In dit onderzoek is gekeken naar topambtelijk leiderschap voor het Rijk (schaal 15 of hoger). Dit omvangt de functies als maatschappelijk partners, publiek managers en politiek adviseurs....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar topambtelijk leiderschap voor het Rijk (schaal 15 of hoger). Dit omvangt de functies als maatschappelijk partners, publiek managers en politiek adviseurs. Topambtelijk leiderschap behelst iets wezenlijk anders dan het politiek bestuur. Binnen de Rijksoverheid worden de functies behorend bij het topambtelijk leiderschap vervult via de Algemene Bestuursdienst (ABD). In het theoretisch kader is een afbakening gemaakt van ‘publiek leiderschap’ naar ‘topambtelijk leiderschap’ en de individuele kwaliteiten die bij het uitoefenen hiervan belangrijk bij zijn. Vervolgens worden de verschillen uiteen gezet tussen publiek en privaat op basis van bestaande wetenschappelijke literatuur. Uit dit theoretisch kader volgt het tweetal hypotheses: H1) ‘De ABD zal de individuele kwaliteiten 1) relatiegerichtheid, 2) organizational behavior en 3) crisisbeheersing als een positief effect zien op topambtelijk leiderschap’ en H2) ‘Topambtelijk leiderschap in de Rijkscontext, en de eisen die hiermee gepaard gaan volgens de ABD, is minder resultaatgericht dan privaat leiderschap’. Uit dit onderzoek blijkt dat de focus van publiek leiderschap vooral ligt op de kennis van processen en desbetreffende relaties, waar de focus van privaat leiderschap meer is gericht op het resultaat. Deze resultaatgerichtheid is in topambtelijk leiderschap lastig om toe te passen door de processen die aan het bepalen, opstellen en uitvoeren van beleid te pas komen. Het tevreden houden van de betrokken relaties lijkt belangrijker dan de kwaliteit van ‘het eindproduct’. In de methode is verteld dat de dataverzameling bestaat uit een datatriangulatie bestaande uit deskresearch van recente publicaties van het ABD en interviews met respondenten die ofwel leiderschap uitoefenen of hier naar opzoek zijn. Vervolgens wordt in de casus de praktijk bestudeerd. De visie van de ABD en de relevante uitspraken van interviews worden bekeken. Door een vergelijking te maken van de bestaande literatuur en de casus met de relevante segmenten van de interviews worden de drie individuele kwaliteiten 1) relatiegerichtheid, 2) crisisbeheersing en 3) organizational behaviour als belangrijkste positieve effecten op topambtelijk leiderschap uitgelicht. Op basis van de gevonden data en kennis kan de conclusie gevormd worden. De onderzoeksvraag die beantwoord wordt luidt: Welke eisen stelt de ABD aan top-ambtelijk leiderschap op rijksniveau, en in hoeverre zijn die eisen onderscheidend van privaat leiderschap? Uit dit onderzoek blijkt dat de belangrijkste eisen die het ABD stelt aan topambtelijk leiderschap organizational behavior, relatiegerichtheid en crisisbeheersing zijn. Deze eisen onderscheiden zich van de eisen voor privaat leiderschap. Waar de focus van publiek leiderschap ligt op het proces en de betrokken relaties, ligt de focus van privaat leiderschap op het resultaat en de maximalisatie hiervan. Een aanbeveling voor nader onderzoek is dan ook om nader te onderzoeken welke eisen aan privaat leiderschap, eigenschappen van private leiders, topambtelijk leiderschap zou kunnen aanvullen. Een voorbeeld hiervan zou zijn of de resultaatgerichtheid (focus op de kwaliteit en effectiviteit van het eindproduct) van privaat leiderschap zou kunnen zorgen voor een betere uitvoeringsgerichtheid bij topambtelijk leiderschap.Show less