Onderzoek naar hoe er over doven en gebarentaal werd geschreven in de Nederlandse landelijke kranten in de periode 1945-1989, en of daar een verandering in kwam met de opkomst van de...Show moreOnderzoek naar hoe er over doven en gebarentaal werd geschreven in de Nederlandse landelijke kranten in de periode 1945-1989, en of daar een verandering in kwam met de opkomst van de dovenemancipatie in de jaren '80.Show less
Een onderzoek naar de invloed van de kerkmarokkanen op de emancipatie van Marokkaanse gastarbeiders in Nederland op maatschappelijk en wetgevend niveau. Hierbij wordt het gebruik van kerkasiel...Show moreEen onderzoek naar de invloed van de kerkmarokkanen op de emancipatie van Marokkaanse gastarbeiders in Nederland op maatschappelijk en wetgevend niveau. Hierbij wordt het gebruik van kerkasiel besproken, en de schaal waarop de Nederlandse samenleving tevens in protest kwam.Show less
In de twintigste eeuw is gepoogd om textiel als kunstvorm te verheffen, te emanciperen, tot een aan de beeldende kunsten gelijkwaardige kunstvorm. Dit onderzoek onderscheidt de emancipatoire...Show moreIn de twintigste eeuw is gepoogd om textiel als kunstvorm te verheffen, te emanciperen, tot een aan de beeldende kunsten gelijkwaardige kunstvorm. Dit onderzoek onderscheidt de emancipatoire ontwikkeling van textiel als kunstvorm grofweg in drie essentiële fases. In de eerste fase, na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), werd gepoogd textiel te verheffen van ambacht tot toegepaste kunst. Met toegepaste kunst wordt hier de esthetische vormgeving van functionele kunstuitingen bedoeld. Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) richtte de tweede fase zich op de verheffing van toegepaste kunst tot beeldende kunst om in de derde fase een verheffing in te zetten van beeldende kunst tot autonome ruimtelijke kunst. Het Stedelijk Museum Amsterdam, dat in 1895 werd geopend, groeide in de twintigste eeuw uit tot een toonaangevend internationaal museum voor moderne en hedendaagse kunst en vormgeving. Textiel was een van de talrijke kunstvormen die het museum presenteerde, daarmee werd textiel in een brede context getoond. Het onderzoek heeft zich daarom gericht op het Stedelijk Museum als casus waarbinnen de twintigste-eeuwse emancipatie van textiel als kunstvorm onderzocht kan worden. De tentoonstellingen Het behang en het gordijn (1927), Textiel als Kunst (1956) en Perspectief in textiel (1969) vertellen samen het verhaal van de pogingen tot emancipatie van textiel als kunstvorm. Bij de tentoonstellingen hebben de organisatoren van de tentoonstellingen de emancipatie van textiel als kunstvorm gestimuleerd op verschillende manieren en met verschillende motieven.Show less
In deze scriptie wordt geanalyseerd welke technieken en methodes Tsjechov gebruikt om de innerlijke belevingswereld van het hoogopgeleide vrouwelijke personage vorm te geven in de volgende vier...Show moreIn deze scriptie wordt geanalyseerd welke technieken en methodes Tsjechov gebruikt om de innerlijke belevingswereld van het hoogopgeleide vrouwelijke personage vorm te geven in de volgende vier korte verhalen: "Schoonmoeder-advocaat", "De naamdag", "In eigen honk" en "De bruid".Show less
