Een onderzoek naar het verband tussen het gebruik van Buts en Bofn en emotieherkenning bij kinderen. Buts en Bofn is de eenvoudige, krachtige communicatie tool die kinderen, jongeren en volwassenen...Show moreEen onderzoek naar het verband tussen het gebruik van Buts en Bofn en emotieherkenning bij kinderen. Buts en Bofn is de eenvoudige, krachtige communicatie tool die kinderen, jongeren en volwassenen in staat stelt om gevoelens te uiten door ze zichtbaar te maken. Door hun zintuigen te gebruiken en intuitief met de blokken in verschillende vormen en kleuren te werken kunnen ze aan jou én zichzelf gevoelens inzichtelijk maken. Dit versterkt hun sociale vaardigheden en zelfvertrouwen.Show less
Het afgelopen studiejaar is er onderzoek gedaan naar de methode Buts en Bofn door studenten aan de Universiteit van Leiden. Tijdens een sessie met Buts en Bofn wordt er gewerkt met blokjes in...Show moreHet afgelopen studiejaar is er onderzoek gedaan naar de methode Buts en Bofn door studenten aan de Universiteit van Leiden. Tijdens een sessie met Buts en Bofn wordt er gewerkt met blokjes in verschillende vormen en kleuren. De blokjes kunnen kinderen helpen om hun gevoelens zichtbaar en bespreekbaar te maken (Buts en Bofn, 2023). In overeenstemming met de opdrachtgever, Jeanette van Tricht, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: ‘In welke mate is er een verband tussen een sessie met de methode Buts en Bofn en het vermogen om emoties te herkennen bij anderen, bij kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar?’. Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, is er data verzameld met behulp van de Emotion Recognition Task (ERT). Deze test is gebaseerd op en gevalideerd door wetenschappelijk onderzoek (Metrisquare, 2023; Kessels & Montagne, 2017). Bij het invullen van de ERT kregen de participanten gezichten te zien, die wisselende emoties uitdrukten. Van de participanten werd gevraagd om te beoordelen welke emotie bij de getoonde gezichtsuitdrukking hoort. Er is zowel een voor- als nameting afgenomen bij de participanten. Tussen deze twee metingen zat tenminste één sessie waarin de methode Buts en Bofn is ingezet. De resultaten van de ERT suggereren dat er een kleine vooruitgang is in het vermogen om emoties te herkennen van de participanten na een behandeling met Buts en Bofn. Dit wijst op een eventueel positief verband tussen Buts en Bofn en emotieherkenning. Daarnaast lijkt de emotie blijheid gemiddeld genomen het beste te wordt herkend. Naast dat de vooruitgang in testscores een verband kan hebben met de methode Buts en Bofn, zijn er ook andere mogelijke verklaringen voor de vooruitgang. Een mogelijke andere verklaring is bijvoorbeeld dat er sprake is van een leereffect. Er zou sprake zijn van een leereffect wanneer de prestaties van participanten op de ERT verbeteren doordat ze geleerd hebben om de emoties van specifieke gezichten te herkennen tijdens de voormeting (Leary, 2012). Verder kan de vooruitgang die is gevonden verklaard worden door een andere therapievorm die gelijktijdig werd gegeven of de kwaliteiten van de professionals. Voor het onderzoek werd er gestreefd naar minimaal 20 participanten. Dit aantal is niet gehaald. Uiteindelijk zijn er vijf participanten die de ERT volledig hebben afgerond. Een verklaring hiervoor is dat de professionals geen tijd of mogelijkheid hadden om mee te werken aan het onderzoek. Doordat de steekproefgrootte klein was, moesten de resultaten voorzichtig geïnterpreteerd worden. Daarnaast konden er geen statistische toetsen gedaan worden. De resultaten van de ERT zijn daarom visueel gemaakt om mogelijke patronen zichtbaar te maken. Op basis van de onderzoeksresultaten is er een advies gegeven aan de opdrachtgever. De kern hiervan is om te investeren in de gebruikerscommunity, zodat er in eventueel vervolgonderzoek meer duidelijk is over de frequentie en de manier waarop