In de relatie tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het koninkrijk Kandy speelden schenkingen een belangrijke rol. In dit BA eindwerkstuk wordt onderzocht in hoeverre deze schenkingen van...Show moreIn de relatie tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het koninkrijk Kandy speelden schenkingen een belangrijke rol. In dit BA eindwerkstuk wordt onderzocht in hoeverre deze schenkingen van invloed waren op de kosmopolitische positie van het koninkrijk Kandy tijdens Nederlandse aanwezigheid op het eiland.Show less
Dit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is...Show moreDit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is het beleid van de gouverneurs Stephanus Versluys en Gustaaf Willem Baron van Imhoff onderzocht aan de hand van de jaarlijkse ambassades die zij naar het hof stuurden. Uit het onderzoek is gebleken dat hoewel zij de basis van het hof van Kandy en de verbonden Singalese cultuur begrepen, dit zich echter niet vertoonde in onverwachte situaties of situaties waarin een dieper begrip werd vereist, bijvoorbeeld op politiek gebied.Show less
Deze scriptie gaat over de diplomatie van Europese handelscompagnieën op het eiland Ceylon in de achttiende eeuw. Hij behandelt de Britse en Nederlandse reizen naar het hof van Kandy, waarvoor...Show moreDeze scriptie gaat over de diplomatie van Europese handelscompagnieën op het eiland Ceylon in de achttiende eeuw. Hij behandelt de Britse en Nederlandse reizen naar het hof van Kandy, waarvoor gebruik wordt gemaakt van vier uitgegeven Britse reisverslagen en vier Nederlandse VOC-bronnen uit het Nationaal Archief. Er wordt gekeken naar de overeenkomsten en verschillen in diplomatieke handelingen tussen de Britten en de Nederlanders aan het Kandische hof. De belangrijkste onderzochte hoftraditie was de prosternatie, oftewel de knielende eerbetuiging. Dit ritueel was bij de Europeanen niet populair, maar vormde een belangrijke vereiste om tot de Kandische vorst te worden toegelaten. Er wordt geconcludeerd dat de Britse gezanten zich nog veel traditie moesten leren kennen, terwijl de Nederlandse gezanten al meer ervaring hadden in de omgang met het hof. Om deze reden waren de Britse hofreizen aanzienlijk minder succesvol en bleef het Nederlands-Kandische bondgenootschap tot eind achttiende eeuw in stand.Show less