Het in 2006 opgerichte Twitter is inmiddels een belangrijk onderdeel geworden van de werkroutine van menig journalist. Dit geldt zeker ook voor sportjournalisten, die er een groot publiek treffen....Show moreHet in 2006 opgerichte Twitter is inmiddels een belangrijk onderdeel geworden van de werkroutine van menig journalist. Dit geldt zeker ook voor sportjournalisten, die er een groot publiek treffen. Een van de gevolgen van Twitter, is dat voor journalisten een extra kanaal is ontstaan voor het krijgen van kritiek. Door de jaren heen is het nodige onderzoek gedaan naar Twitter, sportjournalistiek, kritiek en combinaties van de deze onderwerpen. Specifiek onderzoek naar de combinatie ‘Twitter’, ‘kritiek’ en ‘sportjournalistiek’ ontbreekt echter nog. Dit onderzoek gaat wel uit van die combinatie en heeft als doel een beeld te schetsen van de soorten kritiek die sportjournalisten krijgen via Twitter en de manieren waarop ze hiermee omgaan. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder tien sportjournalisten. Op de kritiek die de journalisten gedurende zes maanden ontvingen via Twitter, werd, evenals op hun reacties op kritiek in deze periode, een kwalitatieve inductieve inhoudsanalyse toegepast. Ook werden bij deze journalisten kwalitatieve interviews afgenomen. Vanwege het kwalitatieve karakter van beide onderzoeksmethoden zijn op basis van dit onderzoek geen uitspraken te doen over de mate waarin bevindingen ook van toepassing zijn op sportjournalisten die niet aan dit onderzoek deelnamen. Uit de inhoudsanalyse kwam naar voren dat er een onderscheid is tussen beledigingen en bedreigingen aan de ene kant en inhoudelijke kritiek aan de andere kant. Inhoudelijke kritiek kan onderverdeeld worden in ‘kritiek op een mening’, ‘kritiek op de kwaliteit van de (uiting van een) journalist’, ‘het betwisten van de objectiviteit van de journalist’ en ‘het suggereren van een feitelijke onjuistheid’. Verder kwam naar voren dat de reacties van journalisten kunnen worden opgedeeld in ‘constructief’ aan de ene kant, tegenover ‘niet-constructief’ aan de andere kant. Ook zorgde de inhoudsanalyse voor een beeld van het twittergebruik van de journalisten, dat tijdens de interviews aan de journalisten kon worden voorgelegd en waaraan de uitkomsten van de interviews konden worden getoetst. Uit de interviews kwam naar voren dat kritiek zeker nuttig kan zijn, maar dat de journalisten het merendeel van de kritiek niet als nuttig beschouwen. Een uitzondering daarop is het gewezen worden op een feitelijke onjuistheid. Daar zeggen de journalisten bijna altijd wat aan te hebben. De journalisten raken over het algemeen niet in de war van de kritiek en zeggen dat ze vinden dat kritiek erbij hoort. Ook zeggen ze dat kritiek weinig invloed heeft op hun werk. Wel zeggen enkele journalisten te signaleren dat collega’s uit angst voor kritiek via sociale media, niet alles durven te doen of schrijven. Geen van de journalisten dit bij zichzelf zo te ervaren.Show less
Er bestaat een verschil tussen materie en leven, tussen verstandelijke berekenbaarheid en het onmiddellijke ervaren van een gegeven geheel. In een tijd waarin quasiwetenschappelijke slagzinnen als ...Show moreEr bestaat een verschil tussen materie en leven, tussen verstandelijke berekenbaarheid en het onmiddellijke ervaren van een gegeven geheel. In een tijd waarin quasiwetenschappelijke slagzinnen als ‘depressie is een gebrek aan serotonine’ en ‘wij zijn ons brein’ meervoudig en onkritisch worden aangehaald, is het juist van belang om vanuit een filosofisch fundament de betekenisreductie te kunnen belichten, die zich mogelijk binnen zowel het academische als publieke denken voltrekt. Dat filosofische fundament wordt in dit werkstuk met name gezocht in een aantal manuscripten van Wilhelm Dilthey, waarin hij met het traditionele voorstellende denken van de Avondlandse filosofie breekt. Door basaal filosofische vraagstukken over tijd en betekenis te volgen binnen Dilthey's denken, komt een andere denkwijze aan bod die het reducerende materie-denken waar nodig weet te weerstaan, en als demarcatiecriterium kan gelden ten aanzien van betekenis en betekenisloosheid, onberekenbare levendigheid en manipuleerbare materie.Show less
Een kritische bezinning op het ontwikkelde tijdsbegrip in de Kritik der reinen Vernunft aan de hand van de kritiek van de jonge Dilthey. Een navoltrekking van Kants transcendentale esthetica met...Show moreEen kritische bezinning op het ontwikkelde tijdsbegrip in de Kritik der reinen Vernunft aan de hand van de kritiek van de jonge Dilthey. Een navoltrekking van Kants transcendentale esthetica met bijzondere aandacht voor aanwijzingen voor de noodzaak van een belevingsfilosofische inzet ten aanzien van het tijdsbegrip.Show less