Uit eerdere onderzoeken bleek dat het concordantiebeginsel in de rechtspraak van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, in de koloniën dikwijls doorbroken werd. Aan de hand van 106...Show moreUit eerdere onderzoeken bleek dat het concordantiebeginsel in de rechtspraak van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, in de koloniën dikwijls doorbroken werd. Aan de hand van 106 rechtszaken uit de tweede helft van de 18e eeuw is gekeken of deze stelling ook opgaat voor de rechtspraak in de forten op de Afrikaanse westkust, in het bijzonder in Elmina. De manier van procederen en kennis over rechtsbronnen uit de Republiek was bekend en werd in Elmina in de praktijk gebracht. Tegelijkertijd was door het ontbreken van een territoriale claim de rechtspraktijk in Elmina, meer dan in de Republiek, vatbaar voor veranderingen. In Elmina was er sprake van een rechtspluralistische entiteit waar verschillende rechtssystemen en jurisdicties naast elkaar bestonden. Er was echter maar beperkt sprake van wederzijdse beïnvloeding. De theorieën van Benton en Davis over parallelle rechtssystemen gaat dus maar ten dele op. Waar de rechtspraak in Elmina afweek van die in de Republiek had dit meer te maken met de lokale omstandigheden, zichtbaar in sociale verhoudingen en geografische verschillen waardoor een bepaalde straf minder voor de hand lag dan in de Republiek.Show less
Een thesis dat aan de hand van twee case studies uit de vroege 17e en 18e eeuw kwalitatief onderzoek doet (in plaats van kwantitatief) naar de sociale interactie tussen Nederlanders en Afrikanen op...Show moreEen thesis dat aan de hand van twee case studies uit de vroege 17e en 18e eeuw kwalitatief onderzoek doet (in plaats van kwantitatief) naar de sociale interactie tussen Nederlanders en Afrikanen op de Goudkust. Hierin is gebruik gemaakt van het werk van Pieter de Marees, Beschyvinghe ende historische verhael (1602) en het honderd jaar later gepubliceerde werk van Willem Bosman, Nauwkeurige Beschyving (1702).Show less
Wat voor soort relatie hadden de Nederlanders, met de Compagnie in het bijzonder, met de machtige confederatie Ashanti in het binnenland van de Goudkust? Dat is de hoofdvraag van dit onderzoek. Aan...Show moreWat voor soort relatie hadden de Nederlanders, met de Compagnie in het bijzonder, met de machtige confederatie Ashanti in het binnenland van de Goudkust? Dat is de hoofdvraag van dit onderzoek. Aan de hand van uitgebreid literatuur- en archiefonderzoek zal worden gepoogd een label te plakken op deze relatie. De focus zal daarbij liggen op de periode 1750-1772; een tijdvak van veel oorlogen in het binnenland, met blokkades van de handelswegen tot gevolgen. De mogelijke labels zijn geformuleerd op basis van politicologische concepten van relaties tussen verschillende volken of staten. Harvey Feinberg, historicus op het gebied van Afrika, heeft deze concepten eerder gebruikt om de relatie tussen de Nederlanders op de Goudkust en de inwoners van Elmina te kunnen duiden. Deze concepten blijken echter ook bruikbaar om de relatie tussen de Nederlanders en Ashanti te verklaren. Op basis van het descriptieve en analytische hoofdstuk kan worden vastgesteld dat hier sprake was van het politicologische concept dependent-independent, hoewel zo’n label nooit helemaal sluitend kan zijn. Ashanti als de onafhankelijke partij, de Compagnie daarentegen afhankelijk.Show less
Dit verslag onderzoekt de omgang tussen de Hollanders en Ashanti, vanuit Hollands perspectief, in de 18de en 19de eeuw. Deze relatie was onlosmakelijk verbonden met economische belangen, maar de...Show moreDit verslag onderzoekt de omgang tussen de Hollanders en Ashanti, vanuit Hollands perspectief, in de 18de en 19de eeuw. Deze relatie was onlosmakelijk verbonden met economische belangen, maar de belangen veranderden sterk door in- en externe oorzaken. Aan het einde van de 18de eeuw, tot aan de overdracht van de Nederlandse bezittingen aan de Engelsen in 1872, is er een grote omslag geweest. In dit onderzoek wordt er gekeken naar zowel de interne als externe gebeurtenissen die van invloed waren en bijdroegen aan het verval van de relatie.Show less
Deze scriptie analyseert de Nederlandse scheepvaart op Guinea gedurende de tweede helft van de achttiende eeuw. In 1734 had de WIC het handelsmonopolie op de Goud- en Slavenkust van Afrika verloren...Show moreDeze scriptie analyseert de Nederlandse scheepvaart op Guinea gedurende de tweede helft van de achttiende eeuw. In 1734 had de WIC het handelsmonopolie op de Goud- en Slavenkust van Afrika verloren, waarmee de retourvaart en slavenvaart werden opengesteld voor particuliere ondernemers. Na een rustige start kwam de particuliere handel tot bloei in de jaren ’50 en ’60. Ondanks de crisis in Suriname begin jaren ’70 nam de handel nauwelijks af. Het uitbreken van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog gaf de handel vanuit Afrika via Sint-Eustatius een nieuwe impuls, omdat de opstandelingen via deze route werden bevoorraad met slaven, wapens en munitie. Deze bevoorrading door Nederlandse handelaren was echter voor Groot-Brittannië aanleiding om de Republiek ook de oorlog te verklaren, en de particuliere vaart op Afrika werd een zware slag toegebracht met blokkades en inbeslagnames van schepen. Deze slag zou men niet meer te boven komen. Na de wapenstilstand in 1783 werden de handelscijfers uit de jaren voorafgaand aan het conflict niet meer bereikt.Show less
In juli 1722 werd de onkreukbaar geachte Abraham Houtman naar de Goudkust gestuurd als nieuwe directeur-generaal. Als buitenstaander moest hij orde op zaken stellen om de losgeslagen corruptie...Show moreIn juli 1722 werd de onkreukbaar geachte Abraham Houtman naar de Goudkust gestuurd als nieuwe directeur-generaal. Als buitenstaander moest hij orde op zaken stellen om de losgeslagen corruptie onder het WIC-personeel de kop in te drukken. Nog geen jaar later was hij dood en begraven. Zijn zware taken, de enorme tegenstand waar hij mee te maken kreeg en het ongezonde klimaat hadden hem de das omgedaan. De mislukte missie van Abraham Houtman geeft een inkijkje in de dagelijkse gang van zaken in de forten van de WIC aan de Goudkust. De Heeren Tien hadden allerlei ideeën over goede bedrijfsvoering, maar de realiteit in Afrika was weerbarstiger dan de plannen van het hoogste bestuursorgaan van de compagnie. Aan de hand van het directeur-generaalschap van Abraham Houtman geeft deze scriptie een beeld van leven en werken van Europeanen in West-Afrika in de jaren '20 van de achttiende eeuw.Show less
Marineofficieren Pieter van Hoogwerff en Jacob Andries van den Velden ondernamen in 1768-1770 en 1770-1771 reizen naar West-Afrika. Deze scriptie beschrijft hun werkzaamheden daar en hun houding...Show moreMarineofficieren Pieter van Hoogwerff en Jacob Andries van den Velden ondernamen in 1768-1770 en 1770-1771 reizen naar West-Afrika. Deze scriptie beschrijft hun werkzaamheden daar en hun houding ten opzichte van Afrikanen.Show less