In 1960 kwam de Nederlandse overheid met een voorlichtingscampagne die de bevolking wenken zou moeten bieden in de zelfbescherming tegen een kernaanval. Het onderzoek naar uitingen in de...Show moreIn 1960 kwam de Nederlandse overheid met een voorlichtingscampagne die de bevolking wenken zou moeten bieden in de zelfbescherming tegen een kernaanval. Het onderzoek naar uitingen in de dagbladpers, ingezonden brieven en bevolkingsenquêtes schetst een beeld van de ontwikkeling in reacties van de Nederlandse bevolking en hun verwachting ten aanzien van een kernoorlog.Show less
Onder de hoede van de Sovjet-Unie, verliep de groei van de Oost-Duitse economie na de oorlog niet zoals gepland. Gedurende de jaren ’50 viel de vergelijking tussen Oost en West slecht uit voor de...Show moreOnder de hoede van de Sovjet-Unie, verliep de groei van de Oost-Duitse economie na de oorlog niet zoals gepland. Gedurende de jaren ’50 viel de vergelijking tussen Oost en West slecht uit voor de DDR (Duitse Democratische Republiek). De nadruk zou steeds meer op Berlijn komen te liggen. Als welvarend, westers eiland in een communistische zee was West-Berlijn een doorn in het oog van Chroesjtsjov en Ulbricht. Het achterliggend idee was dat er in de DDR, en Berlijn in het bijzonder, bewezen moest worden dat een communistische economie een kapitalistische economie kon evenaren of zelfs kon verbeteren. Dit alles speelde zich af in een tijd dat het communistische blok, onder leiding van de Sovjet-Unie en het Westen, onder leiding van de Verenigde Staten verwikkeld waren in een Koude Oorlog. Dit maakte het voor de twee hoofdrolspelers aan communistische kant, Ulbricht en Chroesjtsjov, lastig om een beleid te vormen aangaande Berlijn. De verschillende motieven van beide leiders zouden uiteindelijk voor frictie zorgen over de toekomst van de DDR en de rol van Berlijn in het bijzonder.Show less
