Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit BA-eindwerkstuk wordt een diachroon corpusonderzoek gepresenteerd van 47 parlementaire toespraken van Geert Wilders uit de periode 2004-2009. Aan de hand hiervan is onderzocht of Wilders'...Show moreIn dit BA-eindwerkstuk wordt een diachroon corpusonderzoek gepresenteerd van 47 parlementaire toespraken van Geert Wilders uit de periode 2004-2009. Aan de hand hiervan is onderzocht of Wilders' gebruik van intensiveerders door de jaren heen is veranderd. Een taalkundig-stilistische analyse laat zien dat dit inderdaad het geval is: Wilders’ gebruik van intensiveerders, waarmee hij zijn uitingen kracht kan bijzetten, blijkt tussen 2004-2009 significant te zijn toegenomen. Ook wordt er gekeken welke soorten intensiveerders voor deze toename verantwoordelijk zijn. Bovendien wordt een vergelijking gemaakt met Van Leeuwen (2015) die onderzoek deed naar Wilders' gebruik van complementatie in hetzelfde corpus.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie wordt de volgende hoofdvraag beantwoordt: Hoe wordt er strategisch gebruik gemaakt van autoriteitsargumentatie in de gezondheidscampagne ‘Roken kan echt niet meer’? Dit wordt...Show moreIn deze scriptie wordt de volgende hoofdvraag beantwoordt: Hoe wordt er strategisch gebruik gemaakt van autoriteitsargumentatie in de gezondheidscampagne ‘Roken kan echt niet meer’? Dit wordt gedaan aan de hand van; een analyse van de campagne zelf, de doelen en doelstelling; een analyse van de gebruikte autoriteiten; een analyse van het argumentatiepatroon; en een analyse van het strategisch manoeuvreren in deze campagne. Het KWF kankerfonds wil met de campagne ‘Roken kan echt niet meer’ door middel van autoriteitsargumentatie de doelgroep van de (niet-)rokende jongere bereiken. Het doel is hierbij om de jongeren te weerhouden van roken en daarbij de jongeren die roken te laten stoppen met roken. Het KWF wil dit bereiken door verschillende autoriteiten stellingen uit te laten spreken, waar roken vergeleken wordt met iets stoms, ouderwets en/of niet-cools. De autoriteiten zijn in te delen in vier categorieën: de bekende Nederlander, de gewone mens uit alle gelaagdheden van de samenleving, kinderen en de impliciete, onbekende bron. De autoriteiten zijn allen valide, wanneer ze beoordeeld worden volgens de kritische vragen van Tindale, waarbij ‘coolheid’ het gebied van kennis is en waarbij het KWF garant staat voor de betrouwbaarheid van de impliciete, onbekende bron. De stellingen hebben een quote-vorm en zijn alle te voegen in het argumentatie-patroon dat ontstaat bij deze campagne. Het argumentatiepatroon is gebaseerd op het argumentatieschema op basis van autoriteit en het argumentatieschema op basis van vergelijking, aangezien roken in de stellingen van de autoriteit vergeleken worden met iets onwenselijks (‘Roken is zóóó witte sokken in sandalen’). Het strategische gebruik van de autoriteitsargumentatie in deze campagne wordt onderzocht aan de hand van drie aspecten van strategisch manoeuvreren, namelijk: selectie uit het topisch potentieel, adaptatie aan het publiek, en de presentatiemiddelen. Hierbij komt naar voren dat er gekozen wordt voor een combinatie van autoriteitsargumentatie en vergelijkingsargumentatie, omdat dit aansluit bij de wensen en de kennis van het publiek, waarbij het gebruik van de autoriteiten tevens de presentatie is. De variatie aan autoriteiten in de presentatie zorgt voor een mogelijke vergroting van de overtuigingskracht en herkenning bij het publiek. Het strategische gebruik van de autoriteitsargumentatie in de gezondheidscampagne ‘Roken kan echt niet meer’ zorgt ervoor dat de boodschap over wordt gebracht naar de doelgroep en de boodschap mogelijk overtuigender overkomt. Eventueel vervolgonderzoek kan gaan over het KWF als algemene onderliggende autoriteit en het gebied van kennis waar het daadwerkelijk over gaat, coolheid of kanker. De aanleiding hiervan is het KWF, die garant staat voor de betrouwbaarheid van de impliciete, onbekende bron, waarbij dit misschien wel gelijkgetrokken kan worden naar de andere autoriteiten. Verder kan er kwantitatief, empirisch onderzoek uitgevoerd worden naar de daadwerkelijke overtuigingskracht van de autoriteitsargumentatie in deze campagne.Show less
In deze scriptie is onderzocht hoe politici en bedrijven in hun publieke verklaringen strategisch omgaan met de verschillende frames in het debat rondom Zwarte Piet. Door middel van een inductieve...Show moreIn deze scriptie is onderzocht hoe politici en bedrijven in hun publieke verklaringen strategisch omgaan met de verschillende frames in het debat rondom Zwarte Piet. Door middel van een inductieve framinganalyse zijn er 4 frames gevonden die gebruikt worden in het publieke debat over Zwarte Piet. Deze frames zijn vervolgens gebruikt om in een deductieve framinganalyse de publieke uitingen van de gemeente Groningen, Amsterdam en Gouda, HEMA en Albert Heijn te analyseren.