Nieuws speelde een grote rol in de Sovjet-Unie onder Stalin. Dit werkstuk gaat over de omgang van Sovjetburgers met staatsgereguleerd nieuws en het informele geruchtennetwerk. Betoogd wordt dat...Show moreNieuws speelde een grote rol in de Sovjet-Unie onder Stalin. Dit werkstuk gaat over de omgang van Sovjetburgers met staatsgereguleerd nieuws en het informele geruchtennetwerk. Betoogd wordt dat burgers, ondanks de collectieve ideologie van de Sovjet-Unie, nieuws vooral inzetten om hun eigen positie in de samenleving te handhaven. In het werkstuk wordt beschreven hoe burgers deze twee nieuwsnetwerken gebruikten en als het ware jager-verzamelaars zich een weg baanden door al het beschikbare nieuws. Geruchten waren een essentiële manier om nieuws te factchecken en hielp burgers om te overleven in deze moeilijke jaren.Show less
Cijfers worden vaak in het nieuws gebruikt zoals percentages en euro’s. Deze cijfers kunnen invloed hebben op de beoordeling van nieuwsberichten: ze kunnen nieuws en ze kunnen journalisten...Show moreCijfers worden vaak in het nieuws gebruikt zoals percentages en euro’s. Deze cijfers kunnen invloed hebben op de beoordeling van nieuwsberichten: ze kunnen nieuws en ze kunnen journalisten geloofwaardiger maken. Toch worden cijfers in het nieuws niet altijd begrepen. Zo zijn bijvoorbeeld zeer kleine en zeer grote getallen lastig voor te stellen. Veel stijlboeken en populaire literatuur geven daarom het advies: schrijf onvoorstelbare cijfers met een vergelijking met de menselijke maat. Dit schrijfadvies suggereert dat onvoorstelbare cijfers beter begrepen worden zodra deze met een menselijke maat worden vergeleken. Tot nu toe is het schrijfadvies nog niet goed empirisch onderbouwd en is het schrijfadvies nog niet goed theoretisch verklaard. Het doel van deze scriptie is om het schrijfadvies empirisch te onderbouwen en theoretisch te verklaren. Daarbij staan twee onderzoeksvragen centraal: Kan een herinneringsexperiment het schrijfadvies ‘schrijf onvoorstelbare cijfers met een vergelijking met de menselijke maat’ empirisch onderbouwen en kan de conceptuele metafoortheorie van Lakoff en Johnson (1980) dit schrijfadvies verklaren? Als het schrijfadvies beter empirisch onderbouwd en theoretisch verklaard wordt, dan zullen journalisten het schrijfadvies vaker opvolgen waardoor nieuwsconsumenten beter ingewikkelde cijfers in nieuwsberichten kunnen interpreteren betreffende wetenschappelijke en technologische onderzoeken. Hierdoor kunnen mensen zorgvuldiger meedoen aan maatschappelijke discussies. Deze scriptie voert ten eerste een herinneringsexperiment uit om het schrijfadvies empirisch te onderbouwen. In dit experiment moeten deelnemers onvoorstelbare cijfers herinneren nadat ze nieuwsberichten met cijfers met en zonder vergelijking met de menselijke maat hebben gelezen. Het begrip van onvoorstelbare cijfers wordt door herinnering gemeten, omdat herinnering in de onderzoeksliteratuur wordt gezien als één van de basisaspecten van begrip. Bovendien is het binnen de beperking van deze masterscriptie niet haalbaar om meerdere aspecten van begrip in aparte experimenten te onderzoeken. Om het effect van de vergelijking met de menselijke maat op het onthouden van onvoorstelbare cijfers te testen, zijn er twee versies gemaakt waarin telkens drie nieuwsberichten met of zonder vergelijking met de menselijke maat worden weergegeven. De hypothese bij dit experiment is: onvoorstelbare cijfers in nieuwsberichten met een vergelijking met de menselijke maat worden gemiddeld vaker onthouden dan