Deze scriptie onderzoekt de opvolgingspraktijk in Mughal-India tussen 1500 en 1630 en vergelijkt deze praktijk met de opvolgingspraktijk in vier verwante rijken: dat van de Mongolen, de Timuriden,...Show moreDeze scriptie onderzoekt de opvolgingspraktijk in Mughal-India tussen 1500 en 1630 en vergelijkt deze praktijk met de opvolgingspraktijk in vier verwante rijken: dat van de Mongolen, de Timuriden, de Safawiden en de Osmanen. Er wordt betoogd dat de meeste van de rijken een ontwikkelend opvolgingssysteem kenden, doordat de nadruk op de doorslaggevende factoren voor het praktisch verloop van een opvolging veranderde. Naar voren komt dat in alle rijken de factoren afstamming, aanwijzing, verkiezing en strijd van belang waren voor de invulling van het opvolgingssysteem. Voor de bestudeerde rijken geld ook dat de (op elkaar inwerkende) invloed van de islam en Turks-Mongoolse traditie, belangrijk waren voor de vorm die de opvolging kreeg. De analyse stoelt vooral op primaire bronnen voor het onderzoek naar Mughal-India en op secundaire bronnen met betrekking tot de verwante rijken. Hierbij biedt Jack Goody's opvolgingstheorie een kader aan de hand waarvan de ontwikkeling van de opvolgingssystemen wordt beschreven. Daarnaast is er specifieke aandacht voor de rol die de vrouwen van de dynastieën hadden met betrekking tot de vorming en verandering van de opvolgingssystemen. Uit het onderzoek blijkt dat de vrouwelijke invloed soms van doorslaggevend belang kon zijn voor de verandering van een opvolgingssysteem.Show less
This thesis defines slavery in eighteenth-century Cochin. By relying on courtcases and acts of transport, this thesis shows how slavery in eighteenth-century Cochin is connected with caste, VOC-law...Show moreThis thesis defines slavery in eighteenth-century Cochin. By relying on courtcases and acts of transport, this thesis shows how slavery in eighteenth-century Cochin is connected with caste, VOC-law and categorization, and local power structures.Show less
In de 17e en 18e eeuw voerde de Verenigde Oost-Indische Compagnie handel op de Malabarkust. De belangrijkste reden waarom ze in dit gebied handel dreven was de grote hoeveelheid peper van...Show moreIn de 17e en 18e eeuw voerde de Verenigde Oost-Indische Compagnie handel op de Malabarkust. De belangrijkste reden waarom ze in dit gebied handel dreven was de grote hoeveelheid peper van hoogwaardige kwaliteit waar deze organisatie een monopoliepositie over probeerde te verkrijgen. Om dit streven te bewerkstelligen was het voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie noodzakelijk om goede relaties te onderhouden met de vier grote rijken in dit gebied (en met name het rijk Cochin) en de grote hoeveelheid kleinere rijken in dit gebied. De heersers van deze rijken hadden echter vaak een ander idee over hun relatie met de Compagnie waardoor er vaak onderlinge verschillen waren tussen de verschillende partijen. Op de problematiek in dit gebied worden theorieen zoals de theatre state, segmented state en de patrimonial state op los gelaten waardoor er een beter beeld naar voren komt van de verschillen in optiek van de verschillende partijen.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht wat P.A.S. van Limburg Brouwer (1829-1873) ertoe dreef het Oude India te bestuderen. Daartoe wordt Van Limburg Brouwer op vier vlakken geanalyseerd: als filosoof,...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht wat P.A.S. van Limburg Brouwer (1829-1873) ertoe dreef het Oude India te bestuderen. Daartoe wordt Van Limburg Brouwer op vier vlakken geanalyseerd: als filosoof, als Indoloog, als politicus en als literair schrijver. Deze scriptie laat zien dat Van Limburg Brouwer er een Duits-idealistisch spinozistisch wereldbeeld op nahield, dat uiteindelijk in zijn roman "Akbar" ten volle tentoongesteld werd.Show less