Tijdens de afgelopen drie jaar is door verschillende historici en politici stilgestaan bij het honderdjarig jubileum van de invoering van het algemeen kiesrecht in Nederland. De wetenschappelijke...Show moreTijdens de afgelopen drie jaar is door verschillende historici en politici stilgestaan bij het honderdjarig jubileum van de invoering van het algemeen kiesrecht in Nederland. De wetenschappelijke werken die historici schreven en de politieke redes die politici uitspraken in deze drie jaar waren veelal beperkt tot de parlementaire strijd. Deze scriptie zoomt in op de buitenparlementaire strijd om het kiesrecht, waarbij de sociale beweging, het actierepertoire en de expliciete en impliciete doelen centraal staan. Uit het onderzoek blijkt dat verschillende sociale en economische doelen niet minder belangrijk werden gevonden dan de politieke doelen waar de parlementaire strijd zich tot beperkte. Deze doelen, waaronder economische gelijkheid, sociale zekerheid en een altruïstische maatschappij, werden na de invoering van het algemeen kiesrecht niet bereikt. De parlementaire strijd werd in 1919 gewonnen, terwijl de strijd van de sociale beweging nog altijd een lopend project is.Show less
In de huidige tijd van polarisering, technologisering en digitalisering zijn onze liberale vrijheden niet meer zo vanzelfsprekend. Onze democratische rechtsstaat staat onder druk. Voor een...Show moreIn de huidige tijd van polarisering, technologisering en digitalisering zijn onze liberale vrijheden niet meer zo vanzelfsprekend. Onze democratische rechtsstaat staat onder druk. Voor een oplossing kijkt men al snel naar het onderwijs, maar dat gaat zelf gebukt onder de gevolgen van het economisch rendementsdenken. Hoofdvraag in deze scriptie is: Hoe kan het toekomstig Nederlands onderwijs vorm en inhoud worden gegeven om te bewerkstelligen dat we, als mens en als burger, onze vrijheden beter leren bewaken en dat onze liberale democratische rechtsstaat wordt versterkt? Om een antwoord op deze vraag te formuleren bespreek ik allereerst om welke vrijheden het gaat en noem ik een aantal ontwikkelingen waardoor ze onder druk zijn komen te staan. Ook Plato’s beschrijving van de democratie komt aan de orde. Vervolgens bespreek ik wat de doelen van onderwijs zijn. Vertrekpunt daarbij is de visie van Aristoteles. Vervolgens wordt besproken wat in Nederland zwaarder moet wegen, het algemeen belang of individuele vrijheden. Daarbij ga ik in op de reikwijdte van de vrijheid van onderwijs. Vervolgvraag is in hoeverre het wenselijk is om burgerschapsonderwijs en/of persoonsvorming verplicht onderdeel te maken van het curriculum en zo ja, hoe dat kan worden gerechtvaardigd in een politiek liberaal land als Nederland, omdat dergelijk verplicht onderwijs op gespannen voet staat met de liberale waarden. De meningen hierover lopen uiteen, zo laat ik zien aan de hand van de visies van onder anderen Fowler, Brighouse en Rawls. Tevens ga ik in op de Capability Approach en de benadering van Nussbaum. Aan de hand van onder andere de theorieën van Rawls en Nussbaum zal ik verdedigen dat het wenselijk is het algemeen belang boven de vrijheden van het individu te stellen en bepaalde grenzen te stellen aan onze vrijheden, juist om deze te beschermen. Daarna bespreek ik drie onderwijsmodellen die Robeyns onderscheidt en ga ik in op de vraag welk onderwijsmodel het meest geschikt is voor Nederland. In het laatste deel beoordeel ik de plannen voor het toekomstig onderwijs zoals geformuleerd in het eindadvies van Platform 2032 en beargumenteer ik waarom deze slechts gedeeltelijk tegemoetkomen aan de in het voorafgaande deel door mij geformuleerde wensen.Show less
Het onderzoek Populisme en de democratische spanning vraagt zich af op welke manier populisme een bedreiging kan zijn voor liberale democratie. Beide hechten een fundamenteel belang aan...Show moreHet onderzoek Populisme en de democratische spanning vraagt zich af op welke manier populisme een bedreiging kan zijn voor liberale democratie. Beide hechten een fundamenteel belang aan volkssoevereiniteit, maar in de context van liberale democratie staan populistische idealen lijnrecht tegenover de democratische waarden. De oorzaak van de gespannen verhouding tussen populisme en liberale democratie blijkt echter in het fundament van democratie zelf te liggen. Twee democratische principes zijn noodzakelijk maar ook contradictoir, en creëren zo een onvermijdelijke kloof tussen het volk en de elite. Met name in liberale democratie zorgt de ontevredenheid die hierdoor ontstaat dat populistische partijen kunnen floreren. Populisme is daarom niet het belangrijkste gevaar voor democratie, maar wijst naar haar onderliggende probleem.Show less
The Democratic Autocrat. Venezuela under Hugo Chávez in historical perspective: a comparison with puntofijistic Venezuela regarding democracy and autocracy
In zijn werk 'De Weerbare Democratie' introduceert Bastiaan Rijpkema een nieuwe 'vorm' van democratie, die weerstand kan bieden tegen antidemocratische (politieke) partijen die door middel van...Show moreIn zijn werk 'De Weerbare Democratie' introduceert Bastiaan Rijpkema een nieuwe 'vorm' van democratie, die weerstand kan bieden tegen antidemocratische (politieke) partijen die door middel van democratische middelen de democratie willen afschaffen. Deze scriptie vormt een kritiek op de analyse van Rijpkema; niet alleen is de angst voor de mogelijkheid tot afschaffing van de democratie ongegrond, de antidemocratische partijen kunnen niet op een gerechtvaardigde manier worden verboden binnen het democratisch systeem. De alternatieven voor het verbod op antidemocratische partijen, te weten de grondwettelijke verankering en de eeuwigheidsclausule worden tevens geanalyseerd in het licht van de democratische normen en waarden zoals geponeerd door Willem Adriaan Bonger en George van den Berg.Show less
