Zeven Nederlandse gemeenteraadsleden gingen na de algemene kieswetten van 1917 en 1919 op onorthodoxe wijze het debat aan. Ze stelden zich verkiesbaar om de raadzaal als platform te benutten voor...Show moreZeven Nederlandse gemeenteraadsleden gingen na de algemene kieswetten van 1917 en 1919 op onorthodoxe wijze het debat aan. Ze stelden zich verkiesbaar om de raadzaal als platform te benutten voor linksradicale ideeën, of er te protesteren tegen de stemopkomstplicht. Raads- en krantenverslagen tonen hoe ze gekant waren tegen politieke vertegenwoordiging, maar omgekeerd een veelal proletarisch nieuw electoraat vertegenwoordigden door zich in debat zowel tegengesteld te gedragen aan de heersende mores als zich hard te maken voor minderbedeelden. Met enerzijds hun beledigingen en brutale gedragingen en anderzijds hun gepassioneerde redes maakten ze dat het politieke debat gedurende de jaren twintig een stuk minder bedaard en bedaagd was dan tot nu toe werd aangenomen.Show less
Een onderzoek naar de politieke cultuur van de Leidse gemeenteraad van 1919-1920. In dit jaar debuteerde de SDAP in de Leidse gemeenteraad. Onderzoek richt zich op de verkiezingen, achtergrond van...Show moreEen onderzoek naar de politieke cultuur van de Leidse gemeenteraad van 1919-1920. In dit jaar debuteerde de SDAP in de Leidse gemeenteraad. Onderzoek richt zich op de verkiezingen, achtergrond van de SDAP-raadsleden en hun gedrag in de Leidse raad.Show less
Een onderzoek naar de wijze waarop de rekrutering en selectie van politieke partijen op lokaal niveau verloopt. Het onderzoek biedt inzicht in de procedures die leiden tot de totstandkoming van de...Show moreEen onderzoek naar de wijze waarop de rekrutering en selectie van politieke partijen op lokaal niveau verloopt. Het onderzoek biedt inzicht in de procedures die leiden tot de totstandkoming van de kandidatenlijst van een politieke partij in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de profielkenmerken waaraan kandidaat-raadsleden idealiter moeten voldoen.Show less
Een onderzoek naar de afstandsopvattingen en de afstandspercepties van gemeenteraadsleden over de afstand tussen burger en lokale politici en de wijze waarop deze opvattingen en percepties tot...Show moreEen onderzoek naar de afstandsopvattingen en de afstandspercepties van gemeenteraadsleden over de afstand tussen burger en lokale politici en de wijze waarop deze opvattingen en percepties tot stand komen.Show less
In 2002, a new Local Government Act (LGA) was introduced in Dutch legislation. An important objective of the LGA was to improve the councillors’ representative role and to revive local governance...Show moreIn 2002, a new Local Government Act (LGA) was introduced in Dutch legislation. An important objective of the LGA was to improve the councillors’ representative role and to revive local governance for citizens. Ten years have passed since the introduction of the law, but not all of its objectives have been reached, in particular with regard to the strengthening of the representative role of councillors. Citizens still judge councillors the same as before the introduction of the LGA. Although the position of the council towards the Board of Mayor and Aldermen did improve, councillors did not enhance their external orientation in their relation to the citizenry. It seems that in the realization of the LGA, the political-philosophical foundation of the term ‘representative’ has barely been discussed. Neither the Royal Committee that proposed the legislative reforms or the Dutch government stated their definition and objectives with regard to the representative role explicitly. As a result, the LGA was manifested in municipalities in various ways and the representative role of councillors in particular became the least improved function. I argue that with respect to introducing measures to strengthen the representative role, it is inevitable to first and foremost discuss the political-philosophical background of this term. It becomes clear that because of ideological differences, representatives will implement this function in various ways. It remains to be seen whether it is possible and desirable to define measures in order to ‘improve’ the representative role.Show less
Dit onderzoek richt zich op de fractieafsplitsingen binnen de Nederlandse gemeenteraden. Dit betekent dat één of meerdere raadsleden zich op een bepaald moment afsplitsen van hun fractie en...Show moreDit onderzoek richt zich op de fractieafsplitsingen binnen de Nederlandse gemeenteraden. Dit betekent dat één of meerdere raadsleden zich op een bepaald moment afsplitsen van hun fractie en verdergaan als onafhankelijke leden, of zich aansluiten bij een andere, al bestaande, fractie. Fractieafsplitsing is een controversieel verschijnsel dat steeds vaker voorkomt binnen de Nederlandse gemeenteraden (Fransman, 2006, 2009), en dikwijls leidt tot moeizame besluitvorming en minder stabiele colleges (Fransman, 2009; Korsten & Schoenmaker, 2011). In het onderzoek wordt gekeken of er statistische verbanden bestaan tussen de kenmerken van een politieke partij (partijkenmerken) en de karakteristieken van de gemeente waarin de partij actief is (gemeentekenmerken), en (de kans) op fractieafsplitsingen. Dit is interessant omdat afscheidingen mogelijk iets zeggen over de eenheid van politieke partijen, iets wat van belang is voor zowel de politieke wetenschap als voor de politiek zelf (Andeweg & Thomassen, 2010). Hiernaast kunnen afsplitsingen vanuit normatief perspectief als ongewenst worden beschouwd (De Bok, 2010). De maatschappelijke relevantie van het onderzoek ligt in het informeren van het electoraat over de kans op fractieafscheidingen voor politieke partijen in de gemeenteraad met bepaalde kenmerken, of voor partijen die actief zijn in een gemeente met specifieke karakteristieken (of een combinatie van beiden). De wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek ligt in het oplossen van een kennisprobleem, aangezien er nog geen overeenkomstig onderzoek lijkt te zijn gedaan.Show less