onvoorstelbare cijfers in nieuwsberichten zonder een vergelijking met de menselijke maat. Uit de resultaten van het herinneringsexperiment van deze scriptie blijkt dat onvoorstelbare cijfers niet vaker, maar juist minder vaak worden onthouden zodra deze met een vergelijking met de menselijke maat worden weergegeven. Zo wordt een onvoorstelbaar cijfer in één nieuwsbericht significant slechter onthouden met een vergelijking met de menselijke maat. Doordat het herinneringsexperiment niet heeft kunnen aantonen dat de vergelijking met de menselijke maat een positief effect heeft op het onthouden van onvoorstelbare cijfers, kan het schrijfadvies niet door het herinneringsexperiment empirisch worden onderbouwd. Ten tweede stelt deze scriptie de conceptuele metafoortheorie van Lakoff en Johnson (1980) voor als theoretische verklaring voor het schrijfadvies. Deze theorie suggereert namelijk dat een concept (zoals een onvoorstelbaar cijfer) beter begrepen en ervaren kan worden in termen van de structuur van een ander concept (zoals een menselijke maat). Daarbij is de conceptuele metafoortheorie ook specifiek toepasbaar op het begrijpen van wiskundige concepten. Bovendien legt deze theorie uit waarom een eenheid in een vergelijking met de menselijke maat een bekend referentiepunt moet hebben: fysiek bekende structuren organiseren onze ervaring en begrip van dingen om ons heen. Doordat het herinneringsexperiment van deze scriptie niet het schrijfadvies empirisch onderbouwt, kan de conceptuele metafoortheorie van Lakoff en Johnson (1980) ook (nog) niet als theoretische verklaring voor het schrijfadvies worden aangenomen. Naar aanleiding van de resultaten van het herinneringsexperiment van deze scriptie wordt aanbevolen om de experimentopzet te herzien. Zo zouden nieuwsberichten bijvoorbeeld gemiddeld minder getallen kunnen bevatten, omdat veel verkeerde antwoorden in het experiment gelijk zijn of lijken op andere getallen uit hetzelfde of uit andere nieuwsbericht(en). Zodra onvoorstelbare cijfers wel significant vaker worden onthouden met vergelijking met de menselijke maat in een verbeterd herinneringsexperiment, zou eventueel vervolgonderzoek zich specifiek kunnen richten op het onderscheid tussen goede en slechte vergelijkingen met de menselijke maat. Zo stellen diverse stijlboeken dat een goede vergelijking met een menselijke maat een bekende eenheid en een voorstelbaar cijfer moet bevatten.Show less
Het nieuws lijkt overspoeld met cijfers (Koetsenruijter, 2017, p.179; Maier, 2002, p.511; Zillman & Brosius, 2000, p.20). Cijfers zijn nodig om grip te krijgen op een anders te grote en...Show moreHet nieuws lijkt overspoeld met cijfers (Koetsenruijter, 2017, p.179; Maier, 2002, p.511; Zillman & Brosius, 2000, p.20). Cijfers zijn nodig om grip te krijgen op een anders te grote en verwarrende wereld om ons heen (Best, 2008, p.4; Blastland &Dilnot 2010, p.xi). Echter, uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde gecijferdheid (rekenkundige tegenhanger van geletterdheid) van de lezer laag is. (Reyna et al, 2001; Reyna & Brainerd, 2008, p.1; Zillman et al, 2009, p.395). Cijfers worden vaak niet begrepen (Koetsenruijter, 2008, p.194). Toch komen ze excessief in het nieuws voor omdat ze dienen als retorisch instrument (Koetsenruijter, 2008; McConway, 2015; Roeh & Feldman, 1984; Van Dijk, 1988). Journalisten kunnen cijfers gebruiken om hun boodschap kracht bij te zetten (Best, 2001, p.10). En als er een fout in staat deert dat niet: de gemiddeld laag gecijferde lezer haalt die er doorgaans niet uit (Abelson, 