Met de introductie van het leenstelsel in Nederland, is de start van standaard lenen ingezet. Een lening geeft meerder problemen met zich mee in de vorm van lagere hypotheek en hogere maandlasten....Show moreMet de introductie van het leenstelsel in Nederland, is de start van standaard lenen ingezet. Een lening geeft meerder problemen met zich mee in de vorm van lagere hypotheek en hogere maandlasten. Dit kan een nadelig effect hebben op de samenleving. Studenten kunnen hierin een afweging maken of ze wel of niet gaan lenen, dit ligt deels aan hun tijdsvoorkeur. Dit onderzoek gaat dan ook in op het effect van tijdsvoorkeuren op het leengedrag van studenten. In het onderzoek wordt geduld gebruikt als tijdsvoorkeur. De hypothese die gesteld wordt is dat geduld een negatief effect heeft op het leengedrag. Het onderzoek is kwantitatief en deductief van aard. Er is gebruik gemaakt van een literatuurstudie om de conceptualisatie en hypothese op te stellen. Voor de analyse is gebruik gemaakt van de data die vrijgegeven is bij het LISS-panel. Het gebruikte model voor de analyse is dat van de logistische regressie. De steekproef bestaat uit 172 personen, dit zorgt ervoor dat de data beperkt is. De logistische regressies zijn stapsgewijs opgebouwd om de verbanden goed zichtbaar te maken. De resultaten van het onderzoek zijn als volgt. Geduld geeft een odds ratio van 0.926, wat aangeeft dat er sprake is van een negatief verband, echter de regressie is insignificant. Hierdoor is niet direct te zeggen of dit effect precies op deze manier plaatsvind. Verder waren de gevonden verbanden tussen risicoprofielen en leengedrag vergelijkbaar met de resultaten vanuit de literatuurstudie, in dit onderzoek ook niet significant. Verder is er nog gekeken naar een eventueel ander risicoprofiel, naar het profiel waar het risico zich rondom de carrière bevindt. Uit deze regressie volgde dat het verband van geduld en leengedrag sterker negatief is. De andere verbanden zwakte juist wat af, op eentje na degene van de toelage. Het verband tussen de toelage van ouders en het leengedrag van studenten ging tegen de verwachtingen. Ook vanuit de literatuur studie was de verwachting dat dit verband negatief is. De conclusie vanuit dit onderzoek is dat er niet echt gesproken kan worden over het effect van tijdsvoorkeuren op leengedrag, vanwege het gebrek aan significantie. Wel is te zeggen dat het negatieve verband weergegeven wordt in de regressie zoals de verwachting ook was vanuit de literatuurstudie. Echter het opvallende verband van de toelage van ouders doet denken dat er een externe factor is die het onderzoek ook beïnvloed. Een antwoord op de hoofdvraag is er dus niet echt en de hypothese kan ook niet direct aangenomen worden of verworpen worden vanuit dit onderzoek. Vervolg onderzoek zou hier dan ook verder op in kunnen gaan.Show less