In elke vorm van communicatie is het noodzakelijk om een selectie te maken uit alle mogelijke informatie die je kunt meenemen in je boodschap. Fotografen doen dit onder andere door keuzes te maken...Show moreIn elke vorm van communicatie is het noodzakelijk om een selectie te maken uit alle mogelijke informatie die je kunt meenemen in je boodschap. Fotografen doen dit onder andere door keuzes te maken over de uitsnede en compositie van een foto, bij tekstschrijvers gaat het bijvoorbeeld om woordkeuze en welke argumenten je weglaat. Dit fenomeen wordt framing genoemd: door het gebruik van specifieke woorden en beelden in je boodschap zet je een verhaal neer dat een bepaald stuk van de werkelijkheid belicht en een ander stuk juist vervaagt. De afgelopen jaren is het onderzoeksveld van framing sterk gegroeid, maar de nadruk ligt hierbij nog altijd op het framen met tekst; beeldframing wordt tot dusver grotendeels buiten beschouwing gelaten. Wanneer zowel beeld als tekst wordt ingezet, is het logisch om beide vormen van communicatie mee te nemen in een analyse, gezien ze beide bijdragen aan de overtuigende effecten van framing. Een methode om beide modi te onderzoeken is de integratieve methode van Dan (2018b). Hierbij worden beeld en tekst van elkaar gescheiden en los van elkaar onderzocht. In dit onderzoek is Dans methode gebruikt om te onderzoeken in hoeverre de visuele en tekstuele frames overeenkomen in Nederlandse krantenartikelen over klimaatactivisme in de periode 2019-2023. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn 160 artikelen uit vier verschillende Nederlandse dagbladen geanalyseerd, met 339 bijbehorende foto’s. Voor de beeldanalyse is gebruikgemaakt van de theorie van Dimitrova en Rodriguez (2011), die vier niveaus onderscheiden aan de hand waarvan beelden kunnen worden geanalyseerd: 1) denotatieve systemen; 2) stilistische-semiotische systemen; 3) connotatieve systemen en 4) ideologische representaties. Het tekstcorpus is onderzocht met een inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse (Van Gorp, 2007). Uit deze analyses zijn 17 frames gedestilleerd. Uit de resultaten is gebleken dat de tekstuele en visuele frames over klimaatactivisme in grote mate overeenkomen. In ruim de helft (53,1 procent) van de artikelen van het onderzoekscorpus was er sprake van een perfecte overeenkomst: de tekstuele en visuele frames sluiten volledig op elkaar aan binnen deze artikelen. In bijna een derde (29,4 procent) van de artikelen is geen overeenkomst gevonden tussen de tekstuele en visuele frames. In deze gevallen suggereert de lage congruentieratio dat de foto’s een ander verhaal vertellen dan de tekst waar de foto’s bij geplaatst zijn. In ongeveer twee derde van de artikelen (67,5 procent) is sprake van een redelijke of hogere overeenkomst. Bij een minderheid van de artikelen (33,5 procent) is er slechts matige of geen overeenkomst. De gemiddelde congruentieratio van de 160 artikelen was 0,63. Nadere inhoudelijke bestudering van artikelen met perfecte, niet-perfecte en geen congruentie liet echter zien dat de daadwerkelijke overeenkomst tussen tekst- en beeldframes in het corpus genuanceerder is dan deze waarden laten zien. Zo is gebleken dat perfecte overeenkomst volgens de verbale-visuele congruentieratio niet noodzakelijkerwijs hoeft te betekenen dat de boodschap van de tekst en de boodschap van de foto’s van een artikel exact overeenkomen. Zeker wanneer er meerdere tekstframes aangehaald worden in een artikel waar maar één foto bij is gepubliceerd, is het niet vanzelfsprekend dat tekst en beeld precies hetzelfde verhaal vertellen. In werkelijkheid wordt een deel van de tekst niet meegenomen in de beeldframing, daarom ligt de daadwerkelijke overeenkomst lager dan de perfecte congruentie doet vermoeden. Ook een congruentieratio van 0 hoeft niet te betekenen dat tekst en beeld een totaal ander verhaal vertellen. Zo is geconstateerd dat er gevallen zijn waarbij zowel de tekstframes als de beeldframes de activisten in een positief daglicht stellen, alleen om verschillende redenen. In zulke gevallen komt de algemene indruk van klimaatactivisten dus wel degelijk overeen in tekst en beeld, maar is dat niet terug te zien in de verbale-visuele congruentie. Dit is een wezenlijk verschil met artikelen waarbij de verbale frames volledig tegengesteld zijn aan de visuele frames, want ook die gevallen kwamen in de analyse naar voren.Show less