1995, p.1). Bovendien wordt statistiek niet gebruikt om een mening te vormen, simpelweg omdat mensen het niet gewend zijn (Kahneman, 2011, p. 170). Volgens Kahneman (2011) kost het namelijk te veel tijd en heeft men vaak de vaardigheden niet om dit te doen. Het besef dat cijfers retorische instrumenten zijn, past goed binnen het systeem-1 denken van Kahneman. Het systeem-1 denken is een snel proces dat wordt gebruikt bij het maken van snelle keuzes. Het gaat daarbij wat betreft cijfers in het nieuws niet per se om begrip, het gaat om de uitstraling van cijfers die bijdraagt aan de overtuigingskracht van een artikel. De primaire vraagstelling in dit onderzoek was of gecijferdheid invloed heeft op de mate van overtuigd zijn met betrekking tot cijfers in een nieuwsartikel. In een experiment werd aan vijfde- en zesde klas VWO-leerlingen (N=145) gevraagd om acht artikelen te beoordelen op hun betrouwbaarheid middels een Likert schaal. Vier van de achter artikelen bevatten cijfers. In twee van die vier artikelen waren de cijfers gemanipuleerd. Direct aansluitend op het experiment werd de mate van gecijferdheid van elke participant vastgesteld met behulp van een korte rekentest. Tussen gecijferdheid en de betrouwbaarheidsscores werd echter geen correlatie gevonden. De mate van gecijferdheid lijkt geen invloed te hebben op de wijze waarop iemand wordt overtuigd met betrekking tot het gebruik van cijfers in een nieuwsartikel. De aanwezigheid van cijfers in een artikel wordt over het algemeen betrouwbaarder geacht dan wanneer deze ontbreken, ongeacht de juistheid van de cijfers. Factoren als lage persoonlijk betrokkenheid van de participanten bij de onderwerpen van de artikelen en het vermelden van een betrouwbare bron zijn mogelijk van invloed geweest op deze uitkomsten. Daarom is het voor toekomstig onderzoek interessant om juist deze persoonlijke betrokkenheid te stimuleren. Bovendien kan er in de toekomst met meer aandacht naar dual procestheorieën zoals die van Kahneman (2011) worden gekeken en of die een verklaring kunnen leveren voor de overtuigingskracht van cijfers.Show less
Door de jaren heen is (televisie)nieuws steeds meer overeenkomsten gaan vertonen met drama en is er sprake van sensationalisering, waardoor men spreekt over global soap opera of Foxification. Grabe...Show moreDoor de jaren heen is (televisie)nieuws steeds meer overeenkomsten gaan vertonen met drama en is er sprake van sensationalisering, waardoor men spreekt over global soap opera of Foxification. Grabe en Zhou hebben dit verschijnsel bestudeerd in “News as Aristotelian Drama: The Case of 60 Minutes” (2003), door te onderzoeken op welke manier 60 Minutes – het langstlopende onderzoeksjournalistieke programma in de Verenigde Staten – dramatische (stijl)middelen en/of kenmerken toepast door middel van visuele en narratieve inhoud. In deze masterthesis wordt met de methode van Grabe en Zhou onderzoek gedaan naar de manier waarop Zembla – een televisienieuwsdocumentaire die al twintig jaar grondig onderzoek doet naar ontwikkelingen en gebeurtenissen in de samenleving – informatie visualiseert. Hiervoor is de uitzending over de bouwfraude geselecteerd, ‘Sjoemelen met Miljoenen’, welke door programmamaker Jos van Dongen wordt gezien als een van de meest invloedrijke uitzendingen in de geschiedenis van Zembla. Na analyse blijkt dat de visuele en narratieve inhoud, structurele kenmerken, personages en ethos, pathos en logos overeenkomsten vertonen met de eisen die Aristoteles aan drama en overtuigende communicatie heeft gesteld.Show less