In recent years, the philosophy of Iris Murdoch has seen a rise in attention, both from philosophers who seek to use elements from her philosophy for their ethical theories, and from those more...Show moreIn recent years, the philosophy of Iris Murdoch has seen a rise in attention, both from philosophers who seek to use elements from her philosophy for their ethical theories, and from those more directly interested in understanding her metaphysics. These latter authors have often either criticised or tried to solve the ambiguity of the metaphysical status of the idea of the Good in her writing. I, too, address the problems in her metaphysics: in what sense does Good exist for Murdoch, and is she able to offer a ‘sophisticated’ form of realism? My theses are, first, that Good, for Murdoch, is a transcendental element in consciousness, i.e., a condition of possibility for the experience of the world, and an ideal end point suggested by experience. To answer the second question I will argue that once Good is read as I argue for, and its role in knowing reality is understood, it becomes clear that Murdoch’s view does not fall into subjectivism or any other form of idealism. Important in this account is love, which, attracted by Good, motivates the work needed for a better grasp of the world.Show less
Based on the interpretations of Plato, Epicurus and Augustine, it is not possible to clarify Socrates’ death with one solid answer. Therefore, it is necessary to return to Frey’s interpretation of...Show moreBased on the interpretations of Plato, Epicurus and Augustine, it is not possible to clarify Socrates’ death with one solid answer. Therefore, it is necessary to return to Frey’s interpretation of suicide. With the explanation of Frey’s other-inflicted suicide it is possible to make sense of Socrates’ death. Socrates has placed himself knowingly and willingly in a position where he had to die. Because he manipulated the state, he was forced to drink the hemlock. This approach of hurting himself cannot be seen as a rejection of the gods, yet he can achieve his desired premature death. It is possible to solve the discrepancy in Phaedo about Socrates’ death with the clarification that Socrates has committed other-inflicted suicide.Show less
Met de analyse in deze scriptie kan een antwoord geformuleerd worden op de onderzoekvraag, namelijk of het (neo-) platonisme een verklaring kan bieden voor de zon en hel-afbeeldingen in het Laatste...Show moreMet de analyse in deze scriptie kan een antwoord geformuleerd worden op de onderzoekvraag, namelijk of het (neo-) platonisme een verklaring kan bieden voor de zon en hel-afbeeldingen in het Laatste Oordeel van Michelangelo. Daarbij past uiteraard wel de kanttekening dat het (neo-) platonisme een perspectief voor interpreteren is en er vele andere perspectieven mogelijk zijn. Bekend is namelijk dat voor sommige onderdelen van het Laatste Oordeel de Goddelijke Komedie van Dante nauwgezet heeft gevolgd. Uit hoofdstuk 4 bleek dat de ziel een ‘verbindend element’ is tussen de zon en de hel. Dit is ook in het Laatste Oordeel terug te zien. Onder andere met behulp van een – niet willekeurige - diagonale lijn zijn verschillende onderdelen te ‘verklaren’ met als centrale zijnssubstantie de ziel. De ziel is voor Ficino als middelste zijnssubstantie de verbindende schakel tussen de stoffelijke en de metafysische wereld. Michelangelo heeft zijn zelfportret halverwege de lijn afgebeeld. De lijn kan ook als symbool worden gezien als de verbinding tussen de opgaande gang van de platonische beschouwing richting God via contemplatie en de neerwaartse gang door de aantrekking van de zintuigelijk genot. Daarnaast is ook de circulaire gedachte van Ficino te herkennen. De (neo-)platonische zon-symboliek lijkt prominent ‘aanwezig’ te zijn in het Laatste Oordeel. Het aureool achter Christus kan geïnterpreteerd worden als een platonische verwijzing naar het hoogste of God. De zon als metafoor voor God maakt ook duidelijk dat God door zintuigen slechts indirect kan worden waargenomen. De plaatsing van de zon achter Christus kan mogelijk ook geïnterpreteerd worden aan de hand van het heliocentrische wereldbeeld van Copernicus. Vlak voor de start van het schilderen van het fresco was de theorie bekend bij de opdrachtgever. De zon als middelpunt relateert aan de centrale plaats van God. Vandaaruit gaan de lichtstralen die de zichtbare wereld verlichten en zichtbaar maken. De afbeelding van de hel, en dan met name de grot middenonder, blijft in de literatuur vragen oproepen. De grot als afbeelding als hellemond of Voorgeborchte lijkt niet voor de hand te liggen. Verschillende visuele elementen zijn echter wel te herkennen op basis van Plato’s beschrijving van Er van de dodenwereld. Zo zijn er spleten in de aarde, rechters en demonen die misdadigers wegslepen aan te wijzen. Op basis hiervan zou de grot als plaats van boetedoening, oftewel Vagevuur, te interpreteren zijn. En zeker ook Ficino legt met name nadruk op de zuiverende gang door de aarde en de rechters die zich in de lucht bevinden. Vele elementen van het gedachtengoed van Plato en Ficino ten aanzien van de hel en het Vagevuur zijn daarmee goed te herkennen in de onderste helft van het Laatste Oordeel. Op basis hiervan is naar ik meen met goede redenen te concluderen dat de grot middenonder het Vagevuur representeert.Show less