In de relatie tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het koninkrijk Kandy speelden schenkingen een belangrijke rol. In dit BA eindwerkstuk wordt onderzocht in hoeverre deze schenkingen van...Show moreIn de relatie tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het koninkrijk Kandy speelden schenkingen een belangrijke rol. In dit BA eindwerkstuk wordt onderzocht in hoeverre deze schenkingen van invloed waren op de kosmopolitische positie van het koninkrijk Kandy tijdens Nederlandse aanwezigheid op het eiland.Show less
The Dutch East India Company has been ascribed many faces and many colours during its existence, and these still echo throughout the public debate and national discourse. This thesis will...Show moreThe Dutch East India Company has been ascribed many faces and many colours during its existence, and these still echo throughout the public debate and national discourse. This thesis will contribute to new directions in the historiography of Dutch Empire by focusing on the Dutch East India Company governors and the narratives they communicated in the so-called 'Memories van Overgave', how these changed between 1700-1750, how these differed between three different regions: Bengal, Ambon, and Ceylon, and what the implications are for the organisational identity of the Dutch East India Company. In order to do so, this thesis employs a new analytical framework that positions the governor in the centre of two different relations: the relation he had to the institute he was a part of, and the relation he had with the proverbial 'other' he encountered. Everything combined, this will show the multi-faceted nature of the governors, the Dutch East India Company, and that the identity of the Dutch East India Company was not static, but flexible and ever-changing.Show less
Dit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is...Show moreDit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is het beleid van de gouverneurs Stephanus Versluys en Gustaaf Willem Baron van Imhoff onderzocht aan de hand van de jaarlijkse ambassades die zij naar het hof stuurden. Uit het onderzoek is gebleken dat hoewel zij de basis van het hof van Kandy en de verbonden Singalese cultuur begrepen, dit zich echter niet vertoonde in onverwachte situaties of situaties waarin een dieper begrip werd vereist, bijvoorbeeld op politiek gebied.Show less
In dit onderzoek stond de volgende vraag centraal: Hoe was de interactie van de lokale bevolking van Sri Lanka met de Nederlandse koloniale instituties en rechtsnormen op het gebied van...Show moreIn dit onderzoek stond de volgende vraag centraal: Hoe was de interactie van de lokale bevolking van Sri Lanka met de Nederlandse koloniale instituties en rechtsnormen op het gebied van huwelijkszaken in 1763 en 1764? In het eerste hoofdstuk was de Sri Lankaanse historische context beschreven aan de hand van secundaire literatuur. Door haar komst op Sri Lanka had de VOC het handelsmonopolie op kaneel overgenomen van de Portugezen. Onder de VOC reikte het kolonialisme verder dan alleen de handel; de Nederlanders oefenden door lokale instituties overheidsmacht uit. De Scholarchale Vergadering, die toezicht hield op het werk van de schoolmeesters en fungeerde als een civiele rechtbank, was zo’n institutie. De tweeledige rol van deze schoolmeesters – het verzorgen van het onderwijs en het bijhouden van de schoolthombo’s – maakten hen de ogen en oren van de VOC op het zuidwestelijke platteland. Zo kon de VOC tot op lokaal niveau invloed uitoefenen bij de Sri Lankaanse bevolking. Het tweede hoofdstuk richtte zich op het al bestaande lokale gewoonterecht rond het thema huwelijk en de interactie van de koloniale rechtsnormen en -orde met de lokale praktijk op dit punt. Er werd in secundaire literatuur gevonden dat de lokale bevolking zich vaak vasthield aan eigen huwelijksgewoonten; zij kenden het verband niet tussen een legale status en een huwelijk of een kind. Koloniale instellingen werden vaak verward met het eigen gewoonterecht en zo werden deze koloniale instellingen, zoals de vereiste twee stappen tot een legaal huwelijk, halfslachtig nageleefd. Sancties op het overtreden van de koloniale verordeningen werden vaak niet gehandhaafd en de Nederlanders sloten hun ogen voor lokale praktijken. De voorkeur van de VOC ging uit naar economische winst boven moralistische integriteit. In het derde hoofdstuk zijn de notulen van de Scholarchale Vergadering in Galle van de jaren 1763 en 1764 doorgespit. Het inside-out perspectief is hierbij in acht genomen: wat bewoog de lokale bevolking om huwelijkszaken aan een koloniale rechtsinstitutie, waar andere rechtsnormen golden, voor te leggen? De