The current paper examines the use of political violence during the Ruhr Uprising of 1920. Its main focus is the reaction of the SPD and the KPD to the uprising and its bloody suppression by the...Show moreThe current paper examines the use of political violence during the Ruhr Uprising of 1920. Its main focus is the reaction of the SPD and the KPD to the uprising and its bloody suppression by the Reichswehr and Freikorps. It also contextualises the Uprising and violence that followed by connecting local events in the Ruhr with national developments, such as the Kapp Putsch and international trends of post-war instability and brutality. The paper through its examination of Vorwärts and Die Rote Fahne argues that both the SPD and KPD changed their understanding of the role of violence in preserving or overthrowing the Weimar Republic, respectively. On the one hand, the KPD, weakened by the failures of 1919 did not push for the spread of revolutionary violence. On the other hand, the SPD shifted ideologically from its 1919 of understanding state-sponsored violence as necessary for preserving the integrity of the State. It now understood violence as a tool for protecting the well-being of Germany’s citizenry. A tool to be used sparingly and with restraint, because it needed popular support to be legitimate. This new understanding of state-sponsored violence was not shared by the men tasked with suppressing the Uprising. The result was another bloody chapter in the life of the young RepublicShow less
In maart 1920 werd de jonge Weimarrepubliek geconfronteerd met een socialistische revolutie van 60.000 arbeiders en mijnwerkers in het Roergebied en het Bergische Land. Om de orde te herstellen...Show moreIn maart 1920 werd de jonge Weimarrepubliek geconfronteerd met een socialistische revolutie van 60.000 arbeiders en mijnwerkers in het Roergebied en het Bergische Land. Om de orde te herstellen stuurde de regering een leger van 45.000 soldaten, merendeels van de paramilitaire Freikorpsen. De daaropvolgende militaire confrontatie en de zuivering van het industriegebied zorgden voor een golf van geweld waarbij 1000 tot 3000 revolutionairen, burgers en militairen om het leven kwamen. Het handelen van de ordetroepen was bruut en werd gekenmerkt door extreem geweld. Dit onderzoek tracht te beantwoorden waarom dit extreme geweld werd toegepast, door de acties aan de Roer in de bredere context van de vroege Weimarrepubliek te plaatsen en door de Freikorpsmannen te leren begrijpen via hun memoires.Show less
De Eerste Wereldoorlog had enorme gevolgen voor Duitsland. In de naschokken van de oorlog werd de Duitse samenleving steeds verder gepolariseerd en geradicaliseerd. In deze scriptie kijk ik naar de...Show moreDe Eerste Wereldoorlog had enorme gevolgen voor Duitsland. In de naschokken van de oorlog werd de Duitse samenleving steeds verder gepolariseerd en geradicaliseerd. In deze scriptie kijk ik naar de gevolgen daarvan in Beieren, waar links en rechts recht tegenover elkaar stonden en wat uiteindelijk resulteerde in een ware burgeroorlog met honderden doden tot gevolg. Maar ook binnen deze groepen bestonden grote onderlinge verschillen. Het extreme geweld en de onderlinge verschillen staan centraal in deze scriptie.Show less
Er was, conform de strikte definiëring van Nipperdey, een zeer beperkte continuïteit tussen enerzijds de vrijkorpsen en hun gedachtengoed en anderzijds de nazi’s met hun ideologie en het Derde Rijk...Show moreEr was, conform de strikte definiëring van Nipperdey, een zeer beperkte continuïteit tussen enerzijds de vrijkorpsen en hun gedachtengoed en anderzijds de nazi’s met hun ideologie en het Derde Rijk. De identiteit van de vrijkorpsen week op essentiële onderdelen af om van een gehele of gedeeltelijke voortzetting van identiteit te spreken die langs schakels in de tijd is voortgezet. De vrijkorpsen kunnen hierdoor niet aangemerkt worden als de voorhoede, voorlopers of herauten van het nazisme. Ondanks dit alles zijn de vrijkorpsen wel wegbereiders geweest voor de nazi’s en uiteindelijk het Derde Rijk. De vrijkorpsen hadden niet alleen een nieuwe dimensie toegevoegd aan het politieke geweld in Duitsland na 1918, waarmee de basis gelegd werd voor de latere brutalisering van de politieke cultuur in de Weimarrepubliek. Tevens hebben vrijkorpsen en vooral Baltikumer de politieke orde van de Weimarrepubliek stelselmatig ondergraven. De vrijkorpsen werden oorspronkelijk opgericht om in de woorden van Schleicher “voor de republiek te vechten”. Maar tijdens hun relatief korte bestaan hadden vrijkorpsen in de ‘Baltikum’ gemuit tegen de eigen regering en haar in een lastig parket gebracht met wat Noske correct betitelde als “luchtkastelen”. Vrijkorpsen, waaronder Baltikumer, waren ook betrokken geweest bij de reactionaire Kapp-Lüttwitz-putsch. Deze putsch was juist gericht tegen de republiek die de vrijkorpsen geacht werden te beschermen. De organisaties die uit de vrijwilligerseenheden voortkwamen bleven na de formele opheffing van de vrijkorpsen in juni 1920 de Weimarrepubliek met putschplannen en vooral politieke moorden bestrijden. Tot en met 1922 vonden er maar liefst rond de 350 moorden plaats die voor een groot deel werden gepleegd door de OC onder leiding van Hermann Ehrhardt. Ehrhardt was daarnaast betrokken geweest bij de oprichting van een voorloper van de SA en Roßbach stichtte Ortsgruppen van de NSDAP. Na de Hitler-putsch verdwenen de vrijkorpsen uit beeld, mede als gevolg van ‘de legale weg’ van Hitler. De romans en bijbehorende mythen over de vrijkorpsen holden de republiek later nog verder uit met uiteindelijk fatale consequenties door de komst van het Derde Rijk.Show less