In mijn scriptie heb ik onderzoek gedaan naar hoe de stasis theorie en de image repair theory van elkaar verschillen bij het ontkennen van speaker commitment. Daarvoor heb ik eerst deze twee...Show moreIn mijn scriptie heb ik onderzoek gedaan naar hoe de stasis theorie en de image repair theory van elkaar verschillen bij het ontkennen van speaker commitment. Daarvoor heb ik eerst deze twee theorieën tegen elkaar uitgezet en gekeken hoe ze elkaar aanvullen en waar ze overeenkomen. Om te toetsen welke strategieën zoal gebruikt worden voor het ontkennen van speaker commitment, en of deze strategieën op dezelfde manier te vergelijken zijn als op theoretische grond voorspeld is, heb ik gekeken naar een casus. Op basis hiervan heb ik geprobeerd een categorisering te maken die goed aansluit op het ontkennen van speaker commitment.Show less
Taal is een krachtig middel waarmee niet alleen onze eigen visie op de werkelijkheid beïnvloed kan worden, maar waarmee we ook de visie van anderen kunnen beïnvloeden. Dit wordt ook wel framing...Show moreTaal is een krachtig middel waarmee niet alleen onze eigen visie op de werkelijkheid beïnvloed kan worden, maar waarmee we ook de visie van anderen kunnen beïnvloeden. Dit wordt ook wel framing genoemd: door het gebruik van specifieke woorden en beelden in je boodschap zet je een verhaal neer dat een bepaald stuk van de werkelijkheid belicht en een ander stuk juist vervaagt. Een goede methode voor het destilleren en analyseren van frames is een deductieve kwalitatieve inhoudsanalyse. Het nadeel aan deze methode is dat er voldoende geschreven materiaal moet bestaan om een onderzoekscorpus te kunnen samenstellen. Wanneer er onvoldoende geschreven materiaal voorhanden is, zal er op alternatieve wijze data moeten worden verzameld. In deze scriptie is onderzocht in hoeverre het interviewen van personen een bruikbare methode is om frames te destilleren en deze vervolgens te analyseren aan de hand van een inductieve (kwalitatieve) inhoudelijke framinganalyse. De casus die in dit onderzoek centraal staat is het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor. Door middel van 10 semigestructureerde interviews is een gesproken onderzoekscorpus samengesteld. Om na te gaan in hoeverre deze methode bruikbaar is, is daarnaast ook een onderzoekscorpus met geschreven materiaal (nieuwsartikelen, social media-uitingen, stakeholdercommunicatie) samengesteld. Om te onderzoeken welke frames er uit de corpora gedestilleerd kunnen worden en welke reasoning en framing devices te herkennen zijn, zijn beide corpora door middel van een inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd. De resultaten laten zien dat het destilleren van frames via interviews een bruikbare methode is voor een framinganalyse. De gedestilleerde frames uit het gesproken corpus bevatten in veel gevallen dezelfde of vergelijkbare reasoning en framing devices, waardoor er veel overeenkomstige frames in de verschillende corpora gedestilleerd zijn. Op basis daarvan kan geconcludeerd worden dat het verzamelen van data voor het onderzoekscorpus via interviews een bruikbare alternatieve methode is om frames te destilleren en te analyseren aan de hand van een inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse.Show less
