In dit onderzoek staat het commissarisschap van Dirk van Domburg (1648/49-1712) te Danzig in het eerste decennium van de achttiende eeuw centraal. Aan de orde komt de relatie van de Staatse...Show moreIn dit onderzoek staat het commissarisschap van Dirk van Domburg (1648/49-1712) te Danzig in het eerste decennium van de achttiende eeuw centraal. Aan de orde komt de relatie van de Staatse commissaris met het Danziger stadsbestuur en zijn contacten met de plaatselijke Hollandse kooplieden. Het was daarbij vooral het onafhankelijke karakter van de Hollandse handelsgemeenschap, in combinatie met de macht van de Derde Orde (de burgervergadering) over het stedelijke bestuur, die in hoge mate het aanzien van het Staatse commissarisschap bepaalden. Van Domburg moest zich daarbij manoeuvreren tussen de vrij autonome en individuele aard van de Oostzeehandel (met een gemeenschap van kooplieden die voornamelijk was samengesteld uit vele kleine tot middelgrote handelshuizen) en zijn wens om collectieve voordelen voor de Hollandse gemeenschap te bewerkstelligen.Show less