Hoe verhoudt politieke representatie zich tot de moderne democratie? Vanuit het denken van Lefort en Ankersmit is representatie in de moderne democratie te begrijpen als een continue strijd. Deze...Show moreHoe verhoudt politieke representatie zich tot de moderne democratie? Vanuit het denken van Lefort en Ankersmit is representatie in de moderne democratie te begrijpen als een continue strijd. Deze strijd is vruchtbaar volgens beiden omdat ze het meest recht doet aan de moderne politieke werkelijkheid. Zo lang er strijd is, blijft de ruimte tussen de partijen - het 'open midden' - namelijk leeg. En door deze 'lege plek van de macht' zorgt ervoor dat iedereen in politiek opzicht vrijheid geniet. Dit thema biedt vervolgens de mogelijkheid tot een confrontatie tussen Lefort en Ankersmit. Wie is het best in staat rekenschap te geven van de vrijheid door strijd, en daarmee van moderne politieke representatie?Show less
This study looks at and analyses the continual attempts of the Dutch Labour Party to renew and rejuvenate its internal organisation in a democratic fashion in the past two decades (1992-2013). It...Show moreThis study looks at and analyses the continual attempts of the Dutch Labour Party to renew and rejuvenate its internal organisation in a democratic fashion in the past two decades (1992-2013). It describes the struggle of the party in the context of an increasingly globalised world; the inherent oligarchic tendencies of organisations; the changing nature of political parties in society; the eroding significance of political parties; and the ever more present 24/7 news cycle.Show less
Venezuela, dat ooit werd gekenmerkt als een redelijk stabiele elite democratie, kan niet langer meer zo genoemd worden. De groeiende macht van Chávez heeft zijn effect gehad op de vrijheid en...Show moreVenezuela, dat ooit werd gekenmerkt als een redelijk stabiele elite democratie, kan niet langer meer zo genoemd worden. De groeiende macht van Chávez heeft zijn effect gehad op de vrijheid en eerlijkheid van de verkiezingen en ook op de vermindering van macht van bepaalde instituties, de elite en de media. Ook de burger is in toenemende mate ontevreden: miljoenen Venezolanen kiezen ervoor niet te gaan stemmen, mede door groeiende ontevredenheid over voedseltekorten, stijgende inflatie, publieke onveiligheid, corruptie en steeds verder gecentraliseerde overheid en educatie. De Venezolaanse democratie is in verval. Dit onderzoek probeert te verklaren hoe een land dat gezien werd als een vrij stabiele elite democratie toch in verval heeft kunnen raken, geeft aan wat de zwakke plekken waren ten tijde van deze stabiliteit en wat de oorzaken zijn van de democratische erosie die sindsdien heeft plaatsgevonden.Show less
Leraren openen de deur, maar je moet zelf binnengaan” luidt een oud Chinees gezegde. Hetzelfde kan ook gezegd worden over de autoritaire houding van de Chinese overheid ten aanzien van het...Show moreLeraren openen de deur, maar je moet zelf binnengaan” luidt een oud Chinees gezegde. Hetzelfde kan ook gezegd worden over de autoritaire houding van de Chinese overheid ten aanzien van het ecologische beleid in China. De groeiende bevolking en steeds toenemende vraag naar energie heeft de Chinese autoriteiten aan het denken gezet over de toekomstperspectieven van de energievoorziening en de economische groei. Vanwege de forse groeiverwachtingen van de economie heeft de overheid de taak op zich genomen om de bevolking de weg te wijzen naar een duurzame manier van leven. Het grootste dilemma waarmee de Chinese bestuurders te maken krijgen, bestaat in de eerste plaats, uit het behouden van economische groei en, in de tweede plaats, uit tegelijkertijd steeds meer gebruik maken van duurzame technologieën, zodat de schade aan het milieu zo veel mogelijk beperkt wordt (Sinke 2011, 27).Show less
In 2002, a new Local Government Act (LGA) was introduced in Dutch legislation. An important objective of the LGA was to improve the councillors’ representative role and to revive local governance...Show moreIn 2002, a new Local Government Act (LGA) was introduced in Dutch legislation. An important objective of the LGA was to improve the councillors’ representative role and to revive local governance for citizens. Ten years have passed since the introduction of the law, but not all of its objectives have been reached, in particular with regard to the strengthening of the representative role of councillors. Citizens still judge councillors the same as before the introduction of the LGA. Although the position of the council towards the Board of Mayor and Aldermen did improve, councillors did not enhance their external orientation in their relation to the citizenry. It seems that in the realization of the LGA, the political-philosophical foundation of the term ‘representative’ has barely been discussed. Neither the Royal Committee that proposed the legislative reforms or the Dutch government stated their definition and objectives with regard to the representative role explicitly. As a result, the LGA was manifested in municipalities in various ways and the representative role of councillors in particular became the least improved function. I argue that with respect to introducing measures to strengthen the representative role, it is inevitable to first and foremost discuss the political-philosophical background of this term. It becomes clear that because of ideological differences, representatives will implement this function in various ways. It remains to be seen whether it is possible and desirable to define measures in order to ‘improve’ the representative role.Show less