Deze scriptie onderzoekt de naoorlogse politieke consensus tussen de Labour Partij en de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk, welke na de Tweede Wereldoorlog een ongekende intensiteit...Show moreDeze scriptie onderzoekt de naoorlogse politieke consensus tussen de Labour Partij en de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk, welke na de Tweede Wereldoorlog een ongekende intensiteit heeft bereikt. Het onderzoek omvat een analyse van de consensus tussen de politieke partijen die zich ontwikkelde tussen 1945 en 1967. Er wordt specifiek gekeken naar de voortzetting en reconstructie van deze consensus na de Suez-crisis van 1956, in relatie tot het koloniale en defensiebeleid ten aanzien van de Britse kolonie Aden tot aan de onafhankelijkheid in 1967. De studie benadrukt de complexiteit en nuances die inherent zijn aan de politieke verhoudingen in het naoorlogse Verenigd Koninkrijk, en onderstreept de noodzaak van een analyse om het concept van consensus te evalueren. Door een herwaardering van de rol van de Suez-crisis en de daaruit voortvloeiende veranderingen binnen het defensie- en koloniale beleid, wordt een vernieuwende blik geworpen op de invloed van deze crisis op de politieke consensus. De kolonie Aden fungeert als casestudy binnen het onderzoek, en er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de Britse Defence White Papers als primaire bronnen van informatie. Deze dissertatie draagt bij aan het academische debat over de veranderlijke aard van de Britse strategische belangen en beleidsvorming, en bevordert tevens een diepgaander inzicht in de Britse buitenlandse politiek.Show less
Toen Margaret Thatcher premier van Groot-Brittannië werd in 1979, keken de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) hoopvol naar het eiland om een betere samenwerking te...Show moreToen Margaret Thatcher premier van Groot-Brittannië werd in 1979, keken de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) hoopvol naar het eiland om een betere samenwerking te bewerkstelligen dan het geval was onder de Labour regering. Zij kwamen echter bedrogen uit: Thatcher bleek vooral de confrontatie op te zoeken. Deze houding is opvallend omdat de Conservatieve Partij in 1975 tijdens het referendum nog veel pro-Europese geluiden liet horen. Deze scriptie kijkt als gevolg hiervan naar de tussenliggende periode, en stelt de vraag in hoeverre het Conservatieve schaduwkabinet van Margaret Thatcher tussen 1975-1979 een transitie heeft doorgemaakt in hun opvattingen over de EEG. Er wordt hoofdzakelijk gekeken naar drie vraagstukken: ten eerste de kwestie van directe Europese Parlementsverkiezingen, ten tweede een brede samenwerking van centrumrechtse partijen in het Europees Parlement, en ten derde de houding van het schaduwkabinet ten aanzien van het Europees Monetair Stelsel (EMS). Uit de analyse komt vooral naar voren dat het Conservatieve schaduwkabinet in deze periode in de oppositie een ambigue houding erop nahield. Aan de ene kant trachtte zij haar pro-Europese imago van de voorgaande jaren te bewaren, en zette zich daardoor actief in voor betere Europese samenwerking. Aan de andere kant speelde de soevereiniteitskwestie een belemmerende rol voor de partij. Bezien vanuit het principe van Britse parlementaire soevereiniteit, waar de Conservatieven zich aan vast klampten, was het nagenoeg onmogelijk zich te committeren aan grote Europese projecten die eind jaren zeventig werden voorgesteld. Daardoor zat het schaduwkabinet in deze periode vast tussen deze twee uitersten. Het gevolg? Het schaduwkabinet bleef zich openlijk graag etaleren als de pro-Europese partner, maar achter de schermen stapelden de kritische geluiden van Conservatieve schaduwministers zich op, onder aanvoering van de partijleider (Thatcher) zelf. Aan de hand van deze scriptie is een nuance geboden op de bestaande literatuur, en is een lacune gevuld in het historisch onderzoek naar deze periode. Verder heeft de scriptie laten zien dat veel confrontaties in de jaren tachtig onder Thatcher teruggevoerd kunnen worden op de problemen die de Conservatieve Partij al had ten aanzien van Europese integratie in de jaren zeventig. Uit de analyse valt te concluderen dat Thatchers' fameuze toespraak in Brugge (1988) niet uit de lucht kwam vallen.Show less