Syrische vluchtelingen hebben veel meegemaakt: een oorlog, een reis naar een nieuw land en langdurige aanmeldprocedures. Vluchtelingen hebben daardoor een hogere prevalentie op het ontwikkelen van...Show moreSyrische vluchtelingen hebben veel meegemaakt: een oorlog, een reis naar een nieuw land en langdurige aanmeldprocedures. Vluchtelingen hebben daardoor een hogere prevalentie op het ontwikkelen van PTSS. Cognitieve flexibiliteit zou een modererend effect hebben op het ontwikkelen van traumasymptomen/PTSS. De huidige studie onderzoekt het verband tussen de mate van cognitieve flexibiliteit en de mate van traumasymptomen bij Syrische vluchtelingenkinderen van 10 tot en met 18 jaar, waarbij ook naar verschillen tussen jongens en meisjes wordt gekeken. Voor het meten van cognitieve flexibiliteit voerden de participanten een Cue Context Reversal Task uit en voor het meten van traumasymptomen vulden de participanten de CPSS-vragenlijst in. De Pearsons correlatie tussen cognitieve flexibiliteit en traumasymptomen was niet significant. Deze correlatie bleek ook niet significant wanneer apart naar jongens en meisjes werd gekeken. Het verschil in correlaties tussen jongens en meisjes was ook niet significant. Cognitieve flexibiliteit staat in de huidige studie dus niet in verband met de ontwikkeling van traumasymptomen bij Syrische vluchtelingenkinderen, waarin ook geen verschil is tussen jongens en meisjes. Toekomstig onderzoek is nodig om de kennis over cognitieve flexibiliteit en traumasymptomen bij kinderen te vergroten, waarbij rekening wordt gehouden met de limitaties en suggesties uit de huidige studie. Deze kennis kan bijdragen aan een betere begeleiding van Syrische vluchtelingenkinderen na het meemaken van een trauma.Show less
Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor...Show moreUit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor langere tijd blootstellen aan gebeurtenissen die gepaard gaan met doodslag en verwonding. Tegelijkertijd heerst er een ‘suffer in silence’-cultuur, waarin de journalisten zich niet tot nauwelijks uiten over hun zwaktes, niet snel hulp zoeken en blijven werken in dit vakgebied. Om erachter te komen hoe dit is ontstaan en waar de oplossing ligt, zal antwoord worden gegeven op de volgende vraag: “Hoe construeren (oorlogs)correspondenten hun rol in de omgang met potentieel traumatiserende beelden en gebeurtenissen?” Voor dit onderzoek zijn semigestructureerde diepte-interviews afgenomen bij twaalf Nederlandse (oorlogs)correspondenten die nog steeds werkzaam zijn in het veld. Uit het huidige onderzoek blijkt dat in de rolconstructie van journalisten veel discrepantie heerst wat duidt op dissonantie. Zo vindt de journalist dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de mentale gezondheid, terwijl zij hier wel degelijk problemen in ervaren. Toch zijn er nog steeds veel sporen van de machocultuur terug te zien in de manier hoe de journalisten zich al dan niet onbewust uiten. Dit heeft mede te maken met de verschillende rollen waar zij constant aan proberen te voldoen. De desbetreffende beroepsgroep is verstrikt geraakt in een vicieuze cirkel van roloriëntatie en rolvervulling. Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen geen generaliserende en kwantitatieve conclusies getrokken worden, vanwege de verkennende onderzoeksmethode. Het vergt meer kwalitatief vervolgonderzoek om beter inzicht te krijgen in de dilemma’s waar journalisten tegenaan lopen, zodat hier op lange termijn verandering in kan worden gebracht door middel van passende hulpverlening – preventief of achteraf - die (oorlogs)correspondenten in de toekomst beter wapent tegen mentale gezondheidsproblemen.Show less
Achtergrond Wereldwijd zijn er 89,3 miljoen mensen gedwongen op de vlucht. De prevalentie van mentale ziektes zoals post-traumatische stressstoornis (PTSS), depressie en angst is hoger bij...Show moreAchtergrond Wereldwijd zijn er 89,3 miljoen mensen gedwongen op de vlucht. De prevalentie van mentale ziektes zoals post-traumatische stressstoornis (PTSS), depressie en angst is hoger bij vluchtelingen dan bij mensen die niet op de vlucht zijn. Er zijn verschillende behandelmethoden ontwikkelt die proberen de mate van PTSS, depressie en angst te verminderen, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), narrative exposure therapie (NET) of eye movement desensitization and reprocessing (EMDR). Door culturele overtuigingen kunnen symptomen van mentale ziektes en denkbeelden over behandelmethoden verschillen tussen culturen. Het doel van deze systematische review is om door middel van een meta-analyse te achterhalen of er verschil is in de effectiviteit van psychosociale behandelmethoden voor PTSS, depressie en angst bij westerse versus niet westerse vluchtelingen. Resultaten Psychosociale behandelmethoden hebben een significant verlagend effect op de mate van PTSS, depressie en angst bij vluchtelingen. Voor PTSS is dit effect z = -13.883, p < .001, voor depressie is dit effect z = -9.062, p < .001 en voor angst is dit effect z = -9.375, p < .001. Er is geen significant verschil gevonden tussen de effectiviteit van behandelmethoden voor PTSS, depressie en angst voor westerse versus niet-westerse vluchtelingen. Conclusie De meta-analyse toont aan dat de psychosociale behandelmethoden de mate van PTSS, depressie en angst significant verminderen bij vluchtelingen. Er zijn geen significante verschillen in effectiviteit van de behandelmethoden tussen westerse versus niet-westerse vluchtelingen gevonden waaruit geconcludeerd kan worden dat de behandelmethoden voor alle vluchtelingen even goed inzetbaar zijn.Show less
Tussen beleid en praktijk bespreekt hoe beleid en praktijk van militair geestelijke gezondheidszorg zich tot elkaar verhouden tijdens de uitzending van Nederlandse militairen naar Afghanistan. Er...Show moreTussen beleid en praktijk bespreekt hoe beleid en praktijk van militair geestelijke gezondheidszorg zich tot elkaar verhouden tijdens de uitzending van Nederlandse militairen naar Afghanistan. Er is aandacht voor de ontwikkeling van het beleid voor geestelijke zorg. Anderzijds worden belangrijke veteranenonderzoeken en een casus uitgewerkt om de praktijk van het beleid te analyseren.Show less