Op zoek naar een onderwerp voor mijn afstudeerscriptie kwam ik in gesprek met Els Langenfeld. Els Langenfeld, woonachtig op Curaçao, publiceert al vele jaren historische verhalen in het Antilliaans...Show moreOp zoek naar een onderwerp voor mijn afstudeerscriptie kwam ik in gesprek met Els Langenfeld. Els Langenfeld, woonachtig op Curaçao, publiceert al vele jaren historische verhalen in het Antilliaans Dagblad. Gert Oostindie zegt over haar artikelen dat deze uitstekend gedocumenteerd zijn en gebaseerd op goed bronnenonderzoek. Momenteel werkt Langenfeld aan haar proefschrift met als onderwerp de slaven van Curaçao in de negentiende eeuw. Zij had onderzoek gedaan naar Regina Jesurun, ex-slavin, vrijgekocht door haar moeder in 1782 , zelf licht van kleur, die samenwoonde met een joodse koopman, Isaac Abinun de Lima. Ondanks haar sociale status was Regina zakelijk succesvol. Onduidelijk is of haar onwettige relatie met een jood hierin een obstakel vormde of juist een voordeel was. Bij haar dood liet zij veel onroerend goed en slaven achter, terwijl haar partner Isaac, beduidend minder achterliet en waarschijnlijk zelfs schulden had. Tijdens het onderzoek van Langenfeld viel haar op dat er in de jaren 30 – 40 in de negentiende eeuw veel gevallen waren waarbij nazaten afzagen van de erfenis vanwege de onzekere staat van de boedel. Ook de kinderen van Isaac zagen af van de erfenis. Via haar onderzoek naar Regina kwam Langenfeld op het pad van Genereux, hun jongste zoon, die ook een geslaagd zakenman werd. In het Antilliaans Dagblad gaat Els Langenfeld de discussie aan met Alex Rosaria, partijleider van PAIS, die in zijn functie van voorzitter van de Stichting Dr. Mr. M.F. Da Costa Gomez, had voorgesteld om de J.H.J. Hamelbergweg te veranderen in Genereux Jacob Richard de Lima. Hetgeen Rosaria overigens ontkent in zijn ingezonden stuk: hij zou nimmer hebben gesproken over het veranderen van een naambord, maar is wel van mening dat op Curaçao mensen als Genereux meer ‘in het zonnetje’ gezet moeten gaan worden. Volgens hem was Genereux het eerste lid van de Koloniale Raad die protesteerde tegen het feit dat er op Curaçao niet gestemd mocht worden. Dat er een weg werd vernoemd naar Hamelberg terwijl hij het kiesrecht alleen aan de protestanten gunde en er niets naar Genereux is vernoemd, acht hij niet terecht. De Stichting Dr. Mr. M.F. Da Costa Gomez zal al het nodige doen om deze grote man te eren. Langenfeld is er van overtuigd dat Genereux de lof die hem wordt toegewuifd door Rosaria, vanwege zijn vermeende voortrekkersrol in de emancipatie van het Curaçaose volk, niet toekomt. Genereux zou volgens haar alleen tot doel hebben gehad de groep kleurlingen meer te emanciperen. Aangezien er nauwelijks bronnenonderzoek heeft plaatsgevonden naar Genereux de Lima acht zij dan ook vooralsnog niet bewezen dat hij een belangrijke rol heeft gespeeld in de emancipatie van de ‘yúnan di Kòrsou’. Ik begrijp inmiddels dat Genereux qua karakter niet bepaald sympathie oproept. Els Langenfeld zegt dat hij geen gemakkelijke man moet zijn geweest, hij had een moeilijk karakter en hij kwam diverse malen in conflict met anderen en Hubert Cabaña schrijft dat Genereux bekend stond als een eerzuchtig persoon met een opvliegend karakter. Echter zijn personage is nooit geplaatst binnen de context van zijn tijd. Met de ogen van nu is het onmogelijk te oordelen over het gedrag van toen, zonder het bestuderen van de samenleving van toen. Of Genereux de Lima inderdaad de eerste kleurling was binnen de Koloniale Raad en of hij een strijder was voor de emancipatie van de totale Curaçaose bevolking is nauwelijks onderzocht. De stellingen daarover worden niet gestaafd met verwijzingen naar primair bronnenonderzoek. Doelstelling van deze scriptie zal dan ook zijn te onderzoeken of : a. Genereux J.R. de Lima als eerste kleurling zitting had in de Koloniale Raad; b. Hij vocht voor algemeen kiesrecht en voor emancipatie van de ‘yúnan di Kòrsou’.Show less