professionals Buts en Bofn inzetten. Dit kan gedaan worden door online feedbackformulieren, die de professionals naar de opdrachtgever sturen. Voor vervolgonderzoek moet er rekening gehouden worden met de beperkingen vanuit het huidige onderzoek. Zo werd er veel van de professionals gevraagd en was het gebruik van de ERT lastig. Door meer inzicht te krijgen in de gebruikerscommunity zou er in vervolgonderzoek een gerichtere onderzoeksvraag kunnen worden gesteld, waarbij mogelijke beperkingen al van tevoren kunnen worden voorkomen. Een ander advies is om kinderen die nog niet hebben gewerkt met Buts en Bofn, kennis te laten maken met de methode door te beginnen met makkelijk herkenbare emoties, zoals blijdschap en boosheid.Show less
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, de ontwerper van de methodiek Buts en Bofn. Bij deze methodiek kan met behulp van houten blokjes een poppetje opgebouwd worden. De...Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, de ontwerper van de methodiek Buts en Bofn. Bij deze methodiek kan met behulp van houten blokjes een poppetje opgebouwd worden. De gebruikers koppelen hun gedachten en gevoelens aan de gekleurde blokjes met verschillende groottes en vormen. Het actief werken met Buts en Bofn kan gedachten en gevoelens zichtbaar maken, waardoor de gebruikers deze kunnen uiten. Hoewel deze methodiek tot op heden enkel wordt ingezet bij kinderen, kan het interessant zijn om te onderzoeken of de methodiek betekenisvol kan zijn voor jongvolwassenen. Zo rapporteerde de helft van de studenten uit het hoger onderwijs in 2021 angstige en depressieve gevoelens te ervaren. Daarom is gekozen om universitaire bachelor studenten als doelgroep te selecteren, en is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Kan Buts en Bofn een bijdrage leveren aan het mentale welzijn van universitaire bachelor studenten van de Universiteit Leiden?’ Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksopzet waarbij elf vrouwelijke participanten deelnamen aan een sessie met het materiaal en vervolgens middels een interview hun ervaringen deelden. Ten eerste is de algemene waardering van Buts en Bofn onderzocht. Er is gebleken dat vrijwel alle participanten een positieve indruk hadden van het materiaal. Sommige participanten vonden het op het eerste gezicht kinderlijk overkomen, maar dit veranderde in een positieve indruk na de sessie. Verder hadden de participanten verschillende meningen over het werken met het materiaal. Ze waren positief over onder andere de vormgeving en de verschillende kleuren, maar hadden moeite met aspecten zoals de kleur-emotie associatie en het onderscheiden van hun gedachten en gevoelens. Daarnaast vonden enkelen het moeilijk om hun complexe emoties te identificeren. Ten tweede is onderzocht of studenten een groter bewustzijn en inzicht van de eigen emoties ervoeren door het werken met Buts en Bofn. Een aantal participanten rapporteerde dat zij een poppetje opgebouwd uit hun kwaliteiten als helpend ervoeren. Buts en Bofn was daarentegen minder helpend voor het begrijpen en interpreteren van emoties, omdat veel participanten aangaven dit al voldoende te kunnen. Bovendien werd aangegeven dat het materiaal kan dienen als ondersteuning van een gesprek, waardoor het uiten van en het praten over emoties gemakkelijker wordt. Daarnaast is er gevraagd aan de participanten of zij denken dat Buts en Bofn een bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van hun eventuele negatieve gedachten. Participanten geven aan dat vooral het visuele aspect van Buts en Bofn en het bouwen van hun kwaliteiten bijdroeg aan het verminderen van hun negatieve gedachten. Om deze verandering tot stand te brengen is het van belang om herhaald met Buts en Bofn te werken. Herhaald werken zou tevens een positieve bijdrage kunnen leveren aan hun mentale welzijn. Concluderend kan Buts en Bofn worden ingezet bij