In deze scriptie zijn kralen uit drie verschillende Merovingische grafvelden (Lent, Bergeijk, Posterholt) met elkaar vergeleken. Hierbij is gekeken naar o.a. vorm, kleur, decoratie en ...Show moreIn deze scriptie zijn kralen uit drie verschillende Merovingische grafvelden (Lent, Bergeijk, Posterholt) met elkaar vergeleken. Hierbij is gekeken naar o.a. vorm, kleur, decoratie en (vermoedelijke) datering. Uit deze analyse is gebleken dat de kralenassemblages van Bergeijk en Posterholt verschillen van die van Lent. Vervolgens is er gekeken naar mogelijke oorzaken voor deze verschillen; hierbij kan gedacht worden aan o.a. sociale, rituele en economische redenen. Een belangrijk element is dat de kralen van Lent vooral uit de zesde eeuw dateren en die van Posterholt en Bergeijk vooral uit de late zesde en zevende eeuw. Ook levert de analyse informatie op die gebruikt kan worden bij het reconstrueren van de kralenproductie in de vroege middeleeuwen op lokaal, regionaal en supraregionaal niveau.Show less
In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar het materiaal, met de nadruk op het aardewerk, dat in 1906 aan de Zuidweg te Naaldwijk is opgegraven. Teneinde de hoofdvraag zo goed mogelijk te kunnen...Show moreIn deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar het materiaal, met de nadruk op het aardewerk, dat in 1906 aan de Zuidweg te Naaldwijk is opgegraven. Teneinde de hoofdvraag zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden, heb ik twee deelvragen opgesteld. De eerste deelvraag ging over de ondergrond van het grafveld ten opzichte van de bijbehorende nederzetting. Hieruit bleek dat de nederzetting en het grafveld op een verschillende plaats in het landschap lagen. De nederzetting lag op een strandduin, die vaak hoger in het landschap liggen. Het grafveld lag in het lager gelegen, wat nattere gebied achter de strandduin waar de nederzetting op lag. Het grafveld lag dus op een andere locatie in het landschap. De reden hierachter is onduidelijk. Bij het beantwoorden van de tweede deelvraag heb ik aan de hand van de chronologieën van Siegmund (1998) en Müssemeier (2003) heb ik het aardewerk van de opgraving gedateerd. Na alle stukken individueel gedateerd te hebben, ben ik gekomen tot een algemene datering van 555 tot 620 AD +/- 50 jaar. Na de beantwoording van de deelvragen, heb ik de hoofdvraag beantwoord. Hieruit is gebleken dat verder onderzoek nog veel informatie kan opleveren. Wel is het duidelijk geworden, dat mensen in de merovingische periode gecremeerd werden. Of er ook begraven werd, is niet duidelijk. Inhumaties zijn niet aangetroffen, maar het is goed mogelijk dat deze er wel zijn geweest, maar dat ze verloren zijn gegaan.Show less