Dit onderzoek heeft bestudeerd hoe Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FvD) als rechtspopulisten nationale identiteit construeren in relatie tot verschillende media. Hiervoor is gebruik gemaakt...Show moreDit onderzoek heeft bestudeerd hoe Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FvD) als rechtspopulisten nationale identiteit construeren in relatie tot verschillende media. Hiervoor is gebruik gemaakt van een kwalitatieve en kwantitatieve framinganalyse. Uit de kwalitatieve analyse blijkt dat zowel Wilders als Baudet de Nederlandse identiteit vormgeven op basis van waarderende frames die geen specifieke kenmerken voortbrengen, waardoor het Nederlanderschap berust op een gevoel, en niet op een definitie. Identiteit is in de overtuiging van beide populisten statisch, het moet beschermd worden. Dit uitgangspunt zorgt ervoor dat de invalshoek van de frames verband houden met gevaar en het terugveroveren van de controle over Nederland door het volk. Het tweede deel van dit onderzoek, de kwantitatieve analyse, laat zien hoe de Volkskrant en De Telegraaf omgaan met de frames van Wilders en Baudet. De Volkskrant als linksgeoriënteerd medium heeft een merkbare afkeer van Wilders en Baudet en zoekt de confrontatie op. De Telegraaf is een rechts kanaal dat minder moeite heeft met de ideologieën van de rechtspopulisten, de krant neemt een gematigde positie in ten opzichte van de uitingen van de politici. Opvallend is dat de FvD-leider aan het begin van de onderzoeksperiode nog een relatieve onbekende is en weinig aandacht trekt, terwijl Wilders vrijwel de gehele periode stabiel het nieuws beheerst. De bevindingen van dit onderzoek tonen aan dat de uitingen van Wilders en Baudet passen in de rechtspopulistische theorie en de werking van de hedendaagse media beide politici in staat stelt te scoren en te agenderen.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de manier waarop Pechtold en Wilders de kiezers semantische rollen toebedelen in hun parlementaire bijdragen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de manier waarop Pechtold en Wilders de kiezers semantische rollen toebedelen in hun parlementaire bijdragen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2007, 2013 en 2014 en het Debat over de regeringsverklaring van 2012. Het onderzoek sluit aan bij de toenemende belangstelling voor het empirisch meten van populisme. Om de semantische rolverdeling te onderzoeken is gebruik gemaakt van een transitiviteitsanalyse. Hiermee kan op een systematische wijze onderzocht worden welke rollen (groepen) mensen toebedeeld krijgen. Uit de analyse blijkt onder andere dat Wilders in dit corpus relatief gezien significant vaker een agentieve rol toebedeelt aan kiezers dan Pechtold.Show less
Europe’s internal and external threats – from the negative impacts of the 2008 global financial crisis to the current migratory pressures on its borders, along with its social impact on European...Show moreEurope’s internal and external threats – from the negative impacts of the 2008 global financial crisis to the current migratory pressures on its borders, along with its social impact on European societies and identities, have stimulated European citizens to reject the liberal status quo. The declining levels of trust in politicians, political parties and towards national and European institutions have created space for right-wing populist actors to enter the political arena. In more recent years this has paved the way for far-right political parties and movements led by Marine Le Pen, Matteo Salvini, Viktor Orbán, Heinz-Christian Strache and Alexander Gauland. These populist leaders across the continent have positioned themselves as the main contender to mainstream politics moving from a marginal position to the centre stage. The emergence of populism has shifted the balance of political forces in Europe and left behind a polarised and fragmented party system within the European political landscape. This paper will analyse how populism as a ‘thin’ ideology along with nationalism is articulated by radical-right populist parties within EU member states. The purpose of this study is to assess the growing support for the Dutch Party for Freedom (PVV), The National Rally (RN) in France and the Italian Northern League (LN), in particular with regard to the political discourse they use in the process of gaining electoral votes and bringing to the centre their core values and beliefs. This paper will provide clear examples of how the rise of populism has made it more difficult for a voter to make a distinction amidst the populist appeal and the actual values and target of these political parties and their leaders.Show less
In deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar het als exclusionair gepercipieerde taalgebruik van Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2015, waarbij taalgebruik is...Show moreIn deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar het als exclusionair gepercipieerde taalgebruik van Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2015, waarbij taalgebruik is opgevat als argumentatie en de stilistische presentatie daarvan. Uit het onderzoek blijkt dat de door Wilders gebruikte argumentatieve topen en de stilistische vormgeving daarvan een mogelijke bijdrage leveren aan de indruk dat hij asielzoekers en vluchtelingen buitensluit.Show less
Where do the European Court of Justice and national tribunals draw the line between freedom of speech and the protection of minorities? How is social coherence in democratic societies pursued if...Show moreWhere do the European Court of Justice and national tribunals draw the line between freedom of speech and the protection of minorities? How is social coherence in democratic societies pursued if linguistic insults drive a wedge between citizens? Recent attempts to ban hate speech, court cases on Holocaust denials, and the condemnation of comedy expressions reveal the vibrant intersection of freedom of expression and hate speech. With the aim of providing an outlook on the juridical, political, and ideological future of EU member-states, this thesis investigates some of the implications of attempts to legally enforce speech. Focusing on the prosecution of Geert Wilders since 2014, I argue that the victim of hate speech is always influenced by a historicity that exceeds the present, regardless of context. Furthermore, I will state that the roots of insults lie in the antagonisms of modern democratic societies that encapsulate latent enmity and a lack of tolerance. I therefore propose to address hurt through public debate and not law, since the latter is a mere regulatory instrument of human behavior. Finally, the criminalization of speech narrows the space for debate and ignores and reinforces societal antagonisms: the deep-rooted cause of distrust and conflict that is once to blossom.Show less
De populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een...Show moreDe populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een standpunt. Dit argument komt in de argumentatieve praktijk veelvuldig voor, vooral in het communicatieve domein van de politiek. Deze scriptie richt zich op de mogelijkheden en het gebruik van talige middelen in de presentatie van het argumentum ad populum. Hiertoe is zowel een theoretisch-analytisch als een corpusonderzoek naar de populistische variant van ad populum-argumentatie beschreven, dat uit drie onderdelen bestaat: (1) een theoretische afbakening van het argument, (2) een inventarisatie van talige presentatiemogelijkheden van het argument in de argumentatieve praktijk en een analyse van het strategisch potentieel van deze mogelijkheden, en (3) een corpusonderzoek naar de presentatie van het argumentum ad populum door Geert Wilders. Opvallende talige kenmerken waarmee een discussianten zijn ad populum-argumentatie strategisch kan presenteren zijn een perspectiverend werkwoord en de representaties van aantallen. In een corpusonderzoek is het gebruik van het argumentum ad populum door de populistische politicus Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 2004 tot en met 2016 geanalyseerd en ter vergelijking een corpus van bijdragen van de eveneens populistische politicus Henk Krol aan de APB van 2012 tot en met 2016. Uit een kwantitatieve analyse naar verschillende presentationele kenmerken komt naar voren dat de keuzes die Wilders significant vaker maakt dan Krol passen binnen een strategie die overeenkomt met de doelen van zijn populistische politieke stijl, waarbij het verwijzen naar en identificeren met de kiezer voorop staat. Deze keuzes die hij maakt in de presentatie van zijn argumentatie appelleren namelijk aan contextafhankelijke normen en conventies van een democratische rechtsstaat die ervoor zorgen ervoor dat politici een verantwoordelijkheid hebben om de inwoners van het land te vertegenwoordigen.Show less
