Deze scriptie bespreekt de rol van de opstandsleider Simon bar Giora in de Joodse Oorlog (66-70), als onderdeel van een breder onderzoek naar de strijdmotieven van de Joodse opstandelingen. Hierbij...Show moreDeze scriptie bespreekt de rol van de opstandsleider Simon bar Giora in de Joodse Oorlog (66-70), als onderdeel van een breder onderzoek naar de strijdmotieven van de Joodse opstandelingen. Hierbij wordt gekeken naar drie factoren en hun respectievelijke belang voor Simon bar Giora: banditisme, streven naar 'vrijheid', en religie (het Jodendom). Op deze manier vormt deze scriptie zowel een aanvulling als kritiek op het werk van Pieter Rodts, die meent dat de Joodse Oorlog grotendeels een machtsstrijd tussen verschillende ‘bandieten’-leiders betrof. De scriptie gebruikt hiervoor de Bellum Judaicum, geschreven door de Joodse historicus Flavius Josephus. Aangezien Josephus een polemische houding inneemt tegenover opstandelingen als Simon bar Giora en doorgaans weinig expliciet is over hun motieven of doeleinden, gebruikt deze scriptie indirecte aanwijzingen in het taalgebruik van Josephus om de motieven van Simon en andere opstandsleiders te reconstrueren. De verschillen tussen de respectievelijke beschrijvingen van de opstandsleiders worden daarbij als bewijs opgevat voor verschillen tussen de strijdmotieven of de retoriek van deze rebellenleiders. Hoewel de feitelijke motieven van Simon bar Giora en andere opstandelingen onduidelijk blijven, wordt wel duidelijk dat politieke en religieuze idealen een belangrijke rol speelden voor de Joodse opstandelingen. De vondsten zijn in principe verenigbaar met de these van Pieter Rodts.Show less
This study searches for an answer to the question who the Palestinian leistes was and which role he played within early Roman Palestinian society. It starts with a re-examination of earlier models,...Show moreThis study searches for an answer to the question who the Palestinian leistes was and which role he played within early Roman Palestinian society. It starts with a re-examination of earlier models, mainly the Zealot model and the social banditry model. Due to dissatisfaction with both major models, it continues by seeing latrocinium as a means used by both regional strongmen and Palestinian peasant communities to fulfil economic, social, and political goals. Peasants entered into patronal relations with regional strongmen and performed latrocinium-like activities for the former in exchange for protection against subsistence crises and external enemies. The regional strongmen on the other hand, used their leistai to strengthen their own position in society. This study looks at how latrocinium worked in Early Roman Palestine and how it penetrated into all levels of society. Furthermore, making use of both the model developed in this study and the model of multi-polar network-centric insurgency, it proposes a new way of looking at the First Jewish War (66-74AD) and at the role of leistai within this event.Show less