vrouwelijke universitaire studenten, omdat zij rapporteren dat het een bijdrage zou kunnen leveren aan hun mentale welzijn. Op basis van de resultaten zijn de volgende adviezen gegeven. Herhalend werken met Buts en Bofn wordt aangeraden, met daarbij een focus op de kwaliteiten. Verder wordt er geadviseerd om een lijst of kaartjes met emoties aan te bieden om complexe emoties te kunnen duiden. Tevens wordt voorgesteld extra ondersteuning te bieden bij het onderscheiden van gedachten en gevoelens tijdens de sessie. Daarnaast wordt aanbevolen om Buts en Bofn niet als een losstaande methodiek in te zetten. Deze adviezen suggereren dat vervolgonderzoek van belang is en zich bijvoorbeeld zou kunnen richten op het onderzoeken van de effecten van Buts en Bofn via een randomized controlled trial (RCT).Show less
Buts en Bofn is een visueel hulpmiddel dat bedoeld is om emoties makkelijker bespreekbaar te maken. Als opdrachtgever heeft Van Tricht de vraag gesteld of de door haar ontwikkelde methodiek wordt...Show moreButs en Bofn is een visueel hulpmiddel dat bedoeld is om emoties makkelijker bespreekbaar te maken. Als opdrachtgever heeft Van Tricht de vraag gesteld of de door haar ontwikkelde methodiek wordt ondersteund door wetenschappelijke inzichten. Een andere vraag die Van Tricht had, was of de methode Buts en Bofn dezelfde, eenduidige gedachten en emoties helpt aan te geven. Ook gaf ze aan dat niet alle professionals die met Buts en Bofn werken de ondersteunende werkbladen gebruiken. Zij deelde haar interesse in de effecten hiervan en of deze werkbladen eventueel nog verbeterd kunnen worden. In dit onderzoek wordt getracht meer wetenschappelijke inzichten te krijgen in het visuele hulpmiddel Buts en Bofn. De hoofdvraag die hiervoor is opgesteld luidt: ‘In hoeverre zijn er verschillen in motivatie voor het werken met Buts en Bofn tussen verschillende groepen participanten?'. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is er kwantitatief onderzoek gedaan. Participanten in de leeftijdscategorie van vier tot en met twaalf jaar hebben kennis gemaakt met Buts en Bofn. Hierbij zijn de participanten random verdeeld over twee condities. De helft van de participanten kreeg na het bouwen van het poppetje nog een werkblad, waarop zij het poppetje wat ze daarvoor gebouwd hadden, opnieuw mochten tekenen. Deze tekening zou later nog geëvalueerd kunnen worden. De andere helft van de participanten kreeg dit werkblad niet. Na het kennismaken met Buts en Bofn, en bij de helft pas na het invullen van een werkblad, is bij alle participanten een aangepaste SIMS-vragenlijst afgenomen om te meten in hoeverre zij gemotiveerd waren om met Buts en Bofn te werken. Uit het onderzoek is gebleken dat meisjes een hogere extrinsieke motivatie hadden dan jongens voor het werken met Buts en Bofn. Er is echter geen verband gevonden tussen geslacht en intrinsieke motivatie. Ook is er geen verband gevonden voor de leeftijd van participanten en intrinsieke of extrinsieke motivatie. Tot slot is er geen verband gevonden voor het wel of niet gebruiken van een werkblad voor zowel intrinsieke als extrinsieke motivatie. De conclusie is daarom dat de mate en de soort motivatie die een kind vertoont voor het gebruik van Buts en Bofn, niet onderhevig is aan hun leeftijd of het wel of niet registreren van het poppetje. Op basis van deze inzichten wordt het advies gegeven om door te gaan met de manier van werken zoals Van Tricht nu doet. Uit dit onderzoek is gebleken dat de niet-klinische groep gemotiveerd is voor het werken met Buts en Bofn. Hier kan Van Tricht zich in de toekomst meer op richten. Een suggestie voor vervolgonderzoek is om te onderzoeken of verschillen in motivatie tussen verschillende leeftijden en geslachten wel zichtbaar zijn bij het gebruik van Buts en Bofn over langere tijd.Show less
