De bestudering van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft zich vaak beperkt tot een zuiver militair of diplomatiek perspectief, waardoor civiel-militaire betrekkingen – een cruciaal...Show moreDe bestudering van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft zich vaak beperkt tot een zuiver militair of diplomatiek perspectief, waardoor civiel-militaire betrekkingen – een cruciaal onderdeel van counter-insurgency – in de regel onderbelicht zijn gebleven. In deze scriptie wordt aan de hand van door Nederlandse militairen geschreven dagboeken bestudeerd hoe er in de lagere geledingen van het Nederlandse leger werd gekeken naar samenwerking met het civiele bestuurlijke apparaat, het koloniale politieapparaat en economische of sociaal-maatschappelijke actoren. Uit de bronnen komt een versnipperd beeld naar voren, waarbinnen positieve en negatieve ervaringen elkaar afwisselen, hoewel er wel degelijk enkele patronen te ontdekken zijn. Deze versnippering is grotendeels te verklaren door de grote regionale variabiliteit in de Indonesische Archipel, die onder de Nederlandse militairen voor sterk uiteenlopende ervaringen zorgde. Desondanks lijken er ten minste twee factoren te zijn die een trend veroorzaken in de houding van Nederlandse militairen ten aanzien van civiel-militaire samenwerking, namelijk de fase van de oorlog waarin de observatie werd gedaan en de etniciteit van de samenwerkingspartner.Show less
Tussen 1945 en 1949 was Nederland in oorlog met de Indonesische Republiek die was uitgeroepen op 17 augustus 1945 na de capitulatie van Japan. Nederland had tijdens dit conflict veel moeite met de...Show moreTussen 1945 en 1949 was Nederland in oorlog met de Indonesische Republiek die was uitgeroepen op 17 augustus 1945 na de capitulatie van Japan. Nederland had tijdens dit conflict veel moeite met de manier van oorlogvoering, vooral vanwege een verkeerd heersend beeld van de tegenstander. Tijdens deze oorlog speelde de Netherlands Eastern Forces Intelligence Service (NEFIS) een belangrijke rol bij de vorming van het verkeerde beeld. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe zijn de onnauwkeurige verwachtingen die de NEFIS had van de situatie op Java voor de Eerste Politionele Actie te verklaren? Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden maakt dit onderzoek gebruik van NEFIS rapporten en moderne literatuur. De meest belangrijke bevinding van het onderzoek is dat de duidelijke tweedeling die de NEFIS maakte tussen de gewone bevolking en de strijdgroepen een belangrijke reden is geweest dat de verwachtingen die zij hadden niet overeenkwamen met de realiteit. De NEFIS verwachtte steun van de bevolking tegen een Republikeins leger. Maar in plaats daarvan ging het om een guerrilla strijd waarin de gewone bevolking, vrijwillig of niet, ook verwikkeld was. Het onderscheid tussen soldaat en burger was tijdens de Eerste Politionele Actie niet zo zwart wit als de NEFIS in eerste instantie geloofde. Doordat de NEFIS het idee had dat er wel een duidelijke lijn tussen de twee groepen zat, waren de inlichtingen al van minder waarde op het moment dat zij geïnitieerd werden en kwamen de oorspronkelijke verwachtingen niet overeen met de meer chaotische situatie zoals die waarschijnlijk is geweest. Deze scriptie vult de bestaande literatuur aan door het aspect van gebrekkige en gekleurde informatie, dat in de literatuur slechts gedeeltelijk behandeld wordt, op te pakken en dit samen met de redenen voor de onbetrouwbaarheid op zichzelf te onderzoeken. Daarbij geldt deze scriptie als uitgangspunt voor vervolgonderzoek.Show less
Het optreden van de Koninklijke Marine (KM) in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is vaak over het hoofd gezien. In deze scriptie wordt onderzocht of de KM een bewuste en effectieve...Show moreHet optreden van de Koninklijke Marine (KM) in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is vaak over het hoofd gezien. In deze scriptie wordt onderzocht of de KM een bewuste en effectieve zeeblokkade rond het grondgebied van de Republiek Indonesië heeft opgeworpen en wat de gevolgen van het Nederlandse maritieme beleid waren voor de aanvoerlijnen van de Republiek.Show less
In november 1946 sloten de Nederlands-Indische overheid en de door Soekarno uitgeroepen Republiek Indonesië het Akkoord van Linggadjati. Hierin spraken zij af om in het kader van de dekolonisatie...Show moreIn november 1946 sloten de Nederlands-Indische overheid en de door Soekarno uitgeroepen Republiek Indonesië het Akkoord van Linggadjati. Hierin spraken zij af om in het kader van de dekolonisatie Indonesië om te vormen naar een federatief verband. Deze federatie zou bestaan uit vier deelstaten: Sumatra, de Republiek, Borneo en Oost-Indonesië. De meest concrete uitvoering van het federale stelsel vond plaats in Oost-Indonesië. In de historische beschouwingen over de dekolonisatie is echter de meeste aandacht uitgegaan naar de interacties tussen de Nederlands-Indische overheid en de Republiek op Java. Vanwege de nauwe focus op de Republiek zijn de politieke processen binnen de deelstaat Oost-Indonesië nauwelijks onderzocht, waardoor de deelstaat Oost-Indonesië vaak beschouwd als niets meer dan sneer richting de Republiek, als troefkaart op de onderhandeltafel, of in het ergste geval als een Nederlandse marionettenstaat. Deze gangbare beschouwingen gaan echter voorbij aan de oprechte poging tot dekolonisatie in Oost-Indonesië. Door de focus te leggen op de Nederlandse bestuursambtenaren en hun Indonesische collega’s ter plaatse ontstaat een nieuw beeld over de werkzaamheden die verricht werden omtrent federalisering en dekolonisatie in de deelstaat Oost-Indonesië. De conclusie van dit onderzoek luidt dat tussen 1946 en 1949 Nederlandse bestuursambtenaren een nieuw politiek systeem poogden op te zetten waarin er daadwerkelijk sprake was van een oprechte poging tot dekolonisatie, en waarbij steeds meer bestuurstaken overgingen op het Indonesische bestuur.Show less
