Martin Heideggers overdenkingen omtrent de moderne techniek zijn zeer invloedrijk en constitutief gebleken voor de techniekfilosofie, die zich sinds zijn tijd als serieuze filosofische discipline...Show moreMartin Heideggers overdenkingen omtrent de moderne techniek zijn zeer invloedrijk en constitutief gebleken voor de techniekfilosofie, die zich sinds zijn tijd als serieuze filosofische discipline is gaan vestigen. In deze studie verken ik op welke wijze Heideggers overdenkingen ontvangen zijn door hedendaagse techniekfilosofen. Er blijkt dat deze ontvangst overwegend kritisch is. In het bijzonder laat ik zien dat, waar Heidegger de techniek interpreteerde als een massaal, alles overkoepelend wezen, er van hedendaagse techniekfilosofen gezegd kan worden dat zij een empirische wending hebben gemaakt naar concrete technische artefacten in hun omgangspraktijk. Hierna laat ik zien, door mij voornamelijk te richten op de postfenomenologie van Don Ihde en Peter-Paul Verbeek, dat deze empirische wending problematischer is dan zij door empirische techniekfilosofen wordt begrepen, omdat het ‘maatgevende’ aspect van Heideggers techniekfilosofie niet consequent genoeg doorgedacht wordt. Vervolgens geef ik een herwaardering van Heideggers techniekfilosofie en actualiseer ik hem door twee hedendaagse ontwikkelingen te benoemen die als symptomen gezien kunnen worden van de moderne techniek volgens Heideggers interpretatie: de universele normatieve maatstaf die uit het zicht raakt en de ecologische crisis aan de hand van respectievelijk Werner Marx en Paul Kingsnorth. Ten slotte richt ik mijn aandacht op een door hedendaagse techniekfilosofen vaak buiten beschouwing gelaten aspect van Heideggers techniekfilosofie: het ‘reddende’ in de moderne techniek. Ik geef een interpretatie van dit reddende aspect aan de hand van de poëzie van Hölderlin, Heideggers favoriete dichter. Ik laat zien dat volgens Heidegger de redding ligt in het opnieuw ‘dichterlijk’ leren meten in het huidige tijdperk, dat gekenmerkt wordt door maat- en afstandsloosheid.Show less
In his later work Heidegger introduces a mirror play of four spheres, something which in the first instance seems enigmatic and incomprehensible. This design, what he calls the Geviert (Fourfold),...Show moreIn his later work Heidegger introduces a mirror play of four spheres, something which in the first instance seems enigmatic and incomprehensible. This design, what he calls the Geviert (Fourfold), seems to appear out of nowhere. But on second thoughts it becomes clear that it is a continuation of his earlier work, and it is an answer to the problems of the European thinking. The main question of my study: ‘What includes Heideggers Geviert?’ The thesis consists of four chapters. The first focuses on the conception of the design of the Geviert in Heideggers earlier works, such as Sein und Zeit and Urpsprung des Kunstwerkes. The second one talks about two spheres, the earth and the sky. The third one focuses on the other two spheres, the mortal and the godlike. The fourth chapter treats the relationship and the dynamic between the four spheres. One of the insights is that each sphere contains the dynamic of Heraclit’ phusis-concept. Herewith Heidegger harks back to the origin of the Western thought to address to problems that have sprung into this thinking at the root.Show less