Dit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in...Show moreDit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in Nederland. Door te kijken naar een grote hoeveelheid archiefmateriaal (vergadernotulen, briefpost, nota's, moties, periodieke uitgaves) van een viertal zeer diverse organisaties kan bepaald worden welke tactieken een significante rol speelden in het uitoefenen van invloed op de Nederlandse overheid. Deze scriptie bouwt daarmee voort op Vosters' onderzoek naar de invloed van NGO's. Dit onderzoek toont aan dat in eerste instantie organisaties met een directe lijn tot de overheid meer invloed konden uitoefenen dan organisaties die een outsider status hadden en zich in een formeel isolement bevonden. Deze insider organisaties beriepen zich hierbij vaak op hun expertise over het onderwerp en hun logistieke autoriteit, waardoor de overheid taken naar hen overhevelde en er een wederzijdse afhankelijke relatie ontstond. Outsider organisaties konden echter extremere eisen stellen, waarbij ze ook meer gegenderde emotionele en morele claims maakten. Hoewel de overheid hier niet responsief voor was, namen de insider organisaties deze eisen en tactieken over tijd over, waardoor outsider organisaties indirect toch nog hun invloed deden gelden. Dit problematiseert de strikte scheidslijn tussen insider en outsider en laat zien dat organisaties met extremere eisen zonder formele toegang tot de overheid toch zeer invloedrijk kunnen zijn.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Deze vraag wordt gesteld in het kader van de "gap hypothesis", een hypothese die stelt dat er een groeiende kloof bestaat tussen de doelen en resultaten van nationaal migratiebeleid in hedendaagse liberale staten. Om meer te zeggen over deze kloof is in dit onderzoek gebruik gemaakt van vreemdelingendossiers van de Vreemdelingendienst met betrekking tot vreemdelingen in Nederland die een gevaar vormden voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Uit de analyse van deze dossiers blijkt dat momenten van crisis, zoals de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog, een impuls gaven aan de uitvoering van het migratiebeleid en een grote mate van consensus creëerden onder de actoren die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het beleid, waardoor de kloof tussen migratiebeleid en praktijk tijdelijk kromp. De kloof tussen het migratiebeleid en de praktijk hiervan is dan ook een dynamischer fenomeen dan de gap hypothesis suggereert. Crisismomenten zijn "windows of opportunity" waarbinnen ideeën die door een gebrek aan consensus vastzaten, alsnog gerealiseerd kunnen worden.Show less