Omdat journalisten niet alleen concurreren met andere nieuwsmedia maar ook met vele burgers die informatie online plaatsen, staat of valt hun bijdrage met de kwaliteit van hun werk. Het gebruik van...Show moreOmdat journalisten niet alleen concurreren met andere nieuwsmedia maar ook met vele burgers die informatie online plaatsen, staat of valt hun bijdrage met de kwaliteit van hun werk. Het gebruik van een evaluatiekader, waarin beschreven wordt hoe een goed journalistiek werk tot stand komt en eruitziet, helpt bij het bepalen van de kwaliteit van een journalistieke productie. Daarnaast, door in gesprek te gaan met zichzelf, wordt geprobeerd journalistiek te definiëren en wordt de beroepsethiek van het vak continu in vraag gesteld – al dan niet om aanvaardbare gedragingen en grenzen van het beroep aan te geven bij het publiek. Dit wordt het metajournalistieke discours genoemd. Door dit discours te analyseren aan de hand van Shapiro’s evaluatiekader kunnen we begrijpen wat er wordt verstaan onder goede journalistiek. Door het uitvoeren van een discoursanalyse is getracht implicaties, ideeën over en waarden van goede journalistiek te vinden in de gesproken tekst van het televisieprogramma Medialogica. Vervolgens is onderzocht of het evaluatiekader van Shapiro (2010) helpt bij het betekenis geven aan die implicaties, ideeën en waarden. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: In hoeverre helpt het evaluatiekader van Shapiro (2010) om het metajournalistieke discours te interpreteren? Uit de analyse blijkt dat het evaluatiekader een verhelderend inzicht biedt bij het interpreteren van het metajournalistieke discours, zoals tot uiting gekomen in Medialogica. Het evaluatiekader laat zien dat Medialogica voornamelijk inzoomt op excellentiecriteria en niet op kwaliteitsnormen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de excellentie van een journalistieke productie voor Medialogica zwaarder weegt dan enkel het voldoen aan de basis, de kwaliteitsnormen. Op meerdere punten blijkt het kader echter niet overeen te komen met de door Medialogica benadrukte journalistieke waarden. Mijn kritiek komt neer op vier punten. De kwaliteitsnorm van ‘style’, te weten het maken van een interessant product, en het excellentiecriterium van ‘discovery’, te weten het maatschappelijk belang van een onderwerp, zijn niet afgebakend. Daarnaast houdt het evaluatiekader geen rekening met de snelheid van nieuws en gaat het uit van veronderstelde effecten in plaats van bewezen effecten. Tot slot wordt er geen rekening gehouden met de kwaliteitseisen van het publiek. Om het evaluatiekader in het vervolg nog bruikbaarder te maken bij het interpreteren van het metajournalistieke discours dient het aangevuld te worden naar aanleiding van deze vier kritiekpunten.Show less
Zowel binnen de journalistieke praktijk als in het wetenschappelijk discours heerst het idee dat tijdschriften crossmediaal te werk moeten gaan om te kunnen overleven in het huidige digitaliserende...Show moreZowel binnen de journalistieke praktijk als in het wetenschappelijk discours heerst het idee dat tijdschriften crossmediaal te werk moeten gaan om te kunnen overleven in het huidige digitaliserende medialandschap. Aanwezigheid op sociale media is hierbij van cruciaal belang. Met een casestudy van meidenblad Tina biedt dit onderzoek inzicht in factoren en overwegingen die een rol spelen bij de inzet van sociale media door een specifiek tijdschrift. Dit gebeurt door middel van een overzicht van relevante literatuur in combinatie met participerende observatie en een kwantitatieve inhoudsanalyse. In de resultaten wordt de sociale media strategie van Tina beschreven, worden inhoudelijke en vormelijke eigenschappen van content op bijbehorende sociale platformen geïdentificeerd en wordt de invloed van klik-, like-, share- en commentgedrag onderzocht. Hieruit blijkt onder andere dat Tina sociale media voornamelijk inzet ter promotie van de eigen producten en diensten en als middel om met de doelgroep te communiceren. Daartoe geeft de redactie aan elk sociaal kanaal een vooropgezette invulling, waarin een zo groot mogelijke populariteit van berichten in de vorm van reacties, likes, favorieten en retweets een belangrijk onderdeel vormt.Show less
Personalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een...Show morePersonalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een sterke toename is van persoonsgerichte verslaglegging in de kranten. Deze toename verklaren zij voor een groot deel door een sterke piek na de kanseliersdebatten. Hier lijkt de televisie directe invloed te hebben op personalisering in de kranten. Deze scriptie toont aan dat dit effect in Nederland niet wordt gevonden in de periode 1971-2012. Hiervoor is een inhoudsanalyse van De Telegraaf gedaan vlak voor en vlak na een televisiedebat. Afgezien van het ontbreken van een korte-termijn effect in de periodes rond de debatten, lijkt er evenmin sprake te zijn van personalisering op lange termijn in de periode 1971-2012. Dit wijkt af van bevindingen uit eerder onderzoek, en maakt duidelijk dat de operationalisering van het concept personalisering bepalend kan zijn voor het wel of niet vinden van een tendens. Wel is er een duidelijke toename van het aantal afbeeldingen van politici te vinden, hetgeen in overeenstemming is met de personaliseringsthese.Show less