Om journalistieke foto’s correct te interpreteren, hebben mensen inzicht nodig in hoe ze tot stand komen. Veel grote media-organisaties hebben de afgelopen decennia richtlijnen voor beeldbewerking...Show moreOm journalistieke foto’s correct te interpreteren, hebben mensen inzicht nodig in hoe ze tot stand komen. Veel grote media-organisaties hebben de afgelopen decennia richtlijnen voor beeldbewerking gepubliceerd die dat inzicht pretenderen te verschaffen. Door middel van een inhoudsanalyse van de richtlijnen van ANP, Associated Press, Reuters, National Press Photographers Association en World Press Photo en interviews met beeldredacteuren van De Volkskrant, NOS, ANP, World Press Photo en De Correspondent, wordt een antwoord gegeven op de de volgende vraag: Wat zijn de functies van beeldbewerkingsrichtlijnen bij media-organisaties, afgaande op de richtlijnen zelf en op de uitleg van de opstellers? De analyse toont aan dat de richtlijnen de rol van de fotograaf niet altijd waarheidsgetrouw beschrijven. Een deel van de richtlijnen houdt vast aan een verouderd idee van persfotografie als neutrale, niet door mensen beïnvloede nieuwsvorm.Show less
Frames spelen op het gebied van mediastudies een belangrijke rol in de manier waarop burgers duiding aan bepaalde onderwerpen geven. Bij een kwestie die racisme en discriminatie in de hand zouden...Show moreFrames spelen op het gebied van mediastudies een belangrijke rol in de manier waarop burgers duiding aan bepaalde onderwerpen geven. Bij een kwestie die racisme en discriminatie in de hand zouden kunnen spelen, is het dus van belang te kijken hoe media Joden framen en hoe het vernaculaire web (de verzameling van nieuwsgroepen, blogs, wiki’s, lezersreacties, sociale netwerken en andere fora op het wereldwijde web, zie paragraaf 2.2.), hierop reageert. Dit onderzoek is gedaan aan de hand van een kwalitatieve inductieve framinganalyse, waarbij er is gekeken naar frames die voorkomen op de NOS, in het Algemeen Dagblad en in de Volkskrant. In de media werden er drie frames gehanteerd: het slachtofferframe (Joden ondervinden last van antisemitisme en de nasleep van de Holocaust); het religieframe (orthodox-Jodendom staat haaks op westerse normen en waarden en het totum-pro-parteframe (Israël is een compleet Joodse staat en alle Joden op de wereld zijn Israëli). Uit de Facebookdiscussies waren vijf frames te destilleren: eveneens het religieframe; het slachtofferframe; het conflictframe (Joden zijn verantwoordelijk voor het Israël-Palestinaconflict); het complotframe (Joden trekken achter de schermen aan de touwtjes) en het frame waarin antisemitisme de schuld van de islam is. Opvallend is dat er twee frames zijn die zowel in de media als op het vernaculaire web te vinden zijn, maar dat het slachtofferframe ook tegengesproken wordt. Hoewel de media een goede spreiding van frames hanteert, komt het conflictframe het meest naar voren in de Facebookreacties.Show less
Erik Jurgens kwam op in de roerige tijden van eind jaren '60, droeg direct bij aan discussie over partijhervorming en staatsrechtelijke vernieuwingen, en was Kamerlid in de progressieve jaren '70...Show moreErik Jurgens kwam op in de roerige tijden van eind jaren '60, droeg direct bij aan discussie over partijhervorming en staatsrechtelijke vernieuwingen, en was Kamerlid in de progressieve jaren '70 en de neoliberale jaren '90, voor verschillende partijen. Hij verliet de Katholieke Volkspartij (KVP) om de Partij Politiek Radikalen (PPR) op te richten, om deze vervolgens weer te verlaten voor de Partij van de Arbeid (PvdA). In totaal was hij ruim twintig jaar parlementariër in zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Wat bewoog hem om zo vaak van partij te wisselen? Was het de 'upheaval' van de late jaren '60 waardoor hij een progressieve draai maakte? Of was er geen 'draai' en werden zijn partijkeuzen door iets anders ingegeven? Waren het de partijen die veranderden? En wat was hiervan de invloed op zijn kwaliteit als volksvertegenwoordiger, een ambt dat hij zeer hoog achtte en lange tijd vervulde.Show less
Sinds enige tijd is de westerse wereld in de ban van IS, ofwel Islamitische Staat. Doordat IS in rap tempo grote gebieden in Syrië en Irak veroverde, de strijd tegen ongelovigen en afvalligen vaak...Show moreSinds enige tijd is de westerse wereld in de ban van IS, ofwel Islamitische Staat. Doordat IS in rap tempo grote gebieden in Syrië en Irak veroverde, de strijd tegen ongelovigen en afvalligen vaak publiekelijk plaatsvindt en extreme daden van IS via video’s op internet worden verspreid, is IS een hot issue geworden onder de Nederlandse bevolking. Er komen verschillende frames naar voren wanneer men over IS discussieert. In deze scriptie wordt gepoogd om dit discours rond IS te achterhalen, zowel in nieuwsberichten op NOS.nl als in discussies de NOS-Facebookpagina. De media en publieksframes over IS worden in kaart