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Wilders en Pechtold wekken verschillende indrukken wat betreft het creëren van nabijheid of afstandelijkheid met hun publiek. Pechtold wekt de indruk zich afstandelijk op te stellen van de mensen...Show moreWilders en Pechtold wekken verschillende indrukken wat betreft het creëren van nabijheid of afstandelijkheid met hun publiek. Pechtold wekt de indruk zich afstandelijk op te stellen van de mensen in het land, maar nabij de Haagse collega's, en voor Wilders geldt het omgekeerde. In deze scriptie wordt dat eerste aspect onderzocht, namelijk of er stilistische aanwijzingen zijn die de indruk bevestigen dat Wilders inderdaad meer dan Pechtold nabijheid creëert met de kiezer. Dat wordt gedaan door een frequentieonderzoek (het tellen van het aantal verwijzingen naar de kiezer), en door een analyse van de mate waarin beide heren de kiezer een eigen perspectief toekennen. Het blijkt dat Wilders significant vaker naar de kiezer verwijst dan Pechtold. Bovendien gebruikt Wilders daar perspectiefvormen voor waarvan aangenomen wordt dat die de verantwoordelijkheid leggen bij het opgevoerde personage, in dit geval de kiezer. Voor zowel Wilders als Pechtold geldt bovendien dat ze na 2011 significant vaker naar de kiezer zijn gaan verwijzen.Show less
Er is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn...Show moreEr is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn verschillende theorieën die voorspellingen doen over de effectiviteit van overtuigings-middelen. In deze scriptie is nagegaan of resultaten over framing die volgden uit wetenschap-pelijk onderzoek, als kennis worden toegepast in het bedrijfsleven. O’Keefe en Jensen (2007) concludeerden uit hun meta-analyse dat bij teksten over mondhygiëne het preventieve positieve frame het meeste effect heeft op gedragsverandering. Bij een preventief positief frame wordt gedrag aanbevolen dat voorkomt dat negatieve effecten optreden (‘Als je met deze tandpasta poetst, voorkom je gaatjes’). Als een negatief effect wordt voorkomen, is dat positief. Behalve preventieve positieve frames, zijn er ook preventieve negatieve frames (‘Als je niet met deze tandpasta poetst, krijg je gaatjes’), maar ook detectieve positieve frames (‘Als je met deze tand-pasta poetst, wordt tandplak verwijderd’) en detectieve negatieve frames(‘Als je met deze tand-pasta poetst, blijft tandplak zitten’). Bij een detectief frame is er al sprake van een bepaalde situatie, die opgelost kan worden of die behouden kan worden. De laatste drie types van framing zouden minder effectief zijn. Frames die refereren aan de negatieve gevolgen van het gedrag, zogenaamde fear appeals, zouden zelfs averechts kunnen werken (Jansen et al. 2008). Tand-pastamerken zouden deze informatie goed kunnen gebruiken, om de verkoop van hun tandpasta te vergroten. Middels een corpusonderzoek is nagegaan of het type framing dat volgens het onderzoek van O’Keefe en Jensen (2007) het meest effectief is, namelijk preventieve positieve framing, ook het meest wordt gebruikt in teksten die de tandpasta’s van de acht grootste tand-pastamerken moeten promoten. Ook is geanalyseerd hoeveel procent van de teksten in beslag genomen werden door de verschillende types framing. Gebleken is dat in bijna alle teksten gebruik werd gemaakt van een positief frame. Het frame dat door O’Keefe en Jensen (2007) als meest effectief was bestempeld, preventief positief, werd echter niet significant vaker gebruikt dan het detectieve positieve frame. Het lijkt er dus op dat de schrijvers van tandpastateksten niet het advies hebben opgevolgd dat volgens de wetenschap het meest effectief was. Wanneer er een negatief frame werd ingezet, stond daar in alle gevallen minstens één positief frame tegenover. De schrijvers hebben dus waarschijnlijk wel rekening gehouden met angst voor tandartsen, en dat het niet effectief zal zijn om alleen nega-tieve situaties voor te spiegelen wanneer mensen al bang zijn. De tekstlengtes bleken nogal te verschillen, zowel tussen de merken als binnen de mer-ken, waardoor het om goed te kunnen vergelijken nodig was om niet alleen het aantal woorden per type framing te tellen, maar ook het totale aantal woorden per tandpastatekst. Door de tellingen in percentages te weergeven, kon beter vergeleken worden welk type framing het grootste deel van de teksten in beslag nam. Uit deze analyse bleek dat het preventieve positieve frame niet significant het grootste percentage van de teksten in beslag nam. Het percentage tekst waarin preventief positief geframed werd, verschilde niet van het percentage tekst waarin detectief positief geframed werd. Ondanks dat volgens O’Keefe en Jensen (2007:633) preven-tieve positieve framing het meest effectief is in teksten over mondhygiëne, is dat type framing niet het meest gebruikte type framing is in teksten over tandpasta’s gebleken.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie wordt onderzocht hoe reclamemakers anticiperen op de kritische vragen die gesteld kunnen worden bij celebrity endorsement als vorm van autoriteitsargumentatie in advertenties.
