The development of empathy is an important foundation for the development of the child. Maternal sensitivity can play an important role in the development of empathy in children. A parent who is...Show moreThe development of empathy is an important foundation for the development of the child. Maternal sensitivity can play an important role in the development of empathy in children. A parent who is warm, trustworthy, and empathetic towards the child sets a good example for the child. This would allow children to show more empathy themselves. It is important to do more research on the relation between maternal sensitivity and empathy in children by using a sample from different ethnic backgrounds, because most studies used a sample of white, European, and American families. This study mainly examined the relation between maternal sensitivity and children's empathy. In addition, it was investigated whether this relation is the same for white-Dutch, Afro-Dutch and Turkish-Dutch families. A subsample of 208 mothers and children was used for this study. The mother's sensitivity was measured during a collaborative task in which the parent and child had to build two example models with Kapla blocks together. The child’s empathy was measured with the Griffith Empathy Measure questionnaire. Results showed that mothers from an ethnic majority group showed more sensitivity than mothers from ethnic minority groups. Furthermore, children's empathy did not differ across ethnic groups. Also, there appeared to be a positive trend between maternal sensitivity and children's empathy for both ethnic majority and ethnic minority groups. No significant interaction effect was found between ethnicity and maternal sensitivity in relation to children’s empathy. The current study emphasizes the importance of increasing maternal sensitivity within ethnic minority groups by using interventions, because a limited sensitivity may be a bad influence for the development of the child. Follow-up research should investigate the child's empathic behavior further so that interventions can be developed effectively and adequately to increase the child's empathic behavior.Show less
Previous research has shown that empathy influences reading comprehension, and the current research builds further on these results. It examines whether emotional stories lead to more text...Show morePrevious research has shown that empathy influences reading comprehension, and the current research builds further on these results. It examines whether emotional stories lead to more text comprehension than neutral stories; whether empathy influences text comprehension of stories that tend to elicit emotion and; whether working memory moderates this relation. Text comprehension is measured during reading (online processes) and after the reading is finished (offline processes). The stories are read by 54 Psychology- and Pedagogical Sciences students, by the use of a self-paced reading paradigm. After the reading was finished, all participants answered several questions about the texts. They also filled in two questionnaires regarding their levels of empathy and they made a working memory test. The analyses have shown that, in accordance with the hypothesis, emotional stories result in more online and offline text comprehension. Contrary to the second hypothesis, empathy does not have a significant effect on online and offline text comprehension of emotional stories. Working memory seems to moderate the relation between empathy and text comprehension of emotional stories, which corresponds to the third hypothesis. The overall conclusion is that emotional stories are read faster than neutral stories, but the remaining question is whether shorter reading times reflect better text comprehension. Besides that, the role of empathy is still doubtful, because the effects differ between online and offline text comprehension and it also seems to depend on working memory.Show less
Achtergrond: In dit onderzoek werd gekeken naar kinderen met agressieproblematiek. Agressie is geassocieerd met minder empathisch vermogen of het hebben van psychopathische trekken. Uit...Show moreAchtergrond: In dit onderzoek werd gekeken naar kinderen met agressieproblematiek. Agressie is geassocieerd met minder empathisch vermogen of het hebben van psychopathische trekken. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat kinderen met agressieproblematiek meer psychopathische trekken kunnen hebben en minder empathisch kunnen zijn. Er werd aan de hand van eerdere onderzoeken verwacht dat meer agressieve kinderen hoger scoren voor psychopathische trekken en lager scoren voor empathisch vermogen. Methode: In dit onderzoek werden 103 kinderen onderzocht. De vragenlijsten die in dit onderzoek aan bod kwamen zijn: de ‘Antisocial Processing Screening Device-Parent Form’ (APSD-PF) om psychopathische trekken te meten, de ‘Basic EmpathyScale’ (BES) voor empathie en de ‘Instrument for Reactive and ProacticveAgression’(IRPA) voor agressie. Resultaten: Zoals verwacht werd in dit onderzoek een significante negatieve correlatie gevonden tussen totale empathie scores en agressie(r(101) = -.240, p = .016). Er werd ook een significante positieve correlatie gevonden tussen psychopathische trekken en proactieve agressie (r(101) = .548, p< .001). Er werd echter geen significante correlatie gevonden tussen psychopathische trekken en reactieve agressie. Uit de multipele regressie is gebleken dat de mate van impulsiviteit, de mate van agressie bij kinderen voorspelt(β = .430, t(73) = 3.52, p = .001). Discussie: De gevonden resultaten kwamen overeen met eerdere onderzoeken. Zoals verwacht kon op basis van de resultaten geconcludeerd worden dat kinderen met agressie problematiek een hogere mate van psychopathische trekken vertonen en minder empathisch vermogen hebben.Show less
