Herindelingen van gemeenten vinden sinds mensenheugenis plaats, zij het niet in het voortvarende tempo van de laatste decennia. Herindelingen, tegenwoordig betreft dat meestal het samenvoegen van...Show moreHerindelingen van gemeenten vinden sinds mensenheugenis plaats, zij het niet in het voortvarende tempo van de laatste decennia. Herindelingen, tegenwoordig betreft dat meestal het samenvoegen van twee of meer gemeenten, zijn onder meer het gevolg van het verzwaarde takenpakket van gemeenten. Immers, naast de herindeling gaat ook de decentralisatie van Rijksbeleid naar gemeenten gestaag door, waardoor de gemeenten meer taken krijgen toebedeeld en het werk van raadsleden verandert. Dit onderzoek over herindeling van gemeenten focust op één taak van de gemeente en wel de gedecentraliseerde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De volgende onderzoeksvraag is hierbij leidend: “Wat zijn de ervaren effecten van de herindeling voor raadsleden op hun taakuitvoering, met name bij de Wmo?” Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is een kwalitatief onderzoek gedaan in de herindelingsgemeenten Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard en Voorne aan Zee. Door middel van semigestructureerd diepte-interviews zijn raadsleden die het sociaal domein behartigen, bevraagd. Op basis van de resultaten volgt de conclusie dat raadsleden zowel negatieve als positieve effecten constateren. Over het algemeen staan zij positief tegenover de grotere schaal en het effect dat deze heeft op hun taakuitvoering. Met het oog op de beleidsvorming ten behoeve van de Wmo zijn er nieuwe instrumenten gecreëerd.Show less
Dit onderzoek gaat over hoe gemeentelijke professionals aankijken tegen het concept democratische legitimiteit in het coproduceren van beleid met burgers, en hoe zij hun eigen rol zien in dit...Show moreDit onderzoek gaat over hoe gemeentelijke professionals aankijken tegen het concept democratische legitimiteit in het coproduceren van beleid met burgers, en hoe zij hun eigen rol zien in dit proces. Gemeentes gaan steeds meer op zoek naar samenwerking met burgers – de doelgroep – in het vormgeven en uitvoeren van beleid, om op een efficiënte en effectieve manier te kunnen besturen. Er zijn met deze ontwikkeling veel vragen ontstaan omtrent de democratische legitimiteit van de nieuwe en directere vorm van samenwerken met (groepen) burgers, genaamd ‘coproductie’. Coproductie wordt beschouwd als de gezamenlijke ontwikkeling van beleidsoplossingen tussen gemeente en burgers (Leyenaar, 2009, p.10). Democratische legitimiteit gaat over draagvlak voor beleid, maar bijvoorbeeld ook over de rechtvaardiging van beslissingen van overheidsinstanties en de controleerbaarheid van deze instanties door burgers (Eshuis & Edwards, 2013, p1070-1071). Omdat er in het nastreven van democratische legitimiteit in coproductieprocessen vaak tegenstrijdigheden zijn tussen elementen als participatie en representatie (van burgers) en participatie en verantwoording over beleid, zoekt dit onderzoek uit hoe gemeentelijke professionals tegen democratische legitimiteit aankijken, en welke rol zij aan zichzelf toekennen in het coproductieproces met burgers. Dit laatste is belangrijk omdat gemeentelijke professionals nog altijd doorslaggevende keuzes maken omtrent beleid. Wanneer beleid niet aansluit op de wensen van burgers kan dit de uitval van coproductieprocessen veroorzaken en de positie van de kwetsbare burgers verergeren. Q-methodologie is toegepast om met behulp van vooraf geformuleerde stellingen de verschillende visies van onderzochte respondenten te ontdekken, met als resultaat twee prominente discoursen (visies). De ontdekte discoursen, ‘De optimistische professional aan het roer’ en ‘De waakzame professional aan het roer’, staan respectievelijk voor een positieve en wat meer kritische houding jegens de rol van burgers in coproductieprocessen, met de redenering dat burgers de efficiëntie en effectiviteit van het proces kunnen belemmeren. Beide visies pleiten ondanks hun verschillen voor een intensieve sturingsrol van de gemeente, waarschijnlijk vanuit de angst dat wanneer zij als professionals te veel beslissingsbevoegdheid wegleggen bij groepen burgers, zij controle verliezen over het verloop en de uitkomst van het coproductieproces en daarmee het risico lopen dat er weinig terecht komt van efficiënte en effectieve beleidsontwikkeling. Zij moeten dan verantwoording afleggen over beleid waar zij weinig aan hebben bijgedragen en wat misschien niet eens werkt.Show less
Scharpf's theorie stelt dat wanneer output legitimiteit de primaire bron van legitimiteit is van een organisatie en de behaalde resultaten tegenvallen er een afname zal zijn in het vertrouwen in de...Show moreScharpf's theorie stelt dat wanneer output legitimiteit de primaire bron van legitimiteit is van een organisatie en de behaalde resultaten tegenvallen er een afname zal zijn in het vertrouwen in de organisatie. De ECB wordt in de publieke opinie niet afgerekend op het wel/niet halen van de prijsstabiliteit doelstelling. Desalniettemin is er een verband tussen het verergeren van de economische situatie in een land en de mate van steun voor de EMU.Show less