In de tweede helft van de achttiende eeuw ontstond een ‘rampengemeenschap’ in het Caribisch Gebied. De Engelsen, Fransen en Spanjaarden daar boden elkaar in toenemende mate hulp in de vorm van...Show moreIn de tweede helft van de achttiende eeuw ontstond een ‘rampengemeenschap’ in het Caribisch Gebied. De Engelsen, Fransen en Spanjaarden daar boden elkaar in toenemende mate hulp in de vorm van goederen en informatie tijdens het jaarlijkse orkaanseizoen. In hoeverre de Nederlandse eilanden onderdeel uitmaakten van deze rampengemeenschap, is in deze scriptie onderzocht aan de hand van krantenartikelen, gekaapte brieven, ooggetuigenverslagen van orkanen en publicaties van lokale commandeurs. Daarbij lag de focus op de Bovenwindse Eilanden Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius om hun ligging in het orkaangebied. Hierbij is gekeken naar drie mogelijke hulpbronnen voor de Nederlanders. Ten eerste bleken lokale overheden en de WIC (hulpbron 1) na orkanen weinig hulp te bieden aan de eilandbewoners. Dit maakte de Nederlanders meer afhankelijk van hun eigen Nederlandse netwerk (hulpbron 2) en de andere Europeanen in de Cariben (hulpbron 3). Hoewel er veel hulp kwam van de Nederlandse koopmanshuizen, was de hulp die bij andere Europeanen gevonden kon worden ook van zeer groot belang. De uitstekende handelsmogelijkheden die de Nederlandse Bovenwindse Eilanden boden, maakten andersom ook dat deze vaak een belangrijke hulpbron waren voor de andere Europeanen. Zo maakten de Nederlanders een belangrijk onderdeel uit van de Caribische rampengemeenschap.Show less
Deze scriptie behandeld de gebeurtenissen rond Haarlem en het Haarlemmermeer ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog vanuit een milieuhistorisch perspectief.