezuinigingen zorgen er tevens voor dat niet aan alle klanten maatwerk kan worden geboden omdat er onvoldoende middelen zijn om bepaalde groepen te ondersteunen. Hierbij gaat het vooral om klanten die niet digitaal vaardig zijn en hierdoor geen gebruik kunnen maken van workshops en webinars. Deze groep ook wel bekent als EKNM krijgt meestal tips om effectiever te solliciteren en worden vaak doorverwezen naar andere instanties. Bijna alle respondenten hebben aangeven dat er meer financiële middelen moet komen om de dienstverlening betreffende deze groep te verbeteren. Daarnaast is er voor WW gerechtigden die de Nederlandse taal niet machtig zijn ook geen goede dienstverlening beschikbaar. Dit komt vooral omdat het UWV vaak moet samenwerken met externe tolkdiensten die niet altijd even kwalitatief van het gewenste niveau zijn. Daarnaast worden alle trainingen en workshops in het Nederlands gegeven. Klanten die de Nederlandse taal niet machtig zijn krijgen hierdoor minimale ondersteuning vanuit het UWV. Voor wat betreft de personele middelen geven de meeste respondenten aan dat er de afgelopen twee jaar veel nieuwe medewerkers zijn aangenomen bij het UWV. Hierdoor kunnen de taken van het UWV door voldoende medewerken worden uitgevoerd. De huidige systemen hebben echter nog geen vernieuwing meegemaakt en zijn op dit moment vrij veroudert. Daarnaast kunnen deze systemen vaak onvoldoende ondersteuning bieden aan medewerkers en de uitvoering (UWV Informatieplan, 2021). Door de complexiteit van wet en regelgeving komt het regelmatig voor dat er fouten worden gemaakt in de uitvoering (UWV.nl; Meldpunt UWV, 2021). Veel systemen zijn onnavolgbaar voor zowel medewerkers als burgers. Daarnaast is het voor veel medewerkers lastig om wet en regelgeving uit te leggen aan burgers. Het UWV investeert hierdoor veel in haar medewerkers om er voor te zorgen dat de kwaliteit van de uitvoering wordt verbeterd. Medewerkers worden bij het UWV aangestuurd om te investeren in hun vakmanschap. Het UWV is momenteel hard op weg om de investeringen in het vakmanschap en de dienstverlening te verbeteren (TCU, 2021). Bijna alle respondenten hebben aangegeven dat veel wet en regelgeving moeilijk te begrijpen is. Echter kunnen medewerkers vaak tot een oplossing komen door te sparren over bepaalde casuïstiek met collega’s. Verder kunnen medewerkers ook verschillende collega’s benaderen die beschikken over een bepaald specialisme. Daarnaast worden medewerkers geïnformeerd over nieuwe procedures via (vak technische) bijeenkomsten. Daarnaast krijgen alle nieuwe medewerkers eerst een interne opleiding van het UWV voordat zij starten in de uitvoering. Tevens beschikken de medewerkers van het UWV over de mogelijkheid om (op eigen initiatief) opleidingen en cursussen te volgen. Overigens hebben medewerkers in de uitvoering wel de indruk dat zij werken met collega’s die over voldoende kwaliteiten beschikken om de werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Verder is naar voren gekomen dat veel managers op midden en hoog niveau momenteel niet heel veel zicht hebben op de inhoudt van de werkzaamheden die hun medewerkers uitvoeren. De respondenten gaven aan dat zij wel het gevoel hebben dat veel managers wel hun best doen om zich meer te verdiepen in de werkzaamheden van de medewerkers in de uitvoering. Daarnaast worden medewerkers wel serieus genomen als zij feedback hebben op het beleid of de uitvoering. Echter moet feedback dat vanaf de werkvloer af komt vaak verschillende management lagen doorkruizen. Hierdoor komt de feedback niet altijd aan bij de personen die hierover besluiten kunnen nemen en knelpunten in de uitvoering vroegtijdig blijven steken (TCU, 2021)Show less