Een onderzoek naar het verband tussen personalisering van de politiek op electoraal niveau en partijniveau en de vergrote kwetsbaarheid van lijsttrekkers. Er wordt onderzocht of de verwachting dat...Show moreEen onderzoek naar het verband tussen personalisering van de politiek op electoraal niveau en partijniveau en de vergrote kwetsbaarheid van lijsttrekkers. Er wordt onderzocht of de verwachting dat lijsttrekkers tegenwoordig minder vaak een verkiezingsnederlaag 'overleven' empirisch ondersteund wordt in Nederland.Show less
In Niemand is groter dan de partij wekken Van Holsteyn en Andeweg de suggestie dat er sprake zou zijn van een verband tussen personalisering en populisme. Er zijn in dat perspectief meerdere...Show moreIn Niemand is groter dan de partij wekken Van Holsteyn en Andeweg de suggestie dat er sprake zou zijn van een verband tussen personalisering en populisme. Er zijn in dat perspectief meerdere studies verschenen. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht in welke mate populistische leiders meer afhankelijk zouden zijn van de media, in hoeverre het succes van populistische partijen afhangt van de leider en of populistische partijen en de commerciële media de gemeenschappelijke neiging hebben om de politiek te personaliseren (Bos, Van der Brug en De Vreese 2011; Van Kessel 2011; Akkerman 2011). Op empirisch niveau wordt een relatie verondersteld tussen de verschijnselen populisme en personalisering. Het is echter onduidelijk in welke richting het verband wijst. De politicoloog Krouwel beweert dat “het populisme de trend naar personalisering van de politiek versterkt” (Ten Hooven 2010). Volgens Rob Wijnberg (2010) moet de groei van het populisme juist verklaard worden vanuit “een verregaande personalisering van de politiek.”Show less
Personalisering is een proces waarbij individuele politieke actoren belangrijker worden ten koste van partijen en collectieve instituties. In dit onderzoek is de personaliseringshypothese getoetst...Show morePersonalisering is een proces waarbij individuele politieke actoren belangrijker worden ten koste van partijen en collectieve instituties. In dit onderzoek is de personaliseringshypothese getoetst door middel van kwalitatieve en kwantitatieve analyses van televisieprogramma’s in de Zendtijd voor Politieke Partijen uit de periode van 1963 tot en met 2012. Uit de kwalitatieve analyse van een selectie van programma’s van D66, de PvdA en de VVD die kort voor Tweede Kamerverkiezingen in deze periode zijn uitgezonden blijkt er van personalisering geen sprake te zijn geweest. De resultaten van de kwantitatieve analyses aan de hand van een codeerschema dat gebaseerd is onderzoek van Langer (2009) lijken hetzelfde te suggereren, maar zijn niet significant.Show less
De personalisering van de politiek is verworden tot een centraal thema binnen de politieke wetenschap. Toch laten onderzoeken naar dit fenomeen veelal tegenstrijdige resultaten zien. De oorzaak...Show moreDe personalisering van de politiek is verworden tot een centraal thema binnen de politieke wetenschap. Toch laten onderzoeken naar dit fenomeen veelal tegenstrijdige resultaten zien. De oorzaak hiervan is vaak gelegen in de conceptualisatie van personalisering. De personalisering van de politiek kan worden verklaard door middel van drie subgroepen: instituties, de media en gedrag. In dit onderzoek wordt er voornamelijk gekeken naar de media personalisering. Dit aspect van personalisering kan zich zowel in de betaalde- als de onbetaalde media voordoen. In de berichtgeving van de kranten (onbetaalde media) in de periode 1967-2012 lijkt het of de personalisering is toegenomen. De campagnevideo’s (betaalde media) geven echter geen enkele aanwijzing voor personalisering in deze periode. Deze bevindingen geven nader inzicht in één aspect van het concept “personalisering van de politiek”.Show less
