Purpose: This study is an exploration of the relationship between self-image and externalizing problem behavior for girls. This behavior is most commonly observed for boys but seems to be the most...Show morePurpose: This study is an exploration of the relationship between self-image and externalizing problem behavior for girls. This behavior is most commonly observed for boys but seems to be the most difficult to inhibit for girls. This study may contribute to novel interventions for this specific group of girls. Besides self-image, the subdomain social acceptance, the subdomain physical appearance and age may also be related with this behavior for girls. Therefore, these variables have also been included in the study. Methods: The subjects of this study were girls between eight and eighteen years old (n = 35) who participated in a bigger study from the Preventief Interventie Team (PIT) that selected children and adolescents based on their higher risk for showing externalizing behavior. The Competentie Belevingsschaal voor Kinderen (CBSK) and the Compententie Belevingsschaal voor Adolescenten (CBSA) were filled out by the girls themselves to measure self-image and the two subdomains social acceptance and physical appearance. To measure externalizing problem behavior in the study subjects, the Teacher Report Form (TRF) was taken by the teachers and the Child Behavior Checklist (CBCL) was taken by the parents. Results: Self-image and social acceptance both correlate significantly with externalizing behavior as judged by the teachers but not by the parents. Physical appearance and age did not show such correlation, consequently self-image is not a mediator for the relationship between age and externalizing behavior. Conclusions: These results suggest that girls with a more positive self-image or girls who feel socially accepted show more externalizing behavior at school, but not at home. Based on the study limitations these conclusions must be interpreted carefully. With a bigger sample, more variable sources and diverse measurements, future research can hopefully focus on how interventions can help these girls develop a realistic self-image to inhibit or even prevent externalizing behavior.Show less
Eerder onderzoek laat zien dat slaapduur bij adolescenten negatief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. In huidig onderzoek wordt bekeken of Body Mass Index (BMI) een...Show moreEerder onderzoek laat zien dat slaapduur bij adolescenten negatief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. In huidig onderzoek wordt bekeken of Body Mass Index (BMI) een mediërende rol speelt in de relatie tussen slaapduur en probleemgedrag, waarbij wordt verwacht dat slaapduur negatief samenhangt met BMI en dat BMI positief samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Huidig onderzoek vindt plaats in Pune in India, omdat in niet-westerse landen mogelijk een andere relatie wordt gevonden. Huidig onderzoek is gedaan bij 121 jongens en 65 meisjes met een hoog sociaaleconomische in de leeftijd van 10 tot 14 jaar (M = 12.27, SD = 1.10). Resultaten van huidig onderzoek geven aan dat slaapduur niet direct samenhangt met internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Verder is er een significant negatieve relatie gevonden tussen slaapduur en BMI en een significant positieve relatie gevonden tussen BMI en internaliserend probleemgedrag. Dit geeft aan dat slaapduur indirect samenhangt met internaliserend probleemgedrag.Show less
Het doel van deze studie was om bij Turks-Nederlandse moeder-kind paren te onderzoeken of positief ouderschap van de moeder samenhangt met minder externaliserend probleemgedrag van het kind en of...Show moreHet doel van deze studie was om bij Turks-Nederlandse moeder-kind paren te onderzoeken of positief ouderschap van de moeder samenhangt met minder externaliserend probleemgedrag van het kind en of deze relatie sterker was bij kinderen met een moeilijk temperament. De steekproef bestond uit 75 eerste en tweede generatie Turkse moeders en hun kinderen van 5 of 6 jaar oud. Positief ouderschap werd geobserveerd in een probleemoplossende taak. Het gedrag van de moeder werd gecodeerd met de Emotional Availability Scales (EA Scales; Biringen, 1998). Voor het meten van temperament en externaliserend probleemgedrag werden vragenlijsten afgenomen bij de moeder. Positief ouderschap was gerelateerd aan minder externaliserend probleemgedrag en moeilijk temperament aan meer externaliserend probleemgedrag. Temperament modereerde de relatie tussen positief ouderschap en externaliserend probleemgedrag niet. Wel werd er een interactie-effect gevonden met de subschalen van de variabelen positief ouderschap, temperament en externaliserend probleemgedrag. De relatie tussen afwezigheid van intrusiviteit en minder problemen met leeftijdgenoten was sterker voor kinderen die moeilijk kalmeerbaar waren. Ons onderzoek suggereert dat probleemgedrag bij kinderen verminderd zou kunnen worden door positief ouderschap te bevorderen door middel van interventieprogramma’s. Kinderen met een moeilijk temperament zouden extra kunnen profiteren van interventie- en preventieprogramma’s.Show less