Achteraf bekeken is duidelijk dat we hier te maken hebben met de laatste fase van een dekolonisatieproces, dat altijd voor het moederland met grote pijn gepaard gaat' , zo sprak Jelle Zijlstra in...Show moreAchteraf bekeken is duidelijk dat we hier te maken hebben met de laatste fase van een dekolonisatieproces, dat altijd voor het moederland met grote pijn gepaard gaat' , zo sprak Jelle Zijlstra in retroperspectief op de Nieuw Guinea kwestie. Evenals diverse andere Europese landen onderging Nederland na de Tweede Wereldoorlog een dekolonisatieproces dat toch wel als een trauma werd ervaren. De teloorgang van Nederlands-Indië was voor velen moeilijk te accepteren en dit speelde zeker een grote rol in de gebeurtenissen welke plaatsvonden in de periode 1945-1962, met als slot episode het Nieuw Guinea conflict. Dit proces en in het bijzonder de Amerikaanse betrokkenheid erbij wordt in dit stuk chronologisch uiteengezet in drie hoofdstukken. In hoofdstuk één zal de periode van de proclamatie tot soevereiniteitsoverdracht worden besproken. Hier zal aan de hand van de belangen van de betrokkene partijen de oorsprong van het Nieuw Guinea conflict worden beschreven. In dit hoofdstuk staat centraal wat de oorsprong is van de Amerikaanse betrokkenheid bij het Nieuw Guinea conflict. In hoofdstuk twee zal de periode van de soevereiniteitsoverdracht tot aan Zwarte Sinterklaas worden besproken. Hier zal de nadruk liggen op de houding van de Verenigde Staten in de verscherping van het Nieuw Guinea conflict. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar wat de factoren waren voor de Amerikaanse standpuntbepaling bij de escalatie van het Nieuw Guinea conflict. In het derde en tevens laatste hoofdstuk zal het eindspel om Nieuw Guinea de hoofdmoot zijn. In dit hoofdstuk wordt onderzocht of Nederland de steunbelofte van de Verenigde Staten verkeerd heeft ingeschat. Met name de Amerikaanse besluitvorming en de Nederlandse interpretatie hiervan zal hier een belangrijke rol spelen tot en met de afwikkeling van het conflict. Aan de hand van deze beschrijvingen zal antwoord worden gegeven op de probleemstelling van dit onderzoek: Hoe leidde een te groot vertrouwen van Nederland op de Amerikaanse steun in het Nieuw Guinea conflict, op het moment dat het nodig was, tot het verlies van Nieuw Guinea. Om te onderzoeken hoe de Amerikaanse houding en besluitvorming zich heeft ontwikkeld in het Nieuw Guinea conflict is met name gebruik gemaakt van de Foreign Relations of the United States. Deze bronnen zijn beschikbaar in het officiële en openbare online archief van de Foreign Relations of the United States waarvan gebruik is gemaakt van de gedigitaliseerde en gedeclassificeerde archieven van de Truman administratie, de Eisenhower administratie en de Kennedy administratie. Waar mogelijk was is ook gebruik gemaakt van Nederlandse officiële bescheiden. Daarnaast is gebruikgemaakt van standaardliteratuur over het Nieuw Guinea conflict van onder andere Nederlandse, Amerikaanse en Indonesische hand. De Geus met De Nieuw Guinea Kwestie heeft als belangrijkste standaardwerk heeft gediend voor dit onderzoek. Dit eindwerkstuk bestrijkt drie relevante thema's. Allereerst wordt het Nieuw Guinea conflict in dit onderzoek in de context van de Koude Oorlog geplaatst in plaats van in de algemeen erkende dekolonisatie context. Het tweede thema betreft het feit dat een klein land heel voorzichtig moet zijn om op zijn bondgenoten te vertrouwen, zeker wanneer het zaken betreft die niet direct met het NAVO-bondgenootschap te maken hebben. Het derde thema is dat het zeer relevant is om terug te kijken in de geschiedenis van gebeurtenissen aan de hand van documenten die later zijn gedeclassificeerd. Deze documenten geven toch een beter inzicht in wat op dat moment speelde, wat natuurlijk niet onmiddellijk op het moment dat het plaatsvond naar buiten werd gebracht. Zo kan bijvoorbeeld in retroperspectief worden gesteld dat minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Marie Antoine Hubert Luns, die veel kritiek over zich heen heeft gehad met betrekking tot de afwikkeling van het Nieuw Guinea conflict, de zaak diplomatiek goed heeft aangepakt. Voor de spelling van Indonesische woorden en namen heb ik gekozen voor de traditionele spelling waar de 'oe' nog aanwezig is en niet is vervangen door de 'u', zoals bijvoorbeeld met het woord Papoea in tegenstelling tot het woord Papua. Voor de spelling van namen en termen heb ik gekozen om de verklaring van Indonesische afkortingen niet te vertalen. De termen Indonesië, Republik Indonesia, Republiek en Republik heb ik door elkaar gebruikt, waar het mij het meest geschikt leek. Voor de namen van personen heb ik mij gehouden aan de spelling zoals die in de door mij gebruikte literatuur werd gepresenteerd.Show less