De huidige Tweede Kamer telt 20 fracties. Een verdubbeling ten opzichte van twintig jaar geleden. De ondersteuning per Kamerlid neemt door fragmentatie af, maar het aantal beleidsdossiers waar...Show moreDe huidige Tweede Kamer telt 20 fracties. Een verdubbeling ten opzichte van twintig jaar geleden. De ondersteuning per Kamerlid neemt door fragmentatie af, maar het aantal beleidsdossiers waar Kamerleden in korte tijd hun mening over moeten delen daalt niet. Deze combinatie van factoren zorgt voor een stijgende werkdruk waarbij tijd voor inhoudelijk parlementair werk slinkt. Bij de controlerende taak gebruiken Kamerleden informatie van onder andere hun achterban, toezichthouders en Public Affairs adviseurs. In deze thesis wordt gefocust op de laatste categorie. Er is veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheden en strategieën van belangenbehartigers en lobbyisten maar nog weinig naar de ontvangende kant. In deze thesis is onderzocht hoe Kamerleden verschillen als het gaat om hun contact en informatiegebruik van belangenbehartigers. Aan het einde van dit onderzoek wordt onder andere geconcludeerd dat Tweede Kamerleden door tijdsgebrek selectiever omgaan met contactverzoeken en een andere informatiebehoefte (beknopte technische informatie) ontwikkelen. Hierbij zijn voorkeuren van politieke partijen te onderscheiden. Middels deze thesis wordt wetenschappelijk onderzoek over de responsiviteit van parlementariërs aangevuld met recente bevindingen.Show less
In dit onderzoek staat de vraag centraal ‘Op welke manier en in welke mate leiden lobbystrategieën bij de totstandkoming van de brandbrief over personeelstekorten in de kinderopvangbranche tot...Show moreIn dit onderzoek staat de vraag centraal ‘Op welke manier en in welke mate leiden lobbystrategieën bij de totstandkoming van de brandbrief over personeelstekorten in de kinderopvangbranche tot coalitievorming en heeft coalitievorming invloed op agendavorming en welke lessen voor de belangenbehartiging kunnen kinderopvangorganisaties hieruit trekken?’ De conclusie die uit dit onderzoek volgt is dat er een combinatie van lobbystrategieën zijn die bijdragen aan het vormen van coalitie en daarmee aan het verkrijgen van toegang tot een inhoudelijke invloed op agendavorming. Deze lobbystrategieën hebben betrekking op het uitruilen van verschillende hulpbronnen en het framen van vraagstukken. Het herhaaldelijk uitruilen van kennis en informatie in verschillende netwerken, om onder andere het urgentiegevoel voor de kinderopvangbranche te benadrukken, bleek een doorslaggevende rol te hebben in de coalitievorming. Verder is gebleken dat, het bij elkaar blijven van de coalitiepartijen, het delen van een gezamenlijke visie en doelen en het uitbrengen van en vasthouden aan dezelfde boodschap, cruciaal te zijn om toegang te krijgen tot beleidsmakers en inhoudelijke invloed uit te oefenen op agendavorming. Vanwege bovenstaande bevindingen wordt publieke organisaties in het algemeen, en de kinderopvangbranche in het bijzonder, aanbevolen om allereerst het nut en de noodzaak van het werken in de kinderopvangbranche te verduidelijken en concretiseren. De kinderopvangbranche vervult namelijk een cruciale rol in onze maatschappij, door enerzijds kinderen op te vangen en stimuleren in hun ontwikkeling. Anderzijds door te voldoen aan de randvoorwaarde voor jonge ouders om te kunnen blijven werken, waarmee hun arbeidsparticipatie wordt aangemoedigd. Daarnaast wordt aanbevolen een leidende coalitie te vormen en obstakels te verwijderen. Deze leidende coalitie van invloedrijke personen dient als rolmodel. Het vrijmaken van de weg naar nieuwe ideeën zonder zich te laten belemmeren door oude patronen, behoort tot een van de taken van deze personen. Voorts wordt aanbevolen korte termijn successen te creëren en te continueren, om de betrokkenen gemotiveerd te houden en verantwoordelijken te belonen voor de gerealiseerde successen. Tot slot wordt aanbevolen om te reflecteren na gevoerde lobby en enkele best practices vast te leggen in regels en richtlijnen. Dit dient het doel om positieve en negatieve punten in het lobbyproces bloot te leggen. Het opstellen van een ‘lobby-protocol’ kan hierbij raadzaam zijn.Show less
De energietransitie is een van de belangrijkste opgaven van deze generatie. Bij de klimaattop van de Verenigde Naties die in 2015 plaatsvond in Parijs is een akkoord gesloten met 195 landen,...Show moreDe energietransitie is een van de belangrijkste opgaven van deze generatie. Bij de klimaattop van de Verenigde Naties die in 2015 plaatsvond in Parijs is een akkoord gesloten met 195 landen, waaronder 27 Europese Unie lidstaten, om het huidige energiesysteem te transformeren ten behoeve van het klimaat. De afspraken hebben ondertussen een weg gevonden tot op het gemeentelijke bestuursniveau. Afspraken die voortkomen uit Multi-level Governance kennen verschillende beleidsrondes waarop actoren invloed kunnen uitoefenen. Er is veel informatie bekend over de invloed van private actoren op de afspraken die gemaakt zijn op nationaal en internationaal niveau. In dit onderzoek wordt er gekeken naar het gemeentelijke bestuursniveau. Er wordt gekeken naar de invloed van private actoren op het Rotterdams Klimaatakkoord voor de Haven en de industrie en hoe de metagovernancepositie van de Gemeente Rotterdam van invloed is geweest op de uitkomsten in het akkoord. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is er een kwalitatieve en deductieve single casestudy uitgevoerd en de onderzoeksgegevens zijn verzameld door middel van interviews en deskresearch. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat private actoren het overgrote deel van hun beleidswensen volledig terug zien komen in de uitkomsten die hebben geleid tot het Rotterdams Klimaatakkoord voor de Haven en industrie. De Gemeente Rotterdam is voor het behalen van de CO-reductiedoelstelling afhankelijk van de kennis, expertise, producten en diensten van de private actoren. De invloed die de overheid heeft komt voornamelijk voort uit de financiële middelen, maar op gemeentelijk niveau zijn de financiële middelen niet van voldoende omvang om invloed uit te oefenen op de uitvoering van alle private actoren. Doordat private actoren beschikken over de hulpmiddelen waarvan de gemeente afhankelijk is, hebben zij een machtspositie binnen het Multi-level Governance netwerk. Bij de uitvoering van de energietransitie is er tussen de private actoren ook sprake van onderlinge afhankelijkheden. Hierdoor kunnen per project de machtposities van de private actoren ook wisselen. De gemeente heeft voornamelijk een invloedrijke rol doordat zij wel de macht hebben over het samenstellen en het bepalen van het einddoel van het netwerk. Samenvattend kan worden gezegd dat private actoren een invloedrijke rol hebben bij gemeentelijke beleidsakkoorden en neemt de gemeente deel als gelijkwaardig lid aan het Multi-level Governance netwerk. Er is voornamelijk sprake van invloed van de gemeente vooraf aan de onderhandelingen bij het samenstellen en bepalen van het einddoel van het netwerkShow less