Hoewel dilemmatische argumentatie dikwijls is beschreven in de klassieke retorica en de formele logica, hebben moderne argumentatietheoretici zich nog nauwelijks over dit type argument gebogen....Show moreHoewel dilemmatische argumentatie dikwijls is beschreven in de klassieke retorica en de formele logica, hebben moderne argumentatietheoretici zich nog nauwelijks over dit type argument gebogen. Eerder (retorisch of logisch) onderzoek heeft zich beperkt tot de definitie of formeel logische vorm van dit type argument los van zijn context. Argumentatietheoretisch onderzoek kan juist een nieuw perspectief op dilemmatische argumentatie bieden waarmee ook de redelijkheid en de functie van dilemmatische argumenten in hun context kunnen worden onderzocht. Deze scriptie analyseert dilemmatische argumentatie vanuit een pragma-dialectisch kader. Op basis van inzichten uit de pragma-dialectische argumentatietheorie worden drie verschillende typen dilemmatische argumenten onderscheiden. Voor elk type wordt in deze scriptie een argumentatiepatroon met bijbehorend beoordelingsinstrumentarium opgesteld om de redelijkheid van dit type argument te kunnen toetsen. Vervolgens wordt aan de hand van drie casus de strategische functie van dilemmatische argumentatie onderzocht. De analyses van deze casus laten zien dat dilemmatische argumentatie de mogelijkheid biedt om niet alleen het eigen argument naar voren te brengen maar ook tegelijkertijd te anticiperen op een mogelijke kritische reactie van de tegenpartij.Show less
This study examines the language use of practice nurses mental health in the Netherlands. More specifically, the language use of 11 practice nurses was investigated on manifestations of so-called ...Show moreThis study examines the language use of practice nurses mental health in the Netherlands. More specifically, the language use of 11 practice nurses was investigated on manifestations of so-called ‘mental health care-language’, which is specialistic and contains terms related to mental disorders, and the preferred ‘general practitionerlanguage’, which is a more generalistic and neutral ‘type’ of language use. A total of 28 transcribed consultations were analyzed, applying a combined quantitative and qualitative research design. Firstly, the consultations were coded with the VR-CoDES-P (Del Piccolo et al., 2011). Findings showed the practice nurses responded mainly with non-explicit, space providing reactions, of which most with back-channels. In the second part of the study, the practice nurse’s language use was stylistically analyzed, using the ‘Checklist van Nederlandse Stijlmiddelen’ (Stukker & Verhagen, 2019) and the concept of alternative choices in formulation (Van Leeuwen, 2015). Results indicated, that in over one third of the consultations, the practice nurses spoke in ‘mental health care-language’. Instances in which the nurses spoke in this language ‘type’, were for mainly the result of the nurses merely mirroring the patient’s way of talking or reading out loud a medicine leaflet. Identifying manifestations of ‘general practitioner-language’ appeared to be less straightforward; it was found that the practice nurses used a wide variety of (neutral) formulations with which they rephrased the psychological complaints their patients voiced.Show less
In deze scriptie gaat het over grammatica in een populistische communicatiestijl. In eerdere onderzoeken naar populistische communicatie zijn verschillende grammaticale elementen aangewezen waarbij...Show moreIn deze scriptie gaat het over grammatica in een populistische communicatiestijl. In eerdere onderzoeken naar populistische communicatie zijn verschillende grammaticale elementen aangewezen waarbij een verschil in gebruik zichtbaar was tussen populistische en nietpopulistische politici. Deze onderzoeken concentreerden zich vooral op de rechterflank van het politieke spectrum. Het doel van het onderzoek in deze scriptie is om te verkennen of deze grammaticale kenmerken ook gelden voor links-populistische politici. Specifiek is onderzoek gedaan naar de syntactische positie van het volk en de aanwezigheid van complementatie. Deze kenmerken zijn geanalyseerd in bijdragen aan de Algemene Politieke Beschouwingen van 2018 en 2019. Het onderzoek is uitgevoerd op speeches van de rechts-populistische Baudet en de als links-populistisch geoormerkte Marijnissen. Daarnaast werden deze politici vergeleken met de niet-populistische Asscher, die in dit onderzoek functioneert als neutrale ‘controle-groep’. Uit de analyse van de syntactische posities komt een patroon naar voren dat bij de drie politici hetzelfde van aard is. Elke politicus verwijst het meest naar het volk in de centrale subjectspositie. De analyse van complementatie laat echter wel een duidelijk contrast zien tussen de niet-populistische Asscher aan de ene kant en de populistische Baudet en Marijnissen aan de andere kant. De resultaten van beide onderzoeken vormen een indicatie voor een positief antwoord op de centrale vraag van het onderzoek, namelijk dat de rechtspopulistische Baudet en de links-populistische Marijnissen overeenkomen in het gebruik van de geselecteerde grammaticale elementen.Show less
