Ouderbetrokkenheid is van cruciaal belang voor de academische prestaties van leerlingen, zoals blijkt uit talrijke studies. Toch bestaan er nog onduidelijkheden over de definitie en waardering van...Show moreOuderbetrokkenheid is van cruciaal belang voor de academische prestaties van leerlingen, zoals blijkt uit talrijke studies. Toch bestaan er nog onduidelijkheden over de definitie en waardering van ouderbetrokkenheid door ouders/verzorgers en leerkrachten, evenals over de meest effectieve strategieën om deze betrokkenheid te verbeteren. Dit onderzoek verkende ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, specifiek in de groepen 6, 7 en 8, en beoogde praktijkgericht advies te geven aan OOK Pedagogische Expertise Groep over manieren om ouderbetrokkenheid te bevorderen. Het perspectief van ouders/verzorgers en leerkrachten op ouderbetrokkenheid stond centraal in dit onderzoek. Epstein's 'Framework of Six Types of Involvement' fungeerde als het theoretisch raamwerk, waarbij de focus lag op de domeinen communication, learning at home en parenting. De hoofdvraag van het onderzoek luidde: ‘Wat verstaan ouders en leerkrachten onder ouderbetrokkenheid richting school?'. De deelvragen onderzochten wat leerkrachten en ouders/verzorgers het belangrijkste domein van ouderbetrokkenheid vinden, de mate van overeenstemming tussen de opvattingen van beide groepen, en de variatie in opvattingen tussen ouders/verzorgers van verschillende klassenjaren. Voor dit onderzoek is een kwantitatieve enquêtemethode gebruikt. Online vragenlijsten zijn verspreid onder 117 Nederlandse respondenten (59 leerkrachten en 58 ouders/verzorgers) van leerlingen in groep 6, 7, of 8 uit Noord- en Zuid-Holland. De vragenlijsten waren gericht op de perceptie van ouderbetrokkenheid binnen de context van Epstein's domeinen. De resultaten toonden aan dat ouders/verzorgers en leerkrachten dezelfde perceptie hebben over het brede construct ouderbetrokkenheid. Zo was voor leerkrachten en ouders/verzorgers het domein communication het belangrijkst, gevolgd door parenting en vervolgens learning at home. Daarentegen was er enige variatie in de percepties van beide groepen tussen de drie domeinen. Zo was er tussen de domeinen parenting en learning at home voor leerkrachten geen significant verschil, terwijl bij ouders/verzorgers deze domeinen wel significant van elkaar verschilde. Dit benadrukt de complexiteit van de percepties rond ouderbetrokkenheid. Tot slot zijn er geen significante verschillen gevonden over het concept ouderbetrokkenheid als over de drie domeinen tussen de ouders/verzorgers van verschillende klassenjaren. De bevindingen bieden aanknopingspunten voor de praktijk, waaronder de ontwikkeling van strategieën om de communicatie tussen de school en de ouder(s)/verzorger(s) te verbeteren en learning at home en parenting te stimuleren. Het streven van deze aanbevelingen is het verbeteren van de samenwerking tussen ouders/verzorgers en leerkrachten, wat naar verwachting zal resulteren in hogere ouderbetrokkenheid. De maatschappelijke waarde van deze studie ligt in het bijdragen aan kennis over ouderbetrokkenheid. De adviezen naar aanleiding van dit onderzoek kunnen door OOK Pedagogische Expertise Groep worden gebruikt om interventies te ontwikkelen en ouderbetrokkenheid in het onderwijs te bevorderen.Show less
Embalming Time is a theoretical inquiry into the temporality of film - consisting of three parts - in associative conversation with a visual thesis. The first chapter of the thesis is centered...Show moreEmbalming Time is a theoretical inquiry into the temporality of film - consisting of three parts - in associative conversation with a visual thesis. The first chapter of the thesis is centered around more ‘classical’ thought about the temporality of film; ranging from Andre Bazin to Roland Barthes’ view on cinema and its impossibility to have a punctum - and how these are brought together and critically reworked by Laura Mulvey. The second chapter revolves around Gilles Deleuze’s Cinema books and the Bergsonian heritage of his conception of film as a medium. The third and last chapter (featuring at once one of the most recent film-philosophers and arguably the oldest) discusses Jacques Rancière’s writings on cinema, focusing on film’s opsis -its pure visuality -over the narrative qualities of the medium, and dives deeper into the influence of Jean Epstein’s thinking about film, focused through his discussions of photogénie and slow motion. Together, these three chapters form a tentative inquiry towards the possibility of a new cinematic form, of which the temporality of the filmic medium is integrally and inextricably part.Show less