Dit onderzoekt tracht te onderzoeken of er sprake is van een toenemende mate van (media)personalisering op gemeentelijk niveau met betrekking tot het Nederlandse burgemeestersambt....Show moreDit onderzoekt tracht te onderzoeken of er sprake is van een toenemende mate van (media)personalisering op gemeentelijk niveau met betrekking tot het Nederlandse burgemeestersambt. Mediapersonalisering is hierbij gecategoriseerd in presidentialisering van macht, leiderschapsfocus en politisering van de privésfeer. Alleen voor de politisering van de privésfeer werd empirische steun gevonden in het proces van politieke informalisatie.Show less
Kiezers houden zich wel degelijk bezig met personen wanneer zij in het stemhokje staan. Ze zoeken niet alleen naar de partij die het beste hun standpunten vertegenwoordigt, de personen waarop de...Show moreKiezers houden zich wel degelijk bezig met personen wanneer zij in het stemhokje staan. Ze zoeken niet alleen naar de partij die het beste hun standpunten vertegenwoordigt, de personen waarop de stem wordt uitgebracht worden verantwoordelijk gehouden voor de spiegeling van ideeën en worden daarop afgerekend bij de eerstvolgende verkiezingen. Dit is, volgens onderzoekers, in veel landen simpelweg de manier waarop democratie werkt (Lau en Redlawsk 2006, 3). Veronderstellende dat personen een groot aandeel hebben in het succesvol vertalen van het partijprogramma, op basis van welke aspecten worden deze ‘vertalers’ beoordeeld door de kiezer? Zijn er bepaalde verwachtingen die de kiezer heeft van een leider als het gaat om zijn of haar persoonlijkheid en gedrag? Aan de hand van een aantal invalshoeken van eerder onderzoek naar het ideaalbeeld van een leider, wordt in onderstaande uiteenzetting ingegaan op de vraag wat het ideaalbeeld van Nederlandse kiezers is van een minister-president. In eerste instantie wordt gepresenteerd aan welke persoonskenmerken hij of zij wel en niet moet voldoen. Vervolgens staat het gedrag van politici centraal: wat wordt op dit vlak als cruciaal beschouwd? Tot slot komt een vergelijking aan bod tussen het ideaalbeeld en de realiteit. De huidige fractieleiders worden op basis van de ideale persoonskenmerken beoordeeld op de mate waarin zij zouden voldoen aan het beeld dat het publiek heeft van de ideale minister-president.Show less
Personalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een...Show morePersonalisering van de media wordt vaak verklaard door de opkomst van de televisie. In een recent onderzoek van Reinemann en Wilke (2007) wordt aangetoond dat in 2002 en 2005 in Duitsland er een sterke toename is van persoonsgerichte verslaglegging in de kranten. Deze toename verklaren zij voor een groot deel door een sterke piek na de kanseliersdebatten. Hier lijkt de televisie directe invloed te hebben op personalisering in de kranten. Deze scriptie toont aan dat dit effect in Nederland niet wordt gevonden in de periode 1971-2012. Hiervoor is een inhoudsanalyse van De Telegraaf gedaan vlak voor en vlak na een televisiedebat. Afgezien van het ontbreken van een korte-termijn effect in de periodes rond de debatten, lijkt er evenmin sprake te zijn van personalisering op lange termijn in de periode 1971-2012. Dit wijkt af van bevindingen uit eerder onderzoek, en maakt duidelijk dat de operationalisering van het concept personalisering bepalend kan zijn voor het wel of niet vinden van een tendens. Wel is er een duidelijke toename van het aantal afbeeldingen van politici te vinden, hetgeen in overeenstemming is met de personaliseringsthese.Show less
Personalisering in de media: een geloofwaardige mythe of waarheid? Is er sprake van personalisering door toedoen van de elektronische media, een analyse van lijsttrekkersdebatten vanaf 1989 tot en...Show morePersonalisering in de media: een geloofwaardige mythe of waarheid? Is er sprake van personalisering door toedoen van de elektronische media, een analyse van lijsttrekkersdebatten vanaf 1989 tot en met 2012Show less