In dit scriptieonderzoek is een analyse-instrument opgesteld voor het taalkundige fenomeen equivocatie. Het doel van dit onderzoek was tweeledig: er is (1) een analyse-instrument voor equivocatie...Show moreIn dit scriptieonderzoek is een analyse-instrument opgesteld voor het taalkundige fenomeen equivocatie. Het doel van dit onderzoek was tweeledig: er is (1) een analyse-instrument voor equivocatie ontwikkeld, dat (2) is toegepast op het discours van de jonge Nederlandse politicus Thierry Baudet. De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal stond, was: Hoe is een deductief analyse-instrument voor equivocatie op te stellen en wat kan er aan de hand van dit instrument worden vastgesteld over het discours van politicus Thierry Baudet? Dit onderzoek is een abductief onderzoek: met bevindingen uit het empirische materiaal is de theorie over equivocatie aangevuld en is het analyse-instrument verder aangescherpt (Alvesson & Sköldberg, 2000; Peirce, 1923). Equivocatie is de taalhandeling van het ontwijkend communiceren. De taalhandeling komt voor in communicatieve conflictsituaties, ook wel avoidance-avoidance conflict situations genoemd. Die conflictsituaties doen zich voor wanneer alle reacties op een vraag of stelling een negatieve uitkomst hebben voor de spreker of voor zijn omgeving (bijvoorbeeld wanneer de spreker moet kiezen tussen liegen of iemand kwetsen met de waarheid). In zulke situaties biedt equivocatie uitkomst (Bavelas, Black, Bryson, & Mullett, 1988; Bavelas, Black, Chovil, & Mullett, 1990a). Om vast te stellen of er sprake is van equivocatie, formuleren Bavelas et al. (1988) vier criteria: (1) de boodschap moet de eigen mening van de zender, (2) de inhoud van de boodschap moet helder zijn, (3) er moet duidelijk zijn wie de ontvanger van de boodschap is en (4) de boodschap moet aansluiten op de context. In politieke situaties komt equivocatie vaker voor dan in alledaagse situaties. Dat komt doordat politici vaak in de media verschijnen, rekening moeten houden met hun potentiële electoraat (zij moeten hun boodschappen zo voorzichtig mogelijk verwoorden om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken (Bavelas et al., 1988)) en niet alleen namens zichzelf spreken, maar ook namens hun partij. Politici doen hun best hun gezicht te beschermen en om een gewenst beeld van zichzelf te construeren in de media – het principe van face-work (Goffman, 1967b) hangt samen met deze mediatisering (Cushion & Thomas, 2013; De Leeuw & Van Wichelen, 2005; Wodak & Krzyżanowski, 2017). Politici doen vaker dan gewone burgers hun best om commitment aan hun uitspraken te verzwakken, zonder daarbij onoprecht of vaag te lijken. Equivocatie is een strategie die voor dat doeleinde uitkomst biedt. Equivocatie maakt namelijk calculated ambivalence mogelijk – het verpakken van een dubbele boodschap in een taaluiting (Hatakka, Niemi, & Välimäki, 2017; Wodak & Engel, 2013). De praktische toepassing van calculated ambivalence noemen Bull & Simon-Vandenbergen (2014) doublespeak. Het analyseren van (mogelijk) equivocatief discours biedt de mogelijkheid te bekijken wat de onderliggende betekenis van de geuite woorden zou kunnen zijn (Bull & Simon-Vandenbergen, 2014). In het analyse-instrument dat in dit onderzoek is opgesteld, zijn verschillende technieken gebundeld die Bull & Simon-Vandenbergen (2014) en Hatakka, Niemi & 4 Välimäki (2017) hebben afgeleid uit deductieve discoursanalyses. Het instrument bestaat uit vier categorieën met bijbehorende strategieën: 1. Onderwerp ontwijken – 1.1. Ontkenning, 1.2. Antwoorden vermijden, 1.3. Ophef bagatelliseren 2. Aandacht afleiden – 