Nederland heeft tijdens de “scramble for Africa” geen pogingen gedaan om gebied in Afrika te bemachtigen. Sinds 1871 had zij geen grondgebied op dit continent. Desalniettemin was er wel degelijk...Show moreNederland heeft tijdens de “scramble for Africa” geen pogingen gedaan om gebied in Afrika te bemachtigen. Sinds 1871 had zij geen grondgebied op dit continent. Desalniettemin was er wel degelijk Nederlandse aanwezigheid in de vorm van private handelsbedrijven. Nederland was in 1884-85 één van de deelnemers aan de Koloniale Conferentie van Berlijn waarin een poging gedaan werd om afspraken te maken over het Congo-gebied. Een gebied waar een Nederlands bedrijf, de Nieuwe Afrikaansche Handels-Vennootschap, een belangrijke handelspositie had. In dit onderzoek staan de ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen van enerzijds de Nederlandse handel in Congo en anderzijds de diplomatieke afwegingen van Nederlandse overheid centraal. Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van correspondentie tussen de minister van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse gezant in Berlijn, NAHV-directeur Hendrik Muller, de NAHV en diplomatieke correspondentie tussen de minister en ambassades evenals de officiële notulen waarvan een kopie is opgenomen in het NAHV-archief in het Nationaal Archief in Den Haag. Hoewel de Nederlandse staat geen interesse in het Congogebied toont, moet het wel een afweging maken tussen de wensen van de NAHV voor vrijhandel, tegen diplomatieke belangen in Nederlands-Indië en in Europa. Uit archiefonderzoek blijkt dat bij afwegingen rond diplomatieke standpunten de NAHV en haar wens voor vrijhandel constant meegewogen werd. Tijdens de Conferentie is op de achtergrond een actieve lobby aanwezig voor de erkenning van de door de Belgische Koning Leopold opgerichte Association Internationale du Congo. Het gebrek aan Nederlandse mogelijkheden om actief vrijhandel en daarmee de belangen van de NAHV te behartigen maakt de Nederlandse vertegenwoordiging gevoelig voor de belofte van de AIC om dit wel te doen. De NAHV en haar directeur deden dan ook actief beroep op de minister op de AIC te erkennen. Iets wat tot grote tevredenheid van de NAHV daadwerkelijk gebeurde. Nederland mag dan zelf geen aanspraak gemaakt hebben op Afrika, in haar steun voor de AIC om het eigen handelsbelang veilig te stellen, gaf ze de AIC en Leopold mede de mogelijkheid daar de Congo-Vrijstaat op te richten.Show less
Deze scriptie gaat over het verborgen verzet (infrapolitics) van de lokale bevolking uit Frans Congo tegen de Compagnie Commerciale de Colonisation du Congo Français (4CF). Deze compagnie was voor...Show moreDeze scriptie gaat over het verborgen verzet (infrapolitics) van de lokale bevolking uit Frans Congo tegen de Compagnie Commerciale de Colonisation du Congo Français (4CF). Deze compagnie was voor het grootste deel in handen van het Nederlandse bedrijf NAHV, die deze compagnie samen met twee andere oprichtte nadat Frans-Congo in concessies werd verdeeld. In deze scriptie betoog ik allereerst dat de geweldscontext in Frans-Congo minder absoluut was dan in Belgisch-Congo. Daarna wordt ingegaan op de houding van de bevolking en haar agency: de bevolking wilde meewerken wanneer dat goed uitkwam, maar werkte tegen zodra dat mogelijk was. Zo blijkt enerzijds dat 4CF nooit echt een succes werd, met name door het gebrek aan middelen en het machtsvacuüm dat er was, en anderzijds de ruimte en de wil van de lokale bevolking om zich op allerlei verborgen wijzen te verzetten tegen de koloniale machthebber.Show less