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen van agressie, te weten proactieve en reactieve agressie. Reactieve agressie wordt gekarakteriseerd door impulsief, vijandig gedrag als...Show moreEr kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen van agressie, te weten proactieve en reactieve agressie. Reactieve agressie wordt gekarakteriseerd door impulsief, vijandig gedrag als reactie op een waargenomen dreiging. Proactieve agressie verwijst naar een weloverwogen soort van agressie, die men gebruikt om een bepaald doel te bereiken. Deze twee vormen van agressie verschillen op een verscheidenheid aan dimensies van elkaar. Het onderscheid leidt tot belangrijke ondervindingen omtrent het voorspellen van agressief gedrag en het ontwikkelen van gepaste interventies. In dit onderzoek wordt gekeken naar het verband tussen de mate van proactieve en reactieve agressie aan de ene kant en de mate van empathie en kwaliteit van taalvaardigheid (omgangs- en gespreksvaardigheden, het verkrijgen en verstrekken van informatie en het begrijpen, interpreteren en gebruiken van non-verbale uitingen) aan de andere kant, bij kinderen tussen de 10 en 14 jaar (N=41). Er kan geconcludeerd worden dat de mate van proactieve en reactieve agressie voorspeld wordt door de mate van empathie. Daarbij komt naar voren dat hoe meer empathie een kind vertoont, hoe minder reactieve agressie het kind gebruikt. Reactieve en proactieve agressie hangen echter niet samen met de kwaliteit van taalvaardigheid. Deze resultaten bieden perspectief voor vervolgonderzoek naar reactieve en proactieve agressie in relatie tot neurocognitieve en psychologische functies bij kinderen en jongeren, om zodoende het precieze effect van deze functies op reactieve en proactieve agressie vast te kunnen stellen. Vervolgonderzoek zal op deze manier leiden tot effectieve interventies die gericht zijn op het verminderen van agressie bij kinderen en jongeren.Show less
Achtergrond Nog niet eerder is er onderzoek gedaan naar een eventuele relatie tussen aandacht, empathie en ADHD. Doel Dit onderzoek richt zich op de vraag of er een relatie is tussen aandacht en...Show moreAchtergrond Nog niet eerder is er onderzoek gedaan naar een eventuele relatie tussen aandacht, empathie en ADHD. Doel Dit onderzoek richt zich op de vraag of er een relatie is tussen aandacht en empathie waarbij cognitieve en affectieve empathie onderscheiden worden. Daarbij wordt gekeken of het hebben van ADHD van invloed is op deze relatie. Methoden De steekproef voor dit onderzoek bestond uit 79 jongens met een leeftijd tussen de 8 en 12 jaar (M = 9.57, SD = 1.33). Er is onderscheid gemaakt tussen jongens met ADHD (N = 60) en jongens zonder ADHD (N = 19). Om de mate van affectieve en cognitieve empathie te meten is gebruik gemaakt van de BES. De IEKA is gebruikt om de mate van affectieve empathie te meten. De ANT SA-DOTS is gebruikt om de volgehouden aandacht te meten. Met gebruik van een independent t-test zijn de gemiddelde scores voor de kinderen met ADHD en zonder ADHD op de gebruikte instrumenten vergeleken. Om te kijken of er een relatie bestaat tussen aandacht en cognitieve en affectieve empathie bij kinderen met en zonder ADHD zijn twee ANCOVA’s uitgevoerd. Resultaten Jongens met ADHD scoorden op de IEKA significant lager dan jongens zonder ADHD, wat inhoudt dat jongens met ADHD minder affectieve empathie hebben dan jongens zonder ADHD (t (124) = -2.10, p = 0.44). Discussie Een relatie tussen aandacht en cognitieve en affectie empathie is niet gevonden. Ook werd niet gevonden dat het hebben van ADHD invloed heeft op deze relatie. Dit zou verklaard kunnen worden doordat alleen gekeken is naar trait empathie en niet naar state empathie. Verder kwam naar voren dat kinderen met ADHD significant minder affectieve empathie hebben dan kinderen zonder ADHD, wat in overeenstemming is met eerdere onderzoeken.Show less
Psychopathische trekken kunnen al bij kinderen geobserveerd worden. Een gebrek aan affectieve empathie wordt gezien als de kern van psychopathie. In dit onderzoek worden 38 kinderen onderzocht op...Show morePsychopathische trekken kunnen al bij kinderen geobserveerd worden. Een gebrek aan affectieve empathie wordt gezien als de kern van psychopathie. In dit onderzoek worden 38 kinderen onderzocht op psychopathie en empathie met behulp van twee vragenlijsten: de ‘Antisocial Processing Screening Device-Parent Form’ (APSD-PF) en de ‘Basic Empathy Scale’ (BES). 18 kinderen hebben één of beide disruptieve gedragsstoornissen (DBD), namelijk een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD) of een antisociale gedragsstoornis (CD). Bevestigd wordt dat kinderen met DBD significant meer psychopathische trekken hebben en significant minder empathisch zijn dan kinderen zonder DBD. Er wordt ook een significante negatieve correlatie gevonden tussen empathie en psychopathie en de mate van empathie voorspelt de mate van psychopathische trekken bij kinderen. De verwachte negatieve correlatie tussen affectieve empathie en psychopathie wordt niet gevonden.Show less