This thesis focuses on the acculturation of European mercenaries in the armies of Post-Mughal successor states at the end of the 18th and beginning of the 19th century. The thesis takes William...Show moreThis thesis focuses on the acculturation of European mercenaries in the armies of Post-Mughal successor states at the end of the 18th and beginning of the 19th century. The thesis takes William Dalrymple's "White Mughals" as a departure point and uses sources left behind by the mercenaries to test his hypothesis that these mercenaries generally acculturated into the societies of the post-Mughal successor states. However, through the analysis of these sources, this thesis argues that there was no acculturation to the degree Dalrymple argued present. Moreover, this thesis argues that there was an active segregation from Indians by most of the mercenaries, with an economic motive.Show less
This thesis examines the influence that the English language has on Dutch advertising. In this communicative process, lexical choices are fundamental. Code switching is a commonly-used resource...Show moreThis thesis examines the influence that the English language has on Dutch advertising. In this communicative process, lexical choices are fundamental. Code switching is a commonly-used resource when it comes to the objective of consumer persuasion. In the Netherlands, businesses often choose to use English loanwords in Dutch context to communicate a more dynamic sales pitch to the consumer. Nonetheless, the effects that the use of a non-native language has on brand evaluation are still quite indefinite. For this research, a group of 126 Dutch-speaking adolescents were brought together to fill out a questionnaire, to explore the involvement of educational levels in brand evaluation by consumers. For this purpose, the respondents evaluated different language versions of commercial advertisements. The results indicate that Dutch adolescents prefer the English language in advertising to their native tongue, as it yields more positive connotations. In conclusion, this study offers empirical support for the strategic choice of English language in advertisements that are targeted to an adolescent Dutch audience.Show less
This thesis is about the life of the Surinamese women in the Netherlands. The Surinamese are one of the largest populations in the Netherlands. There has been a continuous emigration from Suriname...Show moreThis thesis is about the life of the Surinamese women in the Netherlands. The Surinamese are one of the largest populations in the Netherlands. There has been a continuous emigration from Suriname to the Netherlands for almost 40 years and it has always been an interesting question if the Surinamese people really could fully integrate in the Dutch society. Likeall women, Surinamese women have been trying to improve their position into society. Among other reasons, they came to the Netherlands for this particular reason. Whether it regards the structural integration or the socio-cultural integration,the Surinamese women have always been facing challenges while integrating. Because of these aspects and the still increasing arrival from the Surinamese women in the Netherlands, it is getting more important to investigate this particular demographic group and the possible integration challenges they may be facing. So, this study explores the question: “What difficulties and possibilities are experienced by the Surinamese women living in the Netherlands?"Show less
This study examines the relationship between acculturation (i.e., host language proficiency), perceived discrimination, and parenting self-efficacy in a sample of 57 Turkish-Dutch mothers in the...Show moreThis study examines the relationship between acculturation (i.e., host language proficiency), perceived discrimination, and parenting self-efficacy in a sample of 57 Turkish-Dutch mothers in the Netherlands. Data were collected through questionnaires. This study found no effect of gender of the child on parenting self-efficacy. Educational level of the mother did seem to play a role: a higher educational level was predictive of more positive parenting self-efficacy. Furthermore, a significant positive relation between acculturation and parenting self-efficacy, a significant negative relation between acculturation and discrimination and a significant negative relation between discrimination and parenting self-efficacy were found. A possible role for discrimination as a mediator or a moderator in the relation between acculturation and parenting self-efficacy was examined, but there was no evidence for such roles of discrimination. These findings suggest that optimization of the acculturation process is important for immigrant families and that possible experiences of discrimination should be minimized, as it is shown that acculturation and discrimination play a role in mothers’ self-efficacy in parenting.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
In de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de...Show moreIn de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de keizerlijke administratie, had een unieke positie in het rijk. Deze positie als belangrijkste taal van het rijk deelde Latijn slechts in sommige delen van het rijk met het Grieks. De Romeinen veroverden niet alleen verschillende koninkrijken en volkeren maar ook verschillende taalgebieden en vele provinciale talen bleven in gebruik in de eerste eeuwen na Christus binnen de grenzen van het Romeinse Rijk. In mijn thesis beantwoord ik de vraag hoe deze provinciale talen in gebruik bleven naast het Latijn en Grieks en welke interactie er plaatsvond tussen deze talen in de eerste drie eeuwen na Christus en hoe dit ons beeld van het de acculturatie in het Romeinse Rijk beïnvloedt. Om deze vraag te beantwoorden, heb ik een inventarisatie gemaakt van de inscripties van de verschillende provinciale talen die werden geschreven in de eerste drie eeuwen na Christus. De acht talen die zijn geattesteerd in de eerste drie eeuwen na Christus zijn: Neo-Phrygisch en Pisidisch in Klein-Azië, Aramees en Hebreeuws in de oostelijke provincies, Libisch en Neo-Punisch in Noord-Afrika, Lusitanisch in het Iberisch schiereiland en Gallisch in Frankrijk. Deze inventarisatie geeft een overzicht in de hoeveelheid inscripties geschreven in een provinciale taal en de domeinen waarin deze inscripties werden gebruikt. Mijn onderzoek omvat het hele Romeinse Rijk, van de Britse eilanden tot Syrië en van Noord-Afrika tot Klein-Azië en creëert zo de mogelijkheid om verschillende gebieden met elkaar te vergelijken. Aan de ene kant maak ik zeer intensief gebruik van epigrafisch materiaal omdat ik inscripties in vele verschillende talen en uit verschillende gebieden behandel, maar aan de andere kant is mijn gebruik van de inscripties gelimiteerd omdat ik de inscripties niet in detail lees of behandel. Epigrafisch materiaal levert een vruchtbare benadering voor de studie van sociale verandering en acculturatie. Taal is een belangrijk deel van de identiteit van personen en volkeren. Omdat taal een essentieel deel uitmaakt van cultuur, is het een belangrijk aspect binnen acculturatiestudies. Taalgebruik, zowel publiek en privé, kan een uiting zijn van culturele identiteit, maar het is een ook middel tot intercultureel contact of integratie en stijgen op de sociale ladder. Dit onderzoek plaatst taalgebruik stevig binnen het overkoepelende acculturatiedebat over het Romeinse rijk.Show less