2.1. Vergelijkingen maken, 2.2. Disconnectie benadrukken 3. Rechtvaardigen – 3.1. Verzachtende omstandigheden aandragen, 3.2. Afstand nemen in woord, 3.3. Afstand nemen in daad, 3.4. Excuses zonder volledige verantwoordelijkheid 4. Ethos en Pathos – 4.1. Ad hominem, 4.2. Slachtofferschap claimen, 4.3. Provocatief taalgebruik Dit instrument is toegepast op het discours van politicus Thierry Baudet. Eerst is, aan de hand van de eisen voor duidelijke communicatie van Bavelas et al. (1988), vastgesteld welke beweringen van Baudet als equivocatief kunnen worden aangemerkt. In het onderzoekscorpus, dat bestaat uit zeven verschillende fragmenten waarin Baudet zich in een conflictsituatie bevindt, is hij 268 keer aan het woord. Hij maakt in 165 van die gevallen gebruik van equivocatie. Het analyse-instrument voor equivocatie blijkt redelijk geschikt om het discours van Baudet te analyseren. Zo blijkt uit de analyse dat hij vaak zijn uitingen legitimeert door verzachtende omstandigheden aan te dragen, de aandacht afleidt van het onderwerp of de aanval opent op het ethos van zijn tegenstander. Tijdens de analyse is het instrument, met de bevindingen uit de empirie, verder aangescherpt. De strategieën kunnen worden verdeeld in twee hoofdcategorieën, die beide een belangrijk doel van de spreker weergeven: (1) Rechtvaardigen, waaronder de strategieën Ontkenning, Verzachtende omstandigheden aandragen (met alle bijbehorende substrategieën), Afstand nemen in woord en Excuses zonder volledige verantwoordelijkheid vallen en (2) Aandacht afleiden, waaronder de strategieën Ophef bagatelliseren, Antwoorden vermijden (met alle bijbehorende substrategieën), Vergelijkingen maken, Disconnectie benadrukken en Ethos en Pathos (met alle bijbehorende substrategieën) vallen. Verder blijkt dat twee strategieën meer gespecificeerd konden worden. De strategie Antwoorden vermijden is uitgebreid met substrategieën Legitimeren met bewijzen, Meer uitleg geven, Verkeerd begrepen en Context benadrukken. De strategie Verzachtende omstandigheden aandragen is gespecificeerd met substrategieën Claim van duidelijkheid, Claim van onwetendheid en Ander onderwerp aansnijden. Dit onderzoek draagt bij aan een stevigere conceptuele en methodische basis voor het onderzoek naar equivocatie. Om dat onderzoek nog verder aan te vullen, zijn meer analyses nodig. Niet alleen van het discours van (extreem)rechtse politici, maar ook van meer gematigde en (extreem)linkse politici. Een andere belangrijke bijdrage aan het onderzoeksgebied kan worden gevormd door de analyse van het discours van de opponenten van de politici die equivocatief taalgebruik hanteren – hoe gaan zij daarmee om en hoe kunnen zij equivocatie herkennen en adresseren? Ten laatste zou het goed zijn het onderzoeksgebied aan te vullen vanuit andere disciplines, zoals de sociologie, antropologie of de psychologie. Zo kan een completer beeld van het fenomeen equivocatie ontstaan.Show less
In deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar het als exclusionair gepercipieerde taalgebruik van Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2015, waarbij taalgebruik is...Show moreIn deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar het als exclusionair gepercipieerde taalgebruik van Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2015, waarbij taalgebruik is opgevat als argumentatie en de stilistische presentatie daarvan. Uit het onderzoek blijkt dat de door Wilders gebruikte argumentatieve topen en de stilistische vormgeving daarvan een mogelijke bijdrage leveren aan de indruk dat hij asielzoekers en vluchtelingen buitensluit.Show less