A study on the democratic values of the PVV. The study is divided in three different sectors, examining the party's ideologies, the party's organisational structure and the party's and the way the...Show moreA study on the democratic values of the PVV. The study is divided in three different sectors, examining the party's ideologies, the party's organisational structure and the party's and the way the party functions in the Dutch democratic society.Show less
Deze scriptie bevat een taalkundig-stilistisch onderzoek naar de mate waarin Geert Wilders de kiezer in zijn parlementaire toespraken centraal stelt in de jaren 2004, 2007 en 2015. Is de...Show moreDeze scriptie bevat een taalkundig-stilistisch onderzoek naar de mate waarin Geert Wilders de kiezer in zijn parlementaire toespraken centraal stelt in de jaren 2004, 2007 en 2015. Is de ontwikkeling in populistische richting die mediaoordelen over Wilders in deze periode suggereren ook terug te zien in zijn inzet van stilistische strategieën? De studie richt zich op de mate waarin Wilders in zijn speeches naar de kiezer verwijst en de mate waarin - en manier waarop - Wilders de kiezer zijn eigen perspectief toekent.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit BA-eindwerkstuk wordt een diachroon corpusonderzoek gepresenteerd van 47 parlementaire toespraken van Geert Wilders uit de periode 2004-2009. Aan de hand hiervan is onderzocht of Wilders'...Show moreIn dit BA-eindwerkstuk wordt een diachroon corpusonderzoek gepresenteerd van 47 parlementaire toespraken van Geert Wilders uit de periode 2004-2009. Aan de hand hiervan is onderzocht of Wilders' gebruik van intensiveerders door de jaren heen is veranderd. Een taalkundig-stilistische analyse laat zien dat dit inderdaad het geval is: Wilders’ gebruik van intensiveerders, waarmee hij zijn uitingen kracht kan bijzetten, blijkt tussen 2004-2009 significant te zijn toegenomen. Ook wordt er gekeken welke soorten intensiveerders voor deze toename verantwoordelijk zijn. Bovendien wordt een vergelijking gemaakt met Van Leeuwen (2015) die onderzoek deed naar Wilders' gebruik van complementatie in hetzelfde corpus.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Wilders en Pechtold wekken verschillende indrukken wat betreft het creëren van nabijheid of afstandelijkheid met hun publiek. Pechtold wekt de indruk zich afstandelijk op te stellen van de mensen...Show moreWilders en Pechtold wekken verschillende indrukken wat betreft het creëren van nabijheid of afstandelijkheid met hun publiek. Pechtold wekt de indruk zich afstandelijk op te stellen van de mensen in het land, maar nabij de Haagse collega's, en voor Wilders geldt het omgekeerde. In deze scriptie wordt dat eerste aspect onderzocht, namelijk of er stilistische aanwijzingen zijn die de indruk bevestigen dat Wilders inderdaad meer dan Pechtold nabijheid creëert met de kiezer. Dat wordt gedaan door een frequentieonderzoek (het tellen van het aantal verwijzingen naar de kiezer), en door een analyse van de mate waarin beide heren de kiezer een eigen perspectief toekennen. Het blijkt dat Wilders significant vaker naar de kiezer verwijst dan Pechtold. Bovendien gebruikt Wilders daar perspectiefvormen voor waarvan aangenomen wordt dat die de verantwoordelijkheid leggen bij het opgevoerde personage, in dit geval de kiezer. Voor zowel Wilders als Pechtold geldt bovendien dat ze na 2011 significant vaker naar de kiezer zijn gaan verwijzen.Show less
In this thesis the behaviour of the Members of the European Parliament (MEPs) of the Dutch Freedom Party is examined. The research question is: How can the behaviour of the MEPs of the Dutch...Show moreIn this thesis the behaviour of the Members of the European Parliament (MEPs) of the Dutch Freedom Party is examined. The research question is: How can the behaviour of the MEPs of the Dutch Freedom Party be characterized? The behaviour of the MEPs of the Freedom Party is researched through the use of role theory. There are many different typologies concerning the roles of members of national parliaments, MEPs and eurosceptic MEPs which are discussed in this thesis. It is then researched which of these roles are applicable to the behaviour of the MEPs of the Freedom Party. The parliamentary activities (written questions, motions for resolutions, speeches in the plenary, attendance to plenary) of the MEPs of the Freedom Party are covered and two MEPs (Barry Madlener and Auke Zijlstra) of the Freedom Party were asked a number of questions about their behaviour in the European Parliament.Show less