Om de netwerkeffectiviteit van het Combiteam te onderzoeken wordt er een casus vergelijking gedaan met een meer adhoc netwerksamenwerking die de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie...Show moreOm de netwerkeffectiviteit van het Combiteam te onderzoeken wordt er een casus vergelijking gedaan met een meer adhoc netwerksamenwerking die de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT-IOD) heeft. Het doel van dit onderzoek is uitspraken te doen over de effectiviteit van twee Nederlandse veiligheidsnetwerken die zich bezighouden met financieel rechercheren, om georganiseerde criminaliteit aan te pakken door zich te focussen op het afpakken van crimineel geld en/ of aanpak van witwassen. Waarbij de effectiviteit iets zegt over de mate waarin het netwerk publieke waarde creëert volgens de kenmerken (indicatoren) van het model van Mark Moore (1995, 2003). De centrale onderzoeksvraag luidt: Welke verklarende factoren zijn bepalend voor de netwerkeffectiviteit van veiligheidsnetwerken die verband houden met financieel rechercheren? Er zijn drie verschillende ideaaltypische aansturingsvormen van netwerksamenwerkingen te definiëren (Provan & Kenis, 2008), met ieder een eigen ‘set’ van netwerkkenmerken t.a.v. onderling vertrouwen, doelconsensus en publieke waarde: 1. Zelfregulerend netwerk: een gezamenlijke aansturing door een meerderheid van netwerkleden; 2. Leidersorganisatie netwerk: een aansturing door één of twee leidende organisaties; 3. Netwerk Administratieve Organisatie (NAO ): Een aansturing door een afzonderlijke netwerkmanager die feitelijk een belangrijke functie heeft in de koersbepaling van het gehele netwerk. Voor de publieke waarde (Public Value) bepaling is de strategische driehoek van Mark Moore (1995) gebruikt. In dit model moet de publieke bestuurder afstemming zoeken tussen organisatorische capaciteit, legitimiteit en publieke waarde om tot waardecreatie te komen (Moore, 2013). De verwachting is, dat een grotere mate van aansluiting tussen de netwerkindicatoren en de gekozen netwerkvorm zal leiden tot een hogere publieke waarde. Het Combiteam lijkt hiervoor de beste randvoorwaarden te bieden gelet op het structurele karakter van de samenwerking. Voor het toetsten van de verwachting zijn de volgende kernvragen geformuleerd: • In welke mate komen de netwerkkenmerken overeen met de ideaaltypische organisatievorm van Provan en Kenis? • Kan er een algemene uitspraak gedaan worden over de onderzochte netwerken op de Public Value Score (PVS)? De combinatie van de PVS en de correlatie tussen organisatievorm en netwerkkenmerken levert dan verklarende factoren voor de mate van effectiviteit. De uitvoering van het onderzoek bestaat uit documenten-analyse, literatuuronderzoek en interviews. De 1e deelconclusie voor beide netwerken is dat ze beide over voldoende operationele capaciteit beschikken om hun taken uit te voeren. Beide netwerken hebben in hun missie en visie statement strategische doelen geformuleerd die de publieke waarde moeten bevorderen. Echter, vastgesteld kan worden dat beide netwerken meer op kwantitatieve doelstellingen gefocust zijn en hierop ook beoordeeld (willen) worden door de externe actoren. Hiermee raakt dit de reikwijdte van de output van het netwerk. Door zich te focussen op alleen de kwantitatieve doelstellingen is er sprake van een aanpak die meer op incidenten berust voor de korte termijn dan op een groter systemische aanpak gericht op de langere termijn. Een 2e deelconclusie is dat bij casus 1 (Combiteam) netwerkkenmerken en netwerkvorm iets meer in balans lijken dan bij casus 2 (ILT-IOD). Het Combiteam functioneert waarschijnlijk hierdoor iets effectiever dan het ILT-IOD en lijkt daarmee iets betere randvoorwaarden te hebben voor effectief optreden. De correlatie tussen netwerkkenmerken en organisatievorm levert dan ook in dit onderzoek geen overtuigende verklaring voor de effectiviteit van beide netwerken. Structurele samenwerking daarentegen lijkt wel een beter klimaat te bieden voor effectiviteit voor de langere termijn.Show less
Na de Tweede Wereldoorlog moesten allerlei instanties en beroepsgroepen worden gezuiverd van onzuivere elementen. Vooral de politie moest zo snel mogelijk worden gezuiverd, omdat zij de taak had...Show moreNa de Tweede Wereldoorlog moesten allerlei instanties en beroepsgroepen worden gezuiverd van onzuivere elementen. Vooral de politie moest zo snel mogelijk worden gezuiverd, omdat zij de taak had orde te handhaven en arrestaties te verrichten. De politie moest hiervoor zelf immers ook zuiver zijn. In Amsterdam had het reguliere politiekorps op grote schaal meegewerkt aan de deportaties van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, wat de zuivering van het Amsterdamse politiekorps ten zeerste bemoeilijkte. In deze scriptie wordt onderzocht hoe de zuivering van het Amsterdamse politiekorps verliep. Dit gebeurt aan de hand van drie zuiveringscommissies voor de Amsterdamse politie, die elk een andere fase van de zuivering belichamen.Show less
In de literatuur zijn de middeleeuwen vaak neergezet als een duistere periode, waarin chaos en wanorde de overhand hadden en vrede en recht ver te zoeken waren. In deze scriptie heb ik daarom...Show moreIn de literatuur zijn de middeleeuwen vaak neergezet als een duistere periode, waarin chaos en wanorde de overhand hadden en vrede en recht ver te zoeken waren. In deze scriptie heb ik daarom onderzocht in hoeverre er politie in het laatmiddeleeuwse Coventry was als een controlerende instantie, die ervoor zorgde dat de wetten gehandhaafd werden. Wie was dus de politie en welke taken had ze? Verder wordt er in deze scriptie de vraag gesteld in hoeverre zij hun werk uitvoerden als respectabele gerechtsdienaren en welke rol zij hadden in het openbare leven van de stad.Show less