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Hoe beargumenteren aanhangers en tegenstanders van de Illuminati-theorie hun standpunten en hoe sterk staat deze theorie in pragma-dialectisch perspectief? De aanhangers beargumenteren de...Show moreHoe beargumenteren aanhangers en tegenstanders van de Illuminati-theorie hun standpunten en hoe sterk staat deze theorie in pragma-dialectisch perspectief? De aanhangers beargumenteren de Illuminati-theorie, zowel in de theorie zelf als in discussies op internetfora, vooral met behulp van kentekenrelaties. In een grote verscheidenheid aan waarnemingen zien zij kenmerken van het complot van de Illuminati. Vooral de vele misstanden op onze aarde - oorlogen, ziektes, aanslagen, moorden – worden geweten aan de Illuminati met hun kwaadaardige plannen. Ook wordt de ondersteuning van de Illuminati-theorie door allerlei (semi-)autoriteiten als kenmerk aangevoerd voor de kracht van de theorie.Show less
In de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou...Show moreIn de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou deze toespraak hoop en troost kunnen bieden gedurende de nog altijd voortdurende kredietcrisis? Tacitus (vertaling 2003, 95) stelde al dat mensen tijdens turbulente tijden als een crisis, meer behoefte hebben aan ‘grote’ en ‘troostrijke’ woorden. Wanneer men hier ontvankelijk voor is, is het aannemelijk dat men ook vatbaarder is voor eventuele retorische of manipulatieve uitwerkingen van dergelijke ‘troostrijke’ woorden. Middels het gebruik van frames en metaforen kunnen mensen (veelal onbewust) in een bepaalde denkrichting worden gestuurd. In deze scriptie is onderzocht welke frames en metaforen er zijn gebruikt in de troonredes met betrekking tot de crisis: ‘Welke crisisframes en crisismetaforen worden er in de troonredes gebruikt ten tijde van de crisisperioden uit de 20ste en 21ste eeuw, welke functies vervullen zij, en zijn er per periode typerende crisisframes en crisismetaforen aan te wijzen?’ Hierbij is uitgegaan van een kwalitatieve analyse, die gebaseerd is op talige elementen. Zowel de aanwezigheid en de spreiding van de crisisframes (en ondersteunende metaforen bij deze frames) bínnen een crisistijd, als de dominante crisisframes door de verschillende crisistijden heen, zijn in kaart gebracht. Zoals was te verwachten door het officiële, onafhankelijke en ingetogen karakter van het genre van de troonrede, komen er geen tot weinig opvallende en niet-conventionele frames en metaforen voor. De subtielere varianten die zijn aangetroffen in het geanalyseerde metaforische taalgebruik, zijn veelal gebaseerd op algemene concepten. In totaal konden er vijf crisisframes (met bijbehorende ondersteunende metaforen) worden onderscheiden: de crisis als bedreiging (voornamelijk ondersteund door de pressiemetafoor), de crisis als beproeving (de krachtmetafoor), de crisis als exogeen effect (de natuurrampmetafoor), de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen (de krachtmetafoor en de ziektemetafoor) en de crisis als illustratie van positieve aspecten (de bouwmetafoor). Bij een vergelijking van de aangetroffen crisisframes door de crisistijden heen, valt het op dat het bedreigingsframe in vroegere crisistijden (zoals De Grote Depressie en de Tweede oliecrisis) overheerst. Later lijkt dit frame echter steeds meer plaats te maken voor het beproevingsframe en het frame van de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen. Waar de focus eerst lijkt te liggen op de ontreddering en het (naderend) gevaar, gaat het later steeds meer om het ombuigen van de nare crisisomstandigheden naar herstel.Show less