Woordenschatomvang blijkt te verbinden met de taalvaardigheidsniveaus zoals beschreven in het Europees Referentiekader (ERK). Onderzoek naar de vereiste omvang per niveau is gewenst voor een...Show moreWoordenschatomvang blijkt te verbinden met de taalvaardigheidsniveaus zoals beschreven in het Europees Referentiekader (ERK). Onderzoek naar de vereiste omvang per niveau is gewenst voor een robuuster ERK. Milton & Alexiou (2009) onderzochten voor verschillende Europese talen welke woordenschatomvang bij verschillende taalniveaus hoort. Snakkers (2017) koppelde receptieve woordenschatomvang aan leesvaardigheid op niveau A2 en B1 van het Nederlands als tweede taal (NT2). Frederiks (2017) deed dat voor productieve woordenschatomvang ten opzichte van schrijfvaardigheid op niveau B1 en B2. Het huidige onderzoek tracht een aanvulling hierop te zijn. De onderzoeksvraag luidt ‘Wat is de relatie tussen woordenschatomvang en schrijfvaardigheid van NT2-leerders met ERK-niveau A2?’. Ten eerste werden een taak voor schrijfvaardigheid op niveau A2 en een toets voor productieve woordenschatomvang bij 18 leerders van het NT2 afgenomen. Deze laatste taak bleek echter te moeilijk te zijn voor (lager opgeleide) leerders op dit niveau. Vervolgens werden scores op de taak voor schrijfvaardigheid en scores op een toets voor receptieve woordenschatomvang verkregen van 19 leerders. Tegen de verwachting in bleek er geen verband tussen deze scores van schrijfvaardigheid en receptieve woordenschatomvang te zijn (Kendall’s correlatie, τ = .243, p = .166).Show less