Introductie. Het ontstaan van externaliserend probleemgedrag kan plaatsvinden vanaf de peutertijd. In deze masterscriptie is de invloed van emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders op...Show moreIntroductie. Het ontstaan van externaliserend probleemgedrag kan plaatsvinden vanaf de peutertijd. In deze masterscriptie is de invloed van emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders op probleemgedrag onderzocht, waarbij is bestudeerd of het geslacht en het temperament van het kind hierin een rol speelt. Daarnaast is de invloed van het hebben van een oudere broer of zus op de hoeveelheid probleemgedrag onderzocht. Methode. Externaliserend probleemgedrag is voor 43 eenjarige kinderen (23 jongens) gemeten met de Preschool Child Behavior Checklist (CBCL, Achenbach & Rescorla, 2000) en het temperament van het kind is bepaald met de subschaal activiteitenniveau van de Child Behavior Questionnaire (Rothbart, Ahadi, Hershey & Fisher, 2001). Beide ouders van het kind hebben deze vragenlijsten ingevuld. De emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders in een vrijspelsituatie is geobserveerd en gecodeerd met de Emotional Availability Scales (EAS, Biringen, 2008).Show less
Introductie: Het verband tussen de emotionele beschikbaarheid in een ouder-kinddyade en een diversiteit aan kinduitkomsten onderstreept het belang van het verder onderzoeken van dit construct. In...Show moreIntroductie: Het verband tussen de emotionele beschikbaarheid in een ouder-kinddyade en een diversiteit aan kinduitkomsten onderstreept het belang van het verder onderzoeken van dit construct. In deze studie is onderzoek gedaan naar de invloed van het geslacht van zowel ouders als kinderen op de emotionele beschikbaarheid van ouder en kind. Daarnaast zijn de onderlinge relaties tussen vijf subdimensies van de vierde editie van de Emotional Availability Scales (EAS; Biringen, 2008) onderzocht en is geanalyseerd of het temperament van het kind van invloed is op de relatie tussen de ouder- en kinddimensies. Methode: De emotionele beschikbaarheid van 54 driejarige kinderen (26 jongens) en hun beide biologische ouders is gedurende een vrijspelsituatie bepaald. In dit onderzoek staan van de EAS drie ouderdimensies centraal, namelijk sensitiviteit, structurering en non-intrusiviteit, en twee kinddimensies, namelijk responsiviteit en het betrekken van de ouder door het kind. Het temperament van het kind is bepaald aan de hand van de subschalen activiteitenniveau, inhibitiecontrole, angst en troostbaarheid van de ‘Child Behavior Questionnaire’ (Rothbart, Ahadi, Hershey & Fisher, 2001) die beide ouders hebben ingevuld. Resultaten: De onderzoeksresultaten laten zien dat de emotionele beschikbaarheid niet verschilt tussen vaders en moeders en richting zonen en dochters. Binnen de ouder- en kinddimensies bestaan hoge correlaties, maar tussen de ouder- en kinddimensies zijn weinig significante correlaties aanwezig. Temperament, en met name activiteitenniveau, heeft voornamelijk in moeder-kinddyades een effect op de relatie tussen de drie ouderdimensies en doorgaans het betrekken van de ouder door het kind. Conclusie: Bij eventuele interventies om de emotionele beschikbaarheid in ouder-kinddyades te vergroten, dient volgens deze onderzoeksbevindingen niet alleen rekening gehouden te worden met de interactie tussen het temperament van het kind en eventuele gedragsveranderingen bij ouders op de emotionele beschikbaarheid van het kind, maar ook met het geslacht van het kind.Show less