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, de ontwerper van de methodiek Buts en Bofn. Bij deze methodiek kan met behulp van houten blokjes een poppetje opgebouwd worden. De...Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, de ontwerper van de methodiek Buts en Bofn. Bij deze methodiek kan met behulp van houten blokjes een poppetje opgebouwd worden. De gebruikers koppelen hun gedachten en gevoelens aan de gekleurde blokjes met verschillende groottes en vormen. Het actief werken met Buts en Bofn kan gedachten en gevoelens zichtbaar maken, waardoor de gebruikers deze kunnen uiten. Hoewel deze methodiek tot op heden enkel wordt ingezet bij kinderen, kan het interessant zijn om te onderzoeken of de methodiek betekenisvol kan zijn voor jongvolwassenen. Zo rapporteerde de helft van de studenten uit het hoger onderwijs in 2021 angstige en depressieve gevoelens te ervaren. Daarom is gekozen om universitaire bachelor studenten als doelgroep te selecteren, en is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Kan Buts en Bofn een bijdrage leveren aan het mentale welzijn van universitaire bachelor studenten van de Universiteit Leiden?’ Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksopzet waarbij elf vrouwelijke participanten deelnamen aan een sessie met het materiaal en vervolgens middels een interview hun ervaringen deelden. Ten eerste is de algemene waardering van Buts en Bofn onderzocht. Er is gebleken dat vrijwel alle participanten een positieve indruk hadden van het materiaal. Sommige participanten vonden het op het eerste gezicht kinderlijk overkomen, maar dit veranderde in een positieve indruk na de sessie. Verder hadden de participanten verschillende meningen over het werken met het materiaal. Ze waren positief over onder andere de vormgeving en de verschillende kleuren, maar hadden moeite met aspecten zoals de kleur-emotie associatie en het onderscheiden van hun gedachten en gevoelens. Daarnaast vonden enkelen het moeilijk om hun complexe emoties te identificeren. Ten tweede is onderzocht of studenten een groter bewustzijn en inzicht van de eigen emoties ervoeren door het werken met Buts en Bofn. Een aantal participanten rapporteerde dat zij een poppetje opgebouwd uit hun kwaliteiten als helpend ervoeren. Buts en Bofn was daarentegen minder helpend voor het begrijpen en interpreteren van emoties, omdat veel participanten aangaven dit al voldoende te kunnen. Bovendien werd aangegeven dat het materiaal kan dienen als ondersteuning van een gesprek, waardoor het uiten van en het praten over emoties gemakkelijker wordt. Daarnaast is er gevraagd aan de participanten of zij denken dat Buts en Bofn een bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van hun eventuele negatieve gedachten. Participanten geven aan dat vooral het visuele aspect van Buts en Bofn en het bouwen van hun kwaliteiten bijdroeg aan het verminderen van hun negatieve gedachten. Om deze verandering tot stand te brengen is het van belang om herhaald met Buts en Bofn te werken. Herhaald werken zou tevens een positieve bijdrage kunnen leveren aan hun mentale welzijn. Concluderend kan Buts en Bofn worden ingezet bij vrouwelijke universitaire studenten, omdat zij rapporteren dat het een bijdrage zou kunnen leveren aan hun mentale welzijn. Op basis van de resultaten zijn de volgende adviezen gegeven. Herhalend werken met Buts en Bofn wordt aangeraden, met daarbij een focus op de kwaliteiten. Verder wordt er geadviseerd om een lijst of kaartjes met emoties aan te bieden om complexe emoties te kunnen duiden. Tevens wordt voorgesteld extra ondersteuning te bieden bij het onderscheiden van gedachten en gevoelens tijdens de sessie. Daarnaast wordt aanbevolen om Buts en Bofn niet als een losstaande methodiek in te zetten. Deze adviezen suggereren dat vervolgonderzoek van belang is en zich bijvoorbeeld zou kunnen richten op het onderzoeken van de effecten van Buts en Bofn via een randomized controlled trial (RCT).Show less