In deze masterscriptie zijn vijf campagnespeeches van GroenLinkspoliticus Jesse Klaver geanalyseerd aan de hand van de inzichten uit en methodische uitgangspunten van de retorische kritiek en de ...Show moreIn deze masterscriptie zijn vijf campagnespeeches van GroenLinkspoliticus Jesse Klaver geanalyseerd aan de hand van de inzichten uit en methodische uitgangspunten van de retorische kritiek en de (taalkundige) stilistiek. Drie macro-oordelen zijn vastgesteld aan de hand van een inhoudsanalyse van berichten in de politieke pers en op sociale media: Klaver gebruikt veel emotie en applaus, hij profileert zich als linkse tegenstander van Rutte en Wilders en hij gebruikt de taal van verschillende doelgroepen. Pathetische stijlfiguren die Klaver regelmatig inzet zijn de drieslag, de anafoor en de tegenstelling. De GroenLinksleider zet zich af tegen zijn (rechtse) politieke tegenstanders met behulp van metaforen en positioneert zich met inclusief 'wij' dicht bij zijn kiezerspubliek. Klaver spreekt tot slot verschillende doelgroepen aan door een mengeling van intellectuelentaal en gewonemensentaal, allusies en anekdotes te gebruiken.Show less
In deze scriptie doe ik verslag van een diachroon onderzoek naar genderrepresentatie in lesmethodes voor Nederlands als tweede taal (NT2-methodes). Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van inzichten uit...Show moreIn deze scriptie doe ik verslag van een diachroon onderzoek naar genderrepresentatie in lesmethodes voor Nederlands als tweede taal (NT2-methodes). Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van inzichten uit de Critical Discourse Analysis. Ik heb drie moderne NT2-methodes onderzocht en vergeleken met drie lesboeken uit de beginjaren van het NT2-onderwijs (jaren 1970/1980). Ik heb dit gedaan door een inhoudsanalyse te combineren met een grammaticale analyse (transitiviteitsanalyse). Uit de analyse blijkt dat vrouwen in de moderne NT2-methodes vaker voorkomen dan in de oude methodes en dat mannen en vrouwen minder stereotiep worden gerepresenteerd (minder stereotiepe beschrijvingen en minder stereotiepe verdeling van agentiviteit).Show less
Discussianten kunnen hun argumentatie om uiteenlopende redenen naar voor brengen door middel van een multimodale (of visuele) metafoor. Deze scriptie stelt de vraag wat een adequate argumentatieve...Show moreDiscussianten kunnen hun argumentatie om uiteenlopende redenen naar voor brengen door middel van een multimodale (of visuele) metafoor. Deze scriptie stelt de vraag wat een adequate argumentatieve reconstructie van multimodale (of visuele) metaforiek mag heten. Een argumentatieve reconstructie behelst de reconstructie van argumentatie in verbale premissen. De bestaande literatuur biedt verschillende handvatten om de vertaalslag te maken van een uiting met visuele elementen naar een argumentreconstructie. Tegelijkertijd biedt geen van de bestaande benaderingen een theoretische en methodische verantwoording waarbij (1) elementen worden vertaald naar letterlijke premissen en (2) expliciet wordt gemaakt welke delen van een uiting worden genegeerd of vervangen en welke informatie moet worden toegevoegd en (3) de argumentatie wordt vertaald naar het juiste argumentatieschema. Op basis van een combinatie van bestaande inzichten is het mogelijk aan elk van de drie hierboven geformuleerde eisen tegemoet te komen. Aan de hand van een analyse van de poster Time van de Indonesische kunstenaar Ferdi Rizkiyanto laat ik zien dat de visuele metafoor in zijn werk kan worden vertaald naar een argumentatieve reconstructie in pragma-dialectische termen. Tegelijkertijd laat de analyse zien dat de reconstructie van argumentatie inherent een kwestie is van interpretatie.Show less
Dit onderzoek bespreekt de resultaten van een taalkundig-stilistische analyse van het taalgebruik van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) tijdens een onlinebehandeling. Diverse...Show moreDit onderzoek bespreekt de resultaten van een taalkundig-stilistische analyse van het taalgebruik van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) tijdens een onlinebehandeling. Diverse onderzoekers stellen dat er een verband bestaat tussen keuzes in taalgebruik en veranderingen in het psychologisch welzijn van patiënten. Bij onderzoek naar dit verband wordt echter veelal gebruikgemaakt van kwantitatieve computergestuurde analysemethoden waaraan verschillende beperkingen verbonden zijn. Het doel van het huidige onderzoek was om te achterhalen of het aan de hand van de methode van de taalkundige stilistiek, waarbij kwalitatieve en kwantitatieve analyse gecombineerd worden, mogelijk was om een