Volgens de taalkundige relativiteitshypothese is het mogelijk dat de taal die iemand spreekt invloed heeft op de manier van denken (Brysbaert et al. 1998: 52-55; Boroditsky 2001: 2). Onderzocht...Show moreVolgens de taalkundige relativiteitshypothese is het mogelijk dat de taal die iemand spreekt invloed heeft op de manier van denken (Brysbaert et al. 1998: 52-55; Boroditsky 2001: 2). Onderzocht werd of dit ook geldt voor getallen in het Nederlands en Engels, die vanaf het getal 21 een verschillende structuur hebben. Dit verschil in structuur zou er toe kunnen leiden dat Nederlands- en Engelstalige sprekers bij het verwerken van deze getallen de aandacht op verschillende onderdelen van het getal richten. Eerder was er al een effect gevonden in een onderzoek waarin Duits en Engels werden vergeleken (Nuerk et al. 2004). In het huidige onderzoek moesten Engelstaligen en Nederlandstaligen getallen voorlezen, waarbij hun oogbewegingen werden gevolgd. Er werd een klein, maar significant verband effect gevonden tussen moedertaal en de locatie van de eerste fixatie. Dit kan duiden op invloed van moedertaal op het verwerken van getallen.Show less