Deze thesis gaat over mutilatie in egodocumenten van Indiëgangers over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). De onderzoeksvraag die centraal staat is: hoe wordt er in egodocumenten...Show moreDeze thesis gaat over mutilatie in egodocumenten van Indiëgangers over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). De onderzoeksvraag die centraal staat is: hoe wordt er in egodocumenten van Indië-veteranen door de tijd heen geschreven over en gereflecteerd op mutilatie tijdens de Indonesische Onfhankelijkheidsoorlog (1945-1949)? En hoe verhoudt dat zich tot de twee posities in het debat? Voor het beantwoorden van deze vraag maakt het onderzoek gebruik van een veelvoud aan egodocumenten afkomstig uit drie verschillende databases: de NIMH-database (dagboeken van Indië-veteranen), de KITLV-database (retrospectieve bronnen van Indië-veteranen) en de NVI-database (interviews van Indië-veteranen).Show less
De bestudering van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft zich vaak beperkt tot een zuiver militair of diplomatiek perspectief, waardoor civiel-militaire betrekkingen – een cruciaal...Show moreDe bestudering van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft zich vaak beperkt tot een zuiver militair of diplomatiek perspectief, waardoor civiel-militaire betrekkingen – een cruciaal onderdeel van counter-insurgency – in de regel onderbelicht zijn gebleven. In deze scriptie wordt aan de hand van door Nederlandse militairen geschreven dagboeken bestudeerd hoe er in de lagere geledingen van het Nederlandse leger werd gekeken naar samenwerking met het civiele bestuurlijke apparaat, het koloniale politieapparaat en economische of sociaal-maatschappelijke actoren. Uit de bronnen komt een versnipperd beeld naar voren, waarbinnen positieve en negatieve ervaringen elkaar afwisselen, hoewel er wel degelijk enkele patronen te ontdekken zijn. Deze versnippering is grotendeels te verklaren door de grote regionale variabiliteit in de Indonesische Archipel, die onder de Nederlandse militairen voor sterk uiteenlopende ervaringen zorgde. Desondanks lijken er ten minste twee factoren te zijn die een trend veroorzaken in de houding van Nederlandse militairen ten aanzien van civiel-militaire samenwerking, namelijk de fase van de oorlog waarin de observatie werd gedaan en de etniciteit van de samenwerkingspartner.Show less
Een onderzoek dat zich, aan de hand van elf Rotterdamse dagboekschrijvers, richt op de Rotterdamse samenleving tijdens de Hongerwinter. Bevat een beschrijving van de Hongerwinter in Rotterdam en de...Show moreEen onderzoek dat zich, aan de hand van elf Rotterdamse dagboekschrijvers, richt op de Rotterdamse samenleving tijdens de Hongerwinter. Bevat een beschrijving van de Hongerwinter in Rotterdam en de volgende twee thema's worden verder toegelicht: 'zwarte handel en criminaliteit' en 'sociale cohesie'. Dit onderzoekt beantwoordt de vraag: in hoeverre viel de Rotterdamse samenleving uiteen, gedurende de Hongerwinter, door de ogen van elf Rotterdammers?Show less