correlatie aan te tonen tussen formuleringskeuzes van patiënten met CVS en het al dan niet herstellen van deze ziekte door middel van een online cognitieve gedragstherapie. De casusstudie richtte zich op een specifiek aspect van het taalgebruik van de patiënten, namelijk op het gebruik van stilistische verschijnselen die eraan bijdragen dat handelingen in mindere mate worden toegeschreven aan de handelende persoon. De keuze voor dit aspect is gemotiveerd door de nadruk die gelegd wordt op het belang van het nemen van verantwoordelijk- heid voor het eigen herstel in de literatuur over cognitieve gedragstherapie en door de ontwikkelaars en therapeuten van de behandeling. Door te kijken naar de mate waarin patiënten gebruikmaakten van stilistische verschijnselen waarmee handelingen in mindere mate worden toegeschreven aan de handelende persoon, wanneer zij handelingen beschreven die zij moesten uitvoeren om te herstellen, werd getoetst of dit een aanwijzing zou kunnen vormen voor de mate waarin de patiënten zichzelf voorstellen als verantwoordelijk voor hun eigen herstel. Zodoende werden de teksten van de patiënten gedurende de verschillende behandelfases geanalyseerd, om te achterhalen of er verschillen te zien waren in het gebruik van deze stilistische verschijnselen door patiënten die na afloop van de behandeling hersteld waren en patiënten die niet hersteld waren. Uit de casusstudie is gebleken dat herstelde patiënten, gedurende de verschillende fases van de behandeling, inderdaad minder gebruikmaakten van het totaal aan onderzochte stilistische verschijnselen dan niet-herstelde patiënten. Ook kon een afname in het gebruik van het totaal aan geanalyseerde verschijnselen tussen meetpunt T0 (de assessmentfase) en T1 (de behandelfase) in verband gebracht worden met een succesvolle uitkomst van de therapie, terwijl een toename in het gebruik van het totaal aan geanalyseerde verschijnselen gedurende alle fases van de behandeling correleerde met een onsuccesvolle uitkomst van de therapie. Op basis van deze resultaten wordt geconcludeerd dat een verschillende uitkomst van de therapie, oftewel een verschillende verandering in psychologisch welzijn, weerspiegeld is in een verschil in formuleringskeuzes tijdens de behandeling. Zodoende demonstreert het huidige onderzoek dat er een correlatie bestaat tussen bepaalde formuleringskeuzes in het taalgebruik van patiënten met CVS en (een verandering in) hun psychologisch welzijn. Dit laat de vruchtbaarheid zien van de methode van de taalkundige stilistiek, waarmee bepaalde beperkingen die verbonden zijn aan kwantitatieve computeranalyses omzeild kunnen worden, voor het analyseren van het taalgebruik van patiënten tijdens een onlinebehandeling. Wel is voorzichtigheid geboden bij het generaliseren van deze resultaten naar andere gevallen dan de huidige casusstudie.Show less
In deze masterscriptie staat een vergelijkend onderzoek naar het strategisch manoeuvreren in Britse en Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures centraal. De basis voor dit onderzoek is gelegd...Show moreIn deze masterscriptie staat een vergelijkend onderzoek naar het strategisch manoeuvreren in Britse en Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures centraal. De basis voor dit onderzoek is gelegd in het onderzoek van Van Poppel (2013). Van Poppel (2013) betoogt waarom schrijvers van gezondheidsbrochures pragmatische argumenten zullen moeten gebruiken en hoe de verschillende typen van pragmatische argumentatie bijdragen aan de overtuigingskracht. Aan de hand van een casestudy heeft Van Poppel de retorische voordelen onderzocht van strategische keuzes in de Britse gezondheidsbrochure over Humaan Papillomavirus (HPV). De conclusies van Van Poppel gelden alleen voor Britse brochures. Daarom worden er in deze masterscriptie Nederlandse onderzocht. In het bijzonder worden zes Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures vergeleken met deze Britse brochure over HPV.Show less
In dit onderzoek zijn de kritische vragen die horen bij de beoordeling van de drogreden van het hellend vlak gespecificeerd voor het politieke verkiezingsdebat.