gebracht aan de hand van een inductieve framinganalyse, waarin alle frames geplaatst worden in de framingmatrix van Van Gorp (2007). Resultaat hiervan is dat de NOS gebruik maakt van twee verschillende frames, te weten het ‘Barbaarse bedreiger’-frame en het ‘Conflict’-frame. Opvallend is dat de mediaframes niet alleen verschillen van denkkader, maar dat de mediaframes ook verschillen vertonen in nieuws-formats. Zo kent het ‘Conflict’-frame een episodisch nieuws-format, waarbij het nieuws omtrent IS wordt belicht vanuit een individueel geval. De artikelen met het ‘Barbaarse bedreiger’-frame zijn daarentegen veelal verpakt in een thematisch nieuws-format, waarin gebeurtenissen en situaties rondom IS worden omschreven vanuit een breder perspectief. In sommige gevallen worden de artikelen met het ‘Barbaarse bedreiger’-frame verpakt in een human interest format, waarbij de NOS het nieuws presenteert vanuit een persoonlijke invalshoek. Op de NOS-Facebookpagina maken discussiedeelnemers - naast het ‘Barbaarse bedreiger’-frame - ook gebruik van het ‘Wantrouwen’-frame, het 'Islam heeft schuld'-frame en het Atheistische frame wanneer zij comments plaatsen over IS. Journalisten doen er goed aan om na te gaan welke frames zich voordoen in discussies op sociale media over IS. Deze counterframes vanuit het publiek kunnen er namelijk voor zorgen dat het thema ‘IS’ op verschillende manieren wordt belicht. Dit zorgt voor meer diversiteit in de mediaberichtgeving en voor meer begrip van de verschillende standpunten in het publieke debat over IS.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Deze scriptie gaat over het verschil in taalgebruik tussen de nieuwe huisstijl van de NOS en de oude. In 2012 heeft de NOS een huisstijlverandering ondergaan en gingen ze naar eigen zeggen meer...Show moreDeze scriptie gaat over het verschil in taalgebruik tussen de nieuwe huisstijl van de NOS en de oude. In 2012 heeft de NOS een huisstijlverandering ondergaan en gingen ze naar eigen zeggen meer richting menselijker taalgebruik. Daarom wordt onderzocht welke taalelementen veranderd zijn om de stijl van het journaal te veranderen om het meer menselijk en dichterbij te maken. Ook wordt er gekeken naar hoe groot deze veranderingen zijn en of er in het algemeen veel veranderd is aan de taal.Show less
The results of this research show that female participants have more positive attitudes towards English loanwords than male participants. Female participants were consistently more positive...Show moreThe results of this research show that female participants have more positive attitudes towards English loanwords than male participants. Female participants were consistently more positive regarding statements 1, 2 and 3 or, respectively, this is an ordinary Dutch sentence, the use of [loanword] is appropriate in this sentence and I would also make use of this sentence as can be found in Figure 1. Furthermore, there is significant correlation at the 0.05 level between both statement 2 and statement 3 and gender, which means that female participants have scored significantly higher than male participants for these statements. The results of this research also suggest that the mean scores of the participants become consistently lower when age increases for each of the statements. Figure 2 shows that the mean scores for the statements mentioned above consistently decrease when ages of the participants increase. These data suggest that older participants have more negative attitudes towards loanwords than younger participants. In furthermore, there is significant negative correlation at the 0.05 level between the statement I would also make use of this sentence and age. This implies that the attitudes towards using these loanwords are significantly more negative when the ages of the participants increase. This research indicated that most participants do not prefer alternative words to the used loanwords. Table 11 (in section 4.3) indicates that crash is the loanword with the most preferred alternatives as it is preferably replaced by ongeluk and neerstorten, according to nine and ten participants, respectively. Table 11 also indicates that seven participants prefer vraaggesprek to interview, six participants prefer behaald or gepresteerd to gescoord and five participants prefer peiling(en) and voorlopige uitslagen to exit polls. Preferred alternatives to the other loanwords were only provided by four participants or less, and are therefore not widely supported among the participants. In addition, the majority of the loanwords (all except crash) are catachrestic. Furthermore, the results of this research suggest that the participants generally consider that the used loanwords are more precise than other Dutch words. The second favoured reason is that participants consider that the used loanwords sound better regarding pronunciation, which can be found in Table 12.Show less