In 535 stuurde keizer Justinianus zijn favoriete generaal Belisarius om de voormalig Romeinse gebieden in Italië te heroveren. Het lukte Belisarius met een opvallend klein leger om grote successen...Show moreIn 535 stuurde keizer Justinianus zijn favoriete generaal Belisarius om de voormalig Romeinse gebieden in Italië te heroveren. Het lukte Belisarius met een opvallend klein leger om grote successen te behalen en uiteindelijk heel Italië weer onder Romeins gezag te krijgen. In deze scriptie wordt de campagne van Belisarius geanalyseerd aan de hand van de werken van Procopius om zo het militaire succes van deze veroveringen te verklaren.Show less
Historiography has characterised Roman North Africa as consisting of 'two worlds', a world of Roman cities on the one hand and indigenous rural hinterlands on the other. Using geographical analysis...Show moreHistoriography has characterised Roman North Africa as consisting of 'two worlds', a world of Roman cities on the one hand and indigenous rural hinterlands on the other. Using geographical analysis, survey archaeology and discourse analysis, this thesis researches the extent to which the marginal hinterlands (or 'shatter zones') of Late Antique North Africa were integrated into the wider Roman, Mediterranean state space. Despite the topographic difficulties for the Roman Empire to control the mountainous and steppe inland of the region, survey archaeology reveals a landscape that became thoroughly transformed under the later Roman Empire. Integration in the third to fifth centuries ended in the sixth century under the pressure of emperor Justinian's ideology of imperial renovatio.Show less
Dit onderzoek behandelt de verhouding tussen de Gotische en Romeinse (etnische) identiteit in Ostrogotisch Italië, en hoe die beïnvloed werd door de Gotische oorlogen (535-554). Aan de hand van...Show moreDit onderzoek behandelt de verhouding tussen de Gotische en Romeinse (etnische) identiteit in Ostrogotisch Italië, en hoe die beïnvloed werd door de Gotische oorlogen (535-554). Aan de hand van sociaalwetenschappelijke theorieën wordt zowel het historiografisch debat als het primaire bronnenmateriaal geanalyseerd (met name Procopius en Cassiodorus). Er blijkt een spanningsveld te zijn tussen de ideologische lading van het primaire bronnenmateriaal, en de ‘wereld achter de tekst’. Hier wordt een situationalistische lezing van etniciteit aangedragen als middenweg binnen de historiografische discussie. De betekenis en het belang van ‘Gotische’ of ‘Romeinse’ identiteit was context-afhankelijk.Show less