acht huwelijkszaken gevonden in deze twee jaar wijzen erop dat binnen de huwelijkspraktijk van de lokale bevolking het lokale gewoonterecht nog sterk de overhand behield ten opzichte van de koloniale rechtsnormen. Zodra er echter een persoonlijk voordeel te halen viel via koloniale juridische instituties wist de lokale bevolking deze te vinden – zo ook de Scholarchale Vergadering. Degenen die voor de Scholarchale Vergadering verschenen met een verzoek leken de koloniale rechtsnormen niet te verwarren met het eigen gewoonterecht: er bestond een bewustzijn van de juridische voordelen die hun verzoek met zich meebracht. Deze bevinding wijkt af van de secundaire literatuur. Pas als deze voordelen van toepassing waren werd er echter meegebogen in de koloniale rechtsnormen. De aanklagers hadden vaak voldoende – en in een enkel geval ontoereikende – kennis van de koloniale rechtsorde om te weten dat zij via de Scholarchale Vergadering voor hun eigen belang konden opkomen en hoe zij dit konden doen aan de hand van koloniale wetten en instellingen. Rupesinghe vond in haar studie van de Landraden dat de lokale bevolking deze koloniale instituties wist te consulteren uit eigenbelang. De bevindingen in dit onderzoek zijn in overeenstemming daarmee. Door naar de koloniale bureaucratie te gaan met onderlinge geschillen legitimeerde de lokale bevolking de macht van de VOC op het eiland, zoals Alicia Schrikker stelde.Show less
In deze studie wordt, door middel van een vergelijking tussen de VOC-kolonie op Ceylon en de WIC-nederzetting in Brazilië, onderzocht welke invloed ziekte en het gezondheidsbeleid had op de...Show moreIn deze studie wordt, door middel van een vergelijking tussen de VOC-kolonie op Ceylon en de WIC-nederzetting in Brazilië, onderzocht welke invloed ziekte en het gezondheidsbeleid had op de ontwikkeling van beide compagnieën.Show less
Deze scriptie gaat over de diplomatie van Europese handelscompagnieën op het eiland Ceylon in de achttiende eeuw. Hij behandelt de Britse en Nederlandse reizen naar het hof van Kandy, waarvoor...Show moreDeze scriptie gaat over de diplomatie van Europese handelscompagnieën op het eiland Ceylon in de achttiende eeuw. Hij behandelt de Britse en Nederlandse reizen naar het hof van Kandy, waarvoor gebruik wordt gemaakt van vier uitgegeven Britse reisverslagen en vier Nederlandse VOC-bronnen uit het Nationaal Archief. Er wordt gekeken naar de overeenkomsten en verschillen in diplomatieke handelingen tussen de Britten en de Nederlanders aan het Kandische hof. De belangrijkste onderzochte hoftraditie was de prosternatie, oftewel de knielende eerbetuiging. Dit ritueel was bij de Europeanen niet populair, maar vormde een belangrijke vereiste om tot de Kandische vorst te worden toegelaten. Er wordt geconcludeerd dat de Britse gezanten zich nog veel traditie moesten leren kennen, terwijl de Nederlandse gezanten al meer ervaring hadden in de omgang met het hof. Om deze reden waren de Britse hofreizen aanzienlijk minder succesvol en bleef het Nederlands-Kandische bondgenootschap tot eind achttiende eeuw in stand.Show less
Deze scriptie betrof een onderzoek naar de Tweede Boerenoorlog, waarbij een groep onverzoenlijke krijgsgevangenen na afloop van de oorlog zich heeft gevestigd in Nederlands-Indie om daar een...Show moreDeze scriptie betrof een onderzoek naar de Tweede Boerenoorlog, waarbij een groep onverzoenlijke krijgsgevangenen na afloop van de oorlog zich heeft gevestigd in Nederlands-Indie om daar een landbouwkolonie te runnen die zij kregen toegewezen door de Nederlandse regering in Indië.Show less
Patronagenetwerken zijn aan het einde van de achttiende eeuw nog volop in gebruik in de VOC. Hierbij wordt de ongelijke relatie tussen patroon en cliënt bedoeld, waarbij de patroon de cliënt verder...Show morePatronagenetwerken zijn aan het einde van de achttiende eeuw nog volop in gebruik in de VOC. Hierbij wordt de ongelijke relatie tussen patroon en cliënt bedoeld, waarbij de patroon de cliënt verder helpt in zijn carrière. In deze bachelor scriptie wordt het belang van deze patronagenetwerken in de vroegmoderne tijd bekeken en onderzocht met behulp van een case-study. De carrières van twee hooggeplaatsten VOC-dienaren worden hierbij onderzocht. Willem Van de Graaff was gouverneur van Ceylon in 1785-1794 en zijn broer Cornelis was gouverneur van de Kaap in 1785-1791. Beide broers zouden onterecht ontslagen zijn en door vijanden ten val zijn gebracht. Met behulp van secundaire literatuur en archiefstukken uit het Nationaal Archief wordt getracht de carrières en het ontslag van beide broers in kaart te brengen en de gebeurtenissen in context van